Samenvatting Probleem 4: Hot and Sexy Research Topics; Engels!
Samenvatting Probleem 3: Depressie; Engels!
Samenvatting Probleem 2: Bipolaire stoornis; Engels!
All for this textbook (3)
Written for
Universiteit Antwerpen (UA)
Geneeskunde
Psychiatrie (2012GENGE1)
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
eryent
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1 – Psychopathologie (p. 18)
Psychiatrische ziekten
- Psychiatrische ziekten = ziekten met psychische klachten en symptomen die gepaard gaan
met lijdensdruk en/of sociaal disfunctioneren
- Psychiatrische en lichamelijke ziekten komen frequent gepaard voor en beïnvloeden elkaar.
Beide beïnvloed door genetische kwetsbaarheid en predisponerende
psycho(traumatische)ervaringen
- Syndroom = combinatie van lichamelijke en psychische klachten en symptomen zonder idee
over de etiologie
- Ziekte = samenhangend inzicht naar het syndroom, de pathogenese van de symptomen en
de etiologie (factoren die de ziekte op gang brengen/onderhouden)
- Psychiatrische stoornis = een stoornis in cognitieve, affectieve en/of conatieve functies
leidende tot subjectief lijden en/of problemen in het (sociaal) functioneren
o Grens tussen normaal en stoornis wordt bepaald door de cultuur en tijd
Diagnostiek en functie
- Groot belang van anamnese – hoe de patiënten hun ‘ziekten’ ervaren en hoe men tot de
ziekte gekomen is
- Indeling psychische functies (trias psychica) = status mentalis :
Cognitieve functies (‘denken’) Affectieve functies (‘voelen’) Conatieve functies
Bewustzijn, aandacht Stemming & affect (‘handelen’)
& oriëntatie Psychomotoriek
Intellectuele functies Motivatie & gedrag
(oordeelsvermogen, taal,
etc.)
Geheugen
Waarneming
Denken
Etiopathogenese
- Complexe interactie tussen predisponerende factoren (leidend tot een
disfunctie in de HPA-as), luxerende en onderhoudende factoren
- Materiewetenschappen = neurobiologie: objectief verklaren van de
ziekte o.b.v. fysiopathogenese, te behandelen met farmaca
o Somatisch = somatosensibiliteit, zintuigen, psychomotoriek
- Betekeniswetenschappen = psychologie: subjectief begrijpen van het
lijden o.b.v. psychopathogenese, te behandelen met psychotherapie
o Psychisch =
Aandacht en oriëntatie
Geheugen, oordeelsvermogen en denken
Emoties en motivatie
Gedrag
- Psychotherapie is gericht op zowel verlichting van symptomen en verbeteren van het
algemeen functioneren door reductie van de draaglast en verbeteren van de sociale
omgeving
1
, Hoofdstuk 2 – Diagnostiek en classificatie (p.28) – Het Psychiatrisch
onderzoek
Doel = classificatie, mogelijke etiopathogenese en vaststellen van ernst en gevolgen
1. Reden van komen – korte kadering van hulpvraag
2. Speciale anamnese – wie, komt met wat, waarom nu, naar hier?
Algemeen: Kaarten van de hoofdklacht
- Begin met open vragen naar klachten - Kwaliteit – wat is de aard, waarmee vergelijkbaar?
- Specifieke vragen na enige tijd – géén kruisverhoor - Lokalisatie – vnl. (onverklaarde) somatische klachten
- Stel patiënt op gemak en moedig aan om meer over - Chronologie – wanneer ontstaan, wanneer treden op,
moeilijke onderwerpen te vertellen (bv. zelfmoord) – beloop?
houd rekening met de relatie (bv. niet over misbruik in 1e - Kwantiteit – hoe ernstig op het moment en de
gesprek) afgelopen periode, invloed op functioneren
- Laat begrip en empathie blijken – erken emoties en vraag - Setting – onder welke omstandigheden
naar de aanleiding - Factoren van invloed – waardoor
- Let op emoties die de patiënt bij uzelf oproept verminderd/verergerd de klacht, e.v. behandelingen
en resultaat
- Begeleidende symptomen
Cave gebrek aan ziekte-inzicht! – belang heteroanamnese : zullen bepaalde symptomen niet
vermelden of kunnen zich de episoden niet herinneren – vragen hierop afstellen (e.v. afleiden uit
medicatie)
4. Sociale anamnese
- Eerste milieu = directe leefomgeving/woonsituatie
- Tweede milieu = werkomgeving of algemene omgeving
- Derde milieu = andere relevante personen in het leven/vrije tijd
- Zowel feitelijke situatie als ervaring door de patiënt – vaststellen van symptomen in
dagelijkse contact, e.v. oorzaken of gevolgen en het sociale steunsysteem
2
, 5. Psychiatrisch onderzoek – status mentalis
- Actief bevragen en onderzoeken van symptomen die passen bij verstoring van de psychische
functies kenmerkend voor bepaalde stoornissen
Eerste indruk:
- Uiterlijk (meerdere lagen, onverzorgd, vreemde juwelen)
- (oog)contact, houding (stil, ingezakt, continu bewegen)
- Klachtenpresentatie
- Gevoelens en reacties van de onderzoeker
TABEL 2.7 – indeling van psychische functies en symptomen P. 40
Trias psychica = Cognitief, affectieve en conatieve functies
Cognitieve functies (denken)
Bewustzijnsdaling – verminderd besef van Korte termijn geheugen
zichzelf en omgeving - Anterograde amnesie: vermogen om nieuwe
- Beperkt (somnolentie) tot subcomateus informatie te reproduceren
(delirium, alcohol) o Specifiek voor dementie en amnestische stoornis
- Objectief moeilijk waarneembaar – zal - Confabuleren: vervalsing met verzonnen feiten of
uiten in subjectieve kenmerken (sufheid, gebeurtenissen, invullen van leegtes (= onbewust,
afwezig) patiënt denkt dat hij antwoord geeft op de vraag)
- Specifiek – delier o O.a. dementie en amnestische stoornis
Aandacht
- Hypovigiliteit – verminderd vermogen om Lange termijn geheugen
aandacht op iets nieuws te richten en - Retrograad: kan oude herinneringen niet terug
voorwerp veranderen (= reactie op ophalen
stimuli vanuit omgeving) o Specifiek voor dementie en amnestische stoornis
- Hypotenaciteit – verminderd vermogen - Dissociatieve amnesie: onvermogen belangrijke
tot aandacht kunnen vasthouden (= persoonlijke ervaringen te herinneren, meestal
concentratie) psychotraumatische aard
Desoriëntatie Ziekte inzicht:
- vermogen om zichzelf te situeren in tijd, - Besef van lijden aan een stoornis, de oorzaak en de
ruimte en persoon (t.a.v. andere mensen noodzaak tot behandeling en dit te aanvaarden
en eigen persoon) - Verminderd bij ‘organische’ en psychotische
- Bv. Delier, dementie – testen MMSE stoornissen
Waarneming
- Zintuigelijk – zien, horen, ruiken, voelen, - Zelfwaarneming
tast o Derealisatie: subjectief ervaren van onaangenaam
- Waarneming gevoel/vervreemding of onwerkelijkheid in relatie
o Illusie: vervorming van een voorwerp van de patiënt t.o.v. de omgeving
(bv. schaduw anders zien), verkeerde o Depersonalisatie: subjectief ervaren van een
interpretatie van een visuele onaangenaam gevoel/vervreemding t.o.v. het
stimulus eigen lichaam
o Hallucinaties: in afwezigheid van een o Specifiek voor acute stressstoornis
stimulus (visueel, auditief of
somatisch)
o Misidentificatie: voor enkele
seconden iets verkeerd
zien/verkeerde interpretatie
o Visuele agnosie: wel objectief zien en
kunt beschrijven, maar object niet
herkent
o Tactiele astereognosie: op tast niet
kunnen herkennen
3
, Denken
Vorm = hoe gaat/uit het denken zich Inhoud = wat is er in wat de patiënt zelf denkt niet correct
- Neologisme: nieuwe woorden - Waan
verzonnen door de patiënt o Overtuiging die in strijd is met de
- Tangentialiteit: patiënt praat langs werkelijkheid en oncorrigeerbaar
het onderwerp van de vraag ondanks voldoende bewijs
(onbewust, komt niet tot het De overtuiging wordt door
antwoord) anderen als onjuist beschouwd
o Specifiek voor schizofrenie Sterke invloed op het denken,
- Ontsporing: beginnen met antwoord emoties en gedrag van de
maar verliezen de draad tot patiënt – volledig
uiteindelijk geen verband gepreoccupeerd met de
o Vnl. manische toestanden overtuiging
- Incoherentie: volledig ontbreken van Specifiek voor schizofrenie en
logisch of begrijpbare samenhang in waanstoornissen
het verhaal (hak op de tak springen) o CAVE – altijd in culturele context
o Specifiek voor schizofrenie plaatsen; soms onduidelijke grens tussen
- Gedachtevlucht: toegenomen aantal waan en gotische gedachten
gedachten met vermindering/verlies o Categorieën: achtervolging,
van doelgerichtheid. Alles versneld, betrekkingswaan, godsdienst,
maar wel enige samenhang – Focus grootheids, etc.
op de vraag ontbreekt - Overwaardige denkbeeld
- Verhoogd associatief: continu o Bepaalde gedachten die veel plek
irrelevante linken innemen waardoor de patiënt daarnaast
leggen/verspringen. Gesproken taal wordt verhinderd in het rationeel
wordt voortdurend onderbroken denken
door nieuwe associaties o Door patiënt zelf niet eigenaardig of
o Specifiek voor manie zinloos ervaren
o Niet gebaseerd op onjuiste of onlogische
veronderstellingen = géén waan of
hallucinatie
o Bv. opgeblazen zelfgevoel (bij manie)
o Overmatige schuld- of
insufficiëntiegevoel (bij depressie)
o Overmatige angst tot ziekte (bij
hypochondrie)
- Dwanggedachten (obsessies)
o Zich herhalende, egodystone (niet-eigen)
gedachten die zich tegen de wil
opdringen – zeer moeilijk onderbroken
o Vrijwel altijd beangstigend en vaak
seksueel of agressieve inhoud
o Specifiek voor OCD (dwangstoornis) – bv.
durven geen mes te gebruiken uit angst
dat ze iemand zouden neersteken
Affectieve functies (voelen)
Stemming = stabiel, algemeen gevoel dat dagen- Affect = gevoelsmatige status op moment zelf, kan
weken aanhoud per seconde verschillen. Schommelt omheen de
- Eufore stemming (overdreven opgewekt – stemming
bv. manie) - Labiel – abrupte wisselend, heel hoog en
- Depressieve stemming – continu down laag (ikv. Borderline, dementie)
voelen - Afgevlakt – geen schommeling
o Anhedonie: onvermogen om te (schizofrenie)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eryent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.