Theoretische Pedagogiek –
Artikelen
Keller & Lamm 2005
Er zijn twee soorten sociaal-culturele omgevingen:
- Independent (onafhankelijke) socialisatie doelen -> een individu is afgescheiden van
anderen, gericht op zichzelf en uniek -> komt vooral voor in westerse, stedelijke
gebieden
o Distal ouder strategieën hebben verschillende kenmerken:
Kinderen moeten leren om alleen te zijn en zo wordt afgescheidenheid
versterkt.
Het spelen met objecten
Face-to-face interactie en vocale interactie is vooral de
interpersoonlijke warmte
Versnelt de ontwikkeling van een gescheiden individu
- Interdependent (wederzijdse afhankelijkheid) socialisatie doelen -> een individu is
verbonden met anderen (vaak familie), empathisch, en is gericht op de rol en
hiërarchie van mensen -> komt vooral voor in plattelandse gebieden
o Proximal ouder strategieën hebben verschillende kenmerken:
Lichamelijk contact en stimulatie is van belang voor de warmte
Versnelt de ontwikkeling van sociale regulatie en meegaandheid
Maatschappijen hebben verschillende sociaal-culturele oriëntaties en daarom verschillende
percepties van ouderschap. Culturen veranderen over tijd. Deze socialisatie doelen kunnen
veranderen door economische, sociale en historische veranderingen. Sinds 1980 is er een
nieuwe fase van individualisatie ontstaan in Duitsland met verschillende kenmerken:
- Materialistisch
- Mobiliteit
- Uitbreiding van onderwijs
- Uitstellen van geboorte eerste kind
- Minder vaak trouwen
- Vaker scheiden
Deze kenmerken van individualisatie leiden tot meer onafhankelijkheid en dus tot nieuwe
ouderschapsstijlen, zoals distal en proximal. In dit onderzoek wordt gekeken of de toename
van het individualisme invloed heeft op de ouderschapsstijl van de onafhankelijke
socialisatie. Er zijn twee groepen met moeders:
- Groep 1: moeders in 1977/1978 -> voor de toename van individualisme
- Groep 2: moeders in 2000 -> na de toename van individualisme
Er zijn de volgende hypothesen vastgesteld:
- Moeders uit de tweede groep zullen meer contingente reacties vertonen op positieve
stimuli in de face-to-face context dan moeders uit de eerste groep
- Moeders uit de tweede groep zullen vaker met objecten spelen met hun baby dan de
moeders uit de eerste groep
- Moeders uit de tweede groep zullen minder warmte vertonen door nauw lichamelijk
contact dan de moeders uit de eerste groep
, - Moeders uit de tweede groep zullen minder warmte vertonen door gezichts-/vocale
expressie dan moeders uit de eerste groep
De resultaten van het onderzoek laten zien dat er significante verschillen zijn tussen de
groepen. De eerste groep laat meer kenmerken zien van de onafhankelijke strategie
(onvoorziene ervaringen, het spelen met objecten) en aan de andere kant ook minder
kenmerken van de wederzijdse afhankelijkheid strategie (lichamelijke warmte).
Gezichts- en vocale communicatie is toegenomen van groep 1 naar groep 2 -> moeders
uit de tweede groep keken vaker naar het kind, en lachten meer. Ook het gedrag van de
baby’s veranderde -> ze gingen steeds meer onafhankelijke kenmerken laten zien en dit
komt door de opvoedingsstijl van hun ouders. De moeders uit groep 2 ondersteunen zelf
ook steeds meer onafhankelijke kenmerken als je het vergelijkt met de moeders uit
groep 1.
Keller 2012
De ontwikkelingspaden worden beïnvloed door vroegere, als tegenwoordige invloeden. Dus
ontwikkeling is plastisch, maar ook continue. Twee verschillende modellen die verschillende
omgevingen beschrijven:
- Independence (onafhankelijkheid)
o Het individu is van belang, is gericht op zichzelf en is stabiel over de tijd
o Persoonlijke autonomie en afscheiding van anderen zijn basis kenmerken
o Komt vooral voor in een stedelijke (westerse) omgeving
- Interdependence (onderlinge afhankelijkheid)
o Het individu is een deel van een sociaal systeem (familie)
o Verbondenheid en heteronomie zijn basis kenmerken
o Komt vooral voor in een plattelandse (niet-westerse) omgeving
Deze twee verschillende modellen die in verschillende omgevingen voorkomen zorgen voor
verschillende ouderschapsstijlen. Deze zijn afhankelijk van de culturele activiteit in de
omgeving. De fysieke omgeving definieert de populatie parameters die de socio-
economische structuren vormgeven. Dit maakt verschillende culturele modellen die leiden
tot ouderschapsstijlen.
Het ouderschapsgedrag is aangeboren, maar wordt verder beïnvloed door de culturele
omgeving. Er zijn verschillende ouderschapsstijlen te onderscheiden:
- De ‘distal’ ouderschapsstijl, gebaseerd op de onafhankelijke omgeving
o Kinderen moeten onafhankelijk worden met zelfvertrouwen
o Het is belangrijk dat kinderen ook alleen zijn
o Verzorger en baby besteden veel tijd samen, waardoor ‘face-to-face’ contact
het belangrijkste communicatiemiddel is in de eerste maanden
o Het spelen met objecten zijn belangrijk
- De ‘proximal’ ouderschapsstijl, gebaseerd op de onderlinge afhankelijke omgeving
o Kinderen zijn afhankelijk van de omgeving en familie
o Kinderen moeten vanaf geboorte gecontroleerd worden
o Opvoeding is gericht op de ouders, omdat zij weten wat het beste is voor hun
kind
o Lichamelijk contact, zoals borstvoeding is van belang en baby’s zijn altijd
tegen het lichaam van een persoon, waardoor er weinig ‘face-to-face’ contact
is
, - De autonome en relationele ouderschapsstijl
o Verschillende combinaties van de bovenstaande kenmerken van
ouderschapsstijlen. Deze combinaties zijn kwantitatief of kwalitatief.
Tijdens het tweede levensjaar zijn er ontwikkelingsmijlpalen die bereikt worden:
- Zelfherkenning -> kinderen hebben een bepaald eigen beeld en weten wie ze zijn
- Sociale regulering -> het kind weet zich te houden aan sociale, soms ongeschreven
regels. Het wordt geuit door naleving van verzoeken, het uitstellen van acties en het
reguleren van de emoties.
Het onafhankelijke model van ouderschapsstijl zou zelfherkenning versnellen, terwijl het
model van wederzijdse afhankelijkheid de sociale regulering zou versnellen.
Tijdens het derde levensjaar ontwikkelt zich het autobiografisch geheugen -> is van belang
voor de ontwikkeling van het individu. Het ontstaat doordat kinderen op drie jarige leeftijd
dagelijkse gebeurtenissen beter onthouden, doordat het kind mee kan doen in conservaties
over de gebeurtenissen met o.a. ouders. De culturele omgeving zorgt voor verschillen in
wanneer dit autobiografische geheugen ontstaat. Vroeg autobiografisch geheugen is
gekenmerkt door specificiteit van herinneringen, emotionele uitgebreidheid en
zelfreferentie. Laat autobiografisch geheugen is gekenmerkt door herinnering die
emotioneel zonder uitdrukking zijn.
De verdere ontwikkeling van het individu van het kind is de ontwikkeling van de ‘theory of
mind’ -> kind moet weten dat het gedrag van mensen gebaseerd is op de mentale staat en
proces. Het kind moet begrijpen dat behoeften, overtuigingen en emoties verschillen per
persoon. Ook is het belangrijk dat kinderen het concept van ‘false beliefs’ moet begrijpen ->
hierbij gaat men na of iemand begrijpt dat iemand anders een verkeerde opvatting kan
hebben over de realiteit. Verschillende culturele omgevingen hebben verschillende ‘theory
of mind’. Zo zijn socio-economische aspecten van invloed. Bij een omgeving waar de ouders
veel praten over de mentale staat in dagelijkse gebeurtenissen, zal ‘theory of mind’ eerder
voorkomen bij kinderen.
Baumrind 2013
Het doel van dit artikel is om de betekenis van autoritatief ouderschap te normaliseren door
het ouderschap te bekijken vanaf de grondslag van de theoretische erfgoed en dan vooral de
confronterende controle.
Autoritatief ouderschap wordt gekenmerkt door een balans tussen veeleisendheid en
responsiviteit.
Het autoritatieve prototype gedefinieerd
Een ouderlijke autoriteit is een persoon die het recht heeft om zijn of haar nakomelingen te
benoemen voor gedragsalternatieven, omdat de ouderlijke autoriteit kennis en een
mogelijkheid heeft om te beschermen. Er worden aanvankelijk twee soorten
persoonlijkheden onderscheiden:
- Een autoritaire persoonlijkheid zou een restrictief, bestraffend, repressief en
dwingend persoon zijn.
- Een democratische persoonlijkheid zou een onvoorwaardelijke accepterende,
autonomie, ondersteunde en milde persoon zijn.
Er is geen persoonlijkheid die ertussen in lag. Daarom is de autoritatieve persoonlijkheid
ontworpen -> de ouder is responsief en veeleisend, confrontief en autonomie
ondersteunend en warm. Dit is dus permissief ouderschap (liefdevol en responsief) en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karlijnvanesch1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.