De toetsing van dit onderdeel bestaat uit een of meer online opdracht(en)/casus voor zowel
Internationale Economie als Europees Recht, waarbij bijna alle hulpmiddelen zijn
toegestaan.
De twee opdrachten voor Internationale economie dienen respectievelijk de vrijdag van
week 4 en week 8 vóór 17.00 uur te worden ingeleverd via Gradework.
De twee opdrachten voor EU-recht dienen respectievelijk de vrijdag van week 4 en week 8
vóór 17.00 uur te worden ingeleverd via GradeWork.
Voor wat betreft beide onderdelen (internationale economie en EU-recht) worden
afzonderlijke opdrachten/casus gegeven die de student dient te maken. De 2 opdrachten
van beide onderdelen leveren uiteindelijk één eindcijfer per onderdeel op. Er komt dus 1
cijfer voor EU-recht en 1 cijfer voor internationaal recht. Deze 2 eindcijfers voor beide
onderdelen dienen samen een eindcijfer groter of gelijk aan 5,5 te vormen om het vak
Internationale Economie & EU-recht te behalen.
Indien er geen eindresultaat van 5,5 of meer behaald wordt, dienen beide onderdelen
(internationale economie en EU-recht) opnieuw getoetst te worden.
,LES 1:
Internationale economie is een deelterrein van de economie en heeft drie onderwerpen:
- Internationale handel
In de studie van de uitwisseling van goederen en diensten over internationale
grenzen
- Monetaire theorie
In de studie van het monetaire systeem
- Internationaal kapitaalverkeer
Internationaal kapitaalverkeer
Elk bedrijf zal er alles aan doen om meer winst te maken. Elke sector probeert op dit
moment zoveel mogelijk uit de crisis te halen. Dit is een uitzonderlijke situatie.
De internationaal kapitaalverkeer wordt onderscheid gemaakt tussen buitenlandse
belegging en directe investeringen in het buitenland.
Buitenlandse beleggingen zijn bedoeld om inkomen te verdienen (rente, dividend) of het
vermogen te vergroten via koerswinsten.
- Transacties in aandelen met als doel de zeggenschap in een buitenlandse
onderneming te verwerven
- Investeringen in buitenlandse onroerend goed als huizen, kantoren, fabrieken.
- De onderlinge leningen binnen een concern
Ondernemingen die in het buitenland investeren, nomen we multinationals (of MNO’s)
Motieven om in het buitenland te investeren:
- De aanwezigheid van bodemschatten
- De toevoer van tropische grondstoffen veilig te stellen
- Lagere transportkosten/dichter bij afzetgebied
- Omzeilen van invoerheffingen
- Verminderen van kosten en belastingen
o Nederland groot doorvoerland
Actualiteit
- China loopt voorop
, o Amerika niet blij mee. Zij proberen er alles aan te doen om China in zwart
daglicht te zetten.
- Globalisering of mondialisering (proces waarbij de vervlechting tussen gebieden en
samenlevingen op aarde toeneemt.
- De wereld wordt ‘kleiner’ door tijd-ruimtecompressie (proces waarbij tijd en ruimte
in elkaar worden gedrukt) → vervlechting → Global village
- Mondiaal netwerk van bedrijven en bedrijfsonderdelen
- Transporttechnologie (gevolgen= toename uitwisseling van goederen en groei van de
wereldhandel)
o Reistijden sterk verlaagd
o Reiskosten verlaagd
o Infrastructuur
- Informatie en communicatietechnologie (gevolg= aandelenbeurzen onmiddellijk op
elkaar reageren)
- Handelsgrenzen verdwijnen (gevolg= bevordering globaliseringen)
- Mainport Rotterdam: internationale draaischijf
o Door coronacrisis ligt het stil
o Rotterdam goed verbonden met economische achterland
Optimale locatie
- Arbeidsmarkt (loon- en opleidingsniveau)
- Ligging/bereikbaarheid
- Groeiende afzetmarkt
- Politieke stabiliteit
- Gunstige vestigingsvoorwaarden
o Mogelijkheid tot subsidie van overheid (Bij bijvoorbeeld grote werkeloosheid)
Transitielanden
Transitielanden: land in de overgang naar markteconomie
Bedrijfsverplaatsing: naar lage lonen-gebieden in Oost-Europa
Arbeidsmigratie naar West-Europa waar de lonen hoger zijn en er meer werk is.
Heden: Oost-Europa nu bij de E.U. daardoor hoger lonen. Minder drang om hier te gaan
werken. Fabrieken verhuizen naar oost-europa.
, Vluchtelingen
De vluchtelingen zijn voor 100% welkom in Nederland. Enkele andere landen laten alleen
bepaalde beroepen binnen + humanitaire redenen.
Ondersteund door:
- Informatie- en transporttechnologie
- Beperkingen handelsbelemmeringen gevolg van:
o WTO/EU
o Instorten Sowjetunie
o China tot WTO
Als de consument een product uit Nederland wilt dient zij daar ook toe te betalen. Dit is de
afweging van Trump. De consument bepaald.
‘Think Global’
- De verwevenheid tussen gebieden neemt toe door productieketen
o Champagne uit champagne gebied
o Italiaanse ham met Nederlandse varkens
- Loonniveau
- Geschooldheid
o ICT door automatisering product
- Nabijafzetmarkt
o Transport kosten
Groei productie en export
Prijsontwikkeling
Niemand neemt grondstoffen meer af, omdat er niks
wordt verkocht (bijvoorbeeld: olie overschot en te
weinig afzet (prijs -€40,-).
Ruilvoetverlechtering= is het prijsverschil tussen de
grondstoffen en de industrieproducten. De perifere
landen hebben hier het meeste last van, doordat zij
grondstoffen en eindproducten importeren. China
heeft veel schulden van de Afrikaanse landen
overgenomen.
Energie
Minder vraag naar energie, doordat het zelf opgewekt kan worden. De energieprijs is erg
wisselt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimadams. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.