Orthopedagogiek samenvatting, alle tentamenstof + les over trauma
22 views 0 purchase
Course
Orthopedagogiek
Institution
Hogeschool Leiden (HSL)
Book
Als opvoeden niet vanzelf gaat
In deze samenvatting is alle tentamenstof te vinden uit het boek 'als opvoeden niet vanzelf gaat', inclusief de les over trauma en de richtlijnen over jeugdhulp.
Les 1: de orthopedagogische bril Hoofdstuk 1 & Hoofdstuk 3.4
Hoofdstuk 1: wat is othopedagogiek?
Ortho: recht maken dat krom is
Pedagogiek: opvoedkunde
De orthopedagogiek houdt zich bezig met opvoedingsproblemen (door bijvoorbeeld
psychische stoornissen vanuit de psychiatrie) en ziet deze als een opvoedingsopdracht.
De pedagogiek richt zich op de normale opvoeding, terwijl de orthopedagogiek zich juist
richt op de opvoeding die speciaal moet worden aangepast aan de behoeften van het
kind. De orthopedagogiek bestudeert dus een specifieke groep en de pedagogiek de
opvoedingswerkelijkheid.
De orthopedagogiek richt zich niet alleen op het beschrijven en verklaren, maar ook op
veranderen en het terugdringen van problemen. Er wordt niet alleen gekeken naar het
kind, maar vooral naar problemen bij het opvoeden. Er wordt ernaar gestreven om een
stagerende ontwikkeling weer op gang te brengen en een gezin en omgeving voldoende
handvatten te bieden om de opvoeding weer aan te kunnen. -> herstel van de gewone
opvoeding.
Opvoedingsimpasse: als opvoeden niet vanzelf gaat en de opvoeding van een kind
stageneert. Iedereen doet wat hij kan, maar je komt niet verder. Er ontstaat
handelingsverlegenheid = niet meer weten wat te doen.
Doordat opvoeding zich afspeelt in samenhang met culturele en ecologische factoren, is
het moeilijk om een eindpunt te bepalen. Er is geen algemeen geldende norm voor.
J.F.W. Kok
= opvoeden is een wezenlijk aspect van het menselijk bestaan, waarmee mensen het
humane voortbestaan mogelijk maken. Wat als opvoeden wordt beschouwd hang af van
factoren zoals, tijdsgeest, cultuur of wetenschappelijke opvattingen. Mensen worden
geboren met een startpakket als bagage met ontwikkelingsmogelijkheden die tot uiting
komen in de interactie met de omgeving = het ontwikkelen van eigenheid.
Definitie opvoeden volgens Kok: het in relatie staan van opvoeder en opvoedeling,
waarin de opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn presenteert, een
klimaat schept dat persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo hanteert dat deze
optimale kansen bieden voor zelfontplooiing. Opvoeden is een proces waarin opvoeder en
kind actief participeren.
Na WO2: van opvoedingsdoel naar kwaliteit opvoedingsrelatie
Uitgangspunten Kok:
, 1. Kind en opvoeder nemen deel aan het opvoedproces = wederzijdse beinvloeding.
Er is sprake van een dynamisch proces, waarin het kind zich ontwikkelt en de
opvoeder opvoedt. Het kind ontwikkelt zich vanuit een innerlijke drang en de
opvoeder ontwikkelt zich door in te spelen op het kind en zijn
opvoedingsbehoeften. Het proces veranderd voortdurend, afhankelijk van de
ontwikkelingsfase van het kind en de groei van de opvoeders daarin.
2. Dagelijkse invloed is belangrijk. Opvoeden gaat niet alleen om doelgerichte en
bewuste pedagogische handelingen, die leiden tot een ontwikkeling bij een kind.
Het draait meer om de sfeer en de leefwijze van de opvoeder, waarbij complexere
zaken een rol spelen, zoals de vorming van identiteit en de zin van het bestaan, in
plaats van conditioneringspricipes.
kindperspectief. Kind ontwikkelt steeds meer.
Ouderperspectief. Opvoedinvloed steeds kleiner.
3. Het doel van opvoeden is het optimaliseren van het proces van opvoeden, de
opvoedingsrelatie, het opvoedingsklimaat en van de opvoedingssituaties waarin
kinderen zich ontwikkelen. Het proces verloopt beter als er kansen/mogelijkheid
tot ontplooiing wordt geboden en opvoeders sensitief en responsief reageren op
dat wat het kind nodig heeft. De relatie is de basis van het opvoedingsproces.
Zonder relatie is opvoeden niet mogelijk.
4. Met ontwikkelingsproblemen stelt een kind een specifieke opvoedvraag =
orthopedagogische vraagstelling. Het gaat er niet om wat het kind heeft, maar
welke vraag hij daarmee stelt. We moeten de vraag van het kind verstaan om de
essentie van zijn gedrag te begrijpen. Gedragsproblemen vragen om
ondersteuning/specifiek opvoeden. Als dezelfde vraag steeds terugkomt, spreken
we van orthopedagogiek.
4 paradigma’s = theorie waarbinnen onderzoe k verklaart kan worden
1. Individueel theoretisch: het probleem van het kind zoeken bij het kind zelf. Het
probleem wordt toegeschreven aan een kenmerk van het kind.
2. Interactioneel theoretisch: het probleem van het kind wordt verklaart vanuit een
relatie met een ander, meestal met de opvoeder. Het probleem wordt bepaald
door een oordeel van de omgeving.
3. Systeemtheoretisch: het probleem wordt verklaart vanuit het systeem waar het
kind in zit, meestal het gezin. Het probleem wordt gezien als consequentie van de
eisen van een (pedagogisch) systeem.
4. Maatschappijtheoretisch: de oorzaak van het probleem van het kind ligt bij de
maatschappij. Het probleem is een product van de samenleving.
Problematische Opvoedings Situatie (POS)
= situatie tussen ouders en kind, die als nagenoeg perspectiefloos ervaren wordt en
waarbij men er niet meer in slaagt om die situatie perspectiefbiedend te maken zonder
hulp van buitenaf. We spreken van een POS als:
, 1. Het kind heeft een specifieke vraag
2. De opvoeder zoekt naar een betekenis achter het gedrag van het kind en probeert
daar een pedagogisch antwoord op te geven.
3. De situatie wordt gekenmerkt door handelingsverlegenheid bij opvoeders, waarbij
ook personen uit de omgeving invloed hebben op de opvoeding.
Bij een POS hoeft dus niet altijd sprake te zijn van ontwikkelingsproblemen. Een POS:
1. Komt voor langere tijd voor
2. Hoort niet bij een bepaalde levensfase
3. Komt op alle terreinen voor
Kritiek op de huidige beschrijving van een POS
Rispens: we moeten terug naar de oude definitie van POS, namelijk een kind met
ontwikkelingsproblemen. Dan kun je objectiever kijken en daar richt de orthopedagogiek
zich op. De huidige beschrijving van POS is te veel gebaseerd op een subjectieve
beleving en is daardoor moeilijk grijpbaar.
Van Acker: geen enkel opvoedingsproces verloopt probleemloos. Een POS wordt te
willekeurig en subjectief bepaald. We moeten naar een orthopedagogiek waarin het
geloof in ontwikkelingsmogelijkheden de kern vormt. Het gaat dan niet meer om een POS
of een impasse, maar een ontwikkelingskans.
Hoofdstuk 3.4: de orthopedagogische theorie van Kok
De theorie van Kok is op alle kinderen met ontwikkelingsproblemen van toepassing. Zijn
theorie is empirisch = opgebouwd vanuit ervaringen. Hij gaat ervan uit dat kinderen met
een problematische ontwikkeling in hun gedrag vragen om een aangepaste manier van
opvoeden. Aan de hand hiervan heeft Kok vraagstellingstypen opgesteld om de vraag
achter het gedrag van het kind te kunnen verstaan en hierop te kunnen inspelen.
Volgens Kok moet de orthopedagogiek zich bezig houden met specifiek opvoeden,
waarbij het specifieke wordt bepaald door overaccentueringen in de opvoeding, zodat een
kind de kans krijgt om zich te ontwikkelen en zijn eigenheid te ontplooiien.
Een kind ontwikkelt zich binnen een opvoedingsrelatie. Het kind ontwikkelt zich en de
ouder voedt op. Het kind lokt in zijn gedrag en houding reactie van de opvoeder uit, waar
hij op in moet spelen. De opvoeder zorgt voor voorwaarden waarin het kind kan
opgroeien. Ontwikkeling en opvoeden staan dus in relatie met elkaar.
De ontwikkeling van een kind bestaat uit 2 aspecten die de kans geven om eigenheid te
ontwikkelen:
1. Affectieve aspect: het gevoelsleven, affectieve relaties met mensen en het gevoel
ergens bij te horen. Dit is belangrijk om een gevoel van veiligheid te laten
ontstaan. Het kind moet op dit gebied kunnen ontdekken en fouten durven
maken.
2. Cognitieve aspect: het leren kennen en begrijpen van de wereld. De wereld
bestaat uit verschillende structuren; ruimtelijke, sociale, tijdsstructuren en
, structuren in taal. Een kind maakt een ordening van de dingen om hem heen,
waardoor een patroon ontstaat. Door waar te nemen, te ondergaan, te
onderzoeken en te ordenenen leert een kind de wereld kennen, om er vervolgens
aan deel te nemen en er zelf vorm aan te geven.
De aangeboren aanleg van een kind geeft grenzen aan de mogelijkheid om zich te
ontwikkelen. De aanleg en de ontplooiien tot eigenheid noemt Kok het kindperspectief.
Het kind ontwikkelt zich primair in de relatie met de opvoeder. De opvoeder geeft deze
relatie vorm via het scheppen van een pedagogisch klimaat (materieel en immaterieel)
en door situaties in het dagelijks leven op een manier te hanteren zodat hij de
ontwikkeling van het kind ondersteund.
Problemen in de opvoeding/vragen van het kind kunnen zich voordoen op 2
ontwikkelingsgebieden met elk 2 bijbehorende vraagstellingstypen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 2001madelief. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.