Actietremor= Tremor die bestaat tijdens inspanning van een spier
Ademhaling bewegingsapparaat= Neus, mond
Adjuvante chemotherapie= Chemotherapie na de operatie
Afferent= Invoerend
Agonist= Het samentrekken van de spier die hoort bij de aangeslagen pees (extensie= m.
quadriceps)
Akinesie= Moeite met starten, volhouden of stoppen van een beweging
Alveolaire druk= de druk in de longblaasjes
AMV (Ademminuutvolume)= f x Vt
= de hoeveelheid lucht die je in een minuut in en uitademt
= In rust 6 L/min, bij inspanning toename tot 50 L/min (of meer)
Anatomische dode ruimte= het stelsel naar de gaswisseling toe, er vindt zelf nog geen
gaswisseling plaats
Aneurysma= Een plaatselijke verwijding of uitstulping van een bloedvat
Ankerfilamenten= zitten in de lymfecapillair en hebben verbinding met de collageen
weefsels (steunweefsel)
Annulair= Tumor beweegt zich over het ronde vormige wand, probleem is als het gaat
zwellen en vermeerderen sluit dat het lumen van de buis af. (risico op obstructie)
Antagonist= Relaxatie van de spier die een tegengestelde functie heeft van de agonist
(extensie= m. hamstrings)
aPAV= Asymptomische perifere vaatlijden
= Er zijn geen duidelijke symptomen
Apnoe= Afwezigheid van ademhaling
Apoptose= Afbraak van cellen
Astma= Problemen met de toevoer van lucht naar de luchtwegen
Basaalcelcarcinoom= Schilfering en roodheid
= Dieper gelegen in de huid
= Destructief voor de omgeving
= Zaait niet uit
Benigne= Een goedaardige tumor
Beschrijvend onderzoek= Om kenmerken van populatie te beschrijven, Wat- vraag, Hoe
vaak-vraag
Beschrijvende statistiek= Bedoeld om getallen te ordenen om een groot aantal getallen
samen te vatten
Blefarospasme= dichtknijpen van de oogleden
Blocked training/organisatie= Een training waarbij de focus ligt op 1 specifieke oefening
en daar x (10) aantal HH.
Borstvlies= vlies aan de binnenkant van de borstholte
Bovenste luchtwegen= neus, mond en keelholte
Bradykinesie= Vertraagde uitvoering van bewegingen
Bradypnoe= langzame ademhaling (< 10 p/m)
Bullae= grote open holte in de longen, progressie tot microscopisch niveau.Ontstaat door
roken
Candidiasis= wit/gele uitslag door puffs
= Het is een schimmel in de mond
Carcinoom= tumor dat ontstaat uit epitheliale cellen
= Plaveiselcarcinoom (plaveiselcellen) & adenocarcinoom (klierweefsel)
Carcinoom in situ / pre-invasief carcinoom= Een voorstadium van een carcinoom
Centraal motorisch neuron (CMN)= Sturen PMN aan en bevinden zich in het primaire
motorische cortex (M1)
, Centrale verlamming/Spastische parese= een spier niet goed bewogen kan worden, maar
tegelijkertijd een hoge reflexreactie heeft
= de spier wel reflexmatig weerstand bieden,
willekeurige motoriek is gestoord
Centrum tendineum= Peesplaat, middendeel van het diafragma
= Hiervan uit lopen spiervezels naar de WVK, onderste ribben en
onderste punt van het sternum
Cheyne stokes= Neurologische aandoening of bij iemand die op sterven ligt, snelle
ademhaling afwisselend met een afwezige ademhaling
Chronische bronchitis= Chronische ontstekingsproces met schade aan cellen
Cisterna chili= een plekje in een lymfevat dat verwijt is, dit is het begin van de ductus
thoracicus
Clonus= trilling. geproduceerd door een verhoogde spiertonus
= is een repeterende reflex waarbij het antwoord op de voorafgaande spierrekking
de prikkel vormt voor de volgende.
Claudicatio intermittens= Vaatvernauwing in de benen, ontstaat door slagaderverkalking.
Herkenbaar door etalagebenen.
Collateraal sprouting= functie wordt overgenomen door dichtstbijzijnde neuronen
Collaterale ventilatie= D.m.v de poriën van Kohn, wordt er lucht verplaatst van de ene
alveoli naar de andere alveoli
Colloïd-osmotische druk= Gaat van het weefsel naar het capillair, zowel in het bloedvat als
in het weefsel is een colloïd-osmotische druk
= Veroorzaakt door eiwitten
Compensatie strategie= Als je automatische motoriek niet meer werkt, ga je over op de
cortex, namelijk de cognitieve automatische motoriek.
= Compenseren met bewuste motoriek, dit stimuleer je d.m.v. que’s
Compliantie= Rekbaarheid van de alveoli/longen, elastische eigenschappen van de longen
= P= dV/dP
Contragewicht= Gewicht die ervoor zorgt dat je in balans blijft.
= Massa verplaatst naar L → contragewicht zorgt ervoor dat er massa naar
R gaat en dat het LZP in het steunvlak blijft
Contralateraal= Reflex reactie treed aan de kant van de pikkel op maar ook aan de andere
kant met een tegenovergestelde reactie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vlangenberg99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.42. You're not tied to anything after your purchase.