Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Haagse Hogeschool (HHS)
Mens En Techniek | Bewegingstechnologie
Fysiologie
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
VeraKlootwijk
Reviews received
Content preview
Samenvatting anatomie en fysiologie
Hoofdstuk 1
Alle levende wezens verrichten de volgende basale functies:
Reactievermogen
Groei
Voortplanting
Beweging
Stofwisseling
Anatomie en fysiologie
Anatomie is de studie van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke relaties tussen
lichaamsdelen
Fysiologie is de studie van de manier waarop levende organismen hun vitale functies verrichten
Celfysiologie omvat gebeurtenissen op chemisch of moleculair niveau
Orgaanfysiologie is het bestuderen van de fysiologie van bepaalde organen (nierfysiologie)
Systeemfysiologie is het bestuderen van alle aspecten van het functioneren van specifieke
orgaanstelsels
Organisatieniveaus
Chemisch niveau: atomen verbinden zich met elkaar tot moleculen met een complexe vorm
Celniveau: verschillende moleculen vertonen interactie, waardoor er grotere structuren
ontstaan
Weefselniveau: een weefsel bestaat uit cellen van hetzelfde type die samenwerken om een
specifieke functie uit te voeren
Orgaanniveau: een orgaan bestaat uit twee of meer verschillende weefsels die samenwerken
om een specifieke functie uit te voeren
Orgaanstelselniveau: organen werken samen in orgaanstelsels
Organismeniveau: alle organische stelsels in het lichaam werken samen om het leven en de
gezondheid in stand te houden
Homeostase:
Onder homeostase wordt het bestaan van een stabiel intern milieu verstaan
Om te overleven, moet elk organismen homeostase handhaven
Homeostatische regulering omvat meestal: een besturingscentrum ( ontvangt informatie van
de receptor en verwerkt), een receptor (gevoelig voor prikkels) en een effector (reageert op
signalen uit het besturingssysteem)
Hoofdstuk 2
Chemische bindingen:
Ionbinding= chemische bindingen die ontstaan door de chemische aantrekkingskracht tussen
anionen(- ion) en kationen (+ ion)
Een andere manier waarop atomen hun buitenste elektronenschil kunnen opvullen, is door
elektronen met andere atomen te delen (=covalente binding)
Waterstofbruggen= de aantrekking tussen een geringe positieve lading op het waterstofatoom
van een polaire covalente binding en een geringe negatieve lading op een zuurstof- of
stikstofatoom van een andere polaire covalente binding
Waterstofbruggen zijn te zwak om moleculen te vormen, maar ze kunnen de vormen van
moleculen veranderen of moleculen bij elkaar trekken
,Basale energetische begrippen:
De 2 belangrijke vormen van energie zijn kinetische energie en potentiele energie
Kinetische energie: bewegingsenergie --> het is nodig om arbeid te verrichten
Potentiele energie: opgeslagen energie --> energie wordt omgezet in kinetische energie als er
arbeid wordt verricht. Het rendement is nooit 100% omdat er warmte bij vrij komt
Typen reacties:
Afbraakreacties: moleculen worden tot kleinere fragmenten afgebroken
AB--> A + B
Synthesereacties: het tegenovergestelde van afbraak
A + B--> AB
Condensatie: de vorming van een complex molecuul onder afsplitsing van water
A-B-C-H + HO-D-E --> A-B-C-D-E + H20
Anabolisme: de synthese van nieuwe verbindingen in het lichaam
Uitwisselingsreacties: onderdelen van de moleculen die aan de reactie deelnemen opnieuw
gerangschikt
AB+ CD --> AD+ CB
Omkeerbare reacties: reacties die ook omgekeerd kunnen worden geschreven
A+ B <--> AB
Enzymen:
Enzymen= versnellen reacties om het leven te ondersteunen
Enzymen behoren tot de katalysatoren
Katalysatoren zijn verbindingen die chemische reacties mogelijk maken en daarbij zelf
ongewijzigd blijven
Enzymen versnellen chemische reacties door de benodigde activeringsenergie te verlagen
Exotherme reacties: als de hoeveelheid energie die vrijkomt groter is dan de activeringsenergie
die nodig is om de reactie te beginnen
Koolhydraten:
Koolhydraten zijn een van de vier belangrijkste groepen organische verbindingen
Alle organische verbindingen bevatten de elementen koolstof en waterstof en meestal ook
zuurstof
Een koolhydraat is een organisch molecuul dat koolstof, waterstof en zuurstof bevat in een
verhouding van ongeveer 1:2:1
De belangrijkste rol van koolhydraten is energie leveren
De drie belangrijkste soorten koolhydraten zijn: monosachariden, disachariden en
polysachariden
Vetten:
Vetten bevatten eveneens koolstof, waterstof en zuurstof, maar ze bevatten relatief minder
koolstof dan koolhydraten
De verhouding van koolstof: waterstof: zuurstof niet 1:2:1
Vetten kunnen kleine hoeveelheden van andere elementen bevatten
Vetten vormen een essentiële bouwstof voor alle cellen. Bovendien zijn vetafzettingen
belangrijk als energiereserve
Fosfolipiden:
Fosfolipiden bestaan uit glycerol en twee vetzuren die via een fosfaatgroep aan een niet-
lipidegroep zijn gekoppeld
Het niet-lipidegedeelte van een fosfolipide is oplosbar in water, terwijl het vetzuurgedeelte
betrekkelijk onoplosbaar is
, Eiwitten:
Het menselijk lichaam bevat veel verschillende eiwitten, die circa 20 procent van het
lichaamsgewicht vormen
Alle eiwitten bevatten koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof
Kleinere hoeveelheden zwavel en fosfor kunnen eveneens aanwezig zijn
Eiwitfuncties:
1. Stevigheid
2. Beweging
3. Transport
4. Buffering
5. Regulering stofwisseling
6. Coördinatie en regeling
7. Verdediging
Enzymfuncties:
Bijna alles wat in het menselijk lichaam gebeurt, vindt plaats doordat dit door een specifiek
enzym mogelijk wordt gemaakt
Voordat het enzym als katalysator kan werken moet het substraat zich eerst aan speciaal
gebied van het enzym binden (=actieve centrum)
Elk enzym werkt het best bij een optimale temperatuur en pH
ATP:
De chemische energie uit glucose wordt gebruikt bij de vorming van ATP.
Een ATP-molecuul bestaat uit 3 fosfaatgroepen. Wanneer de derde fosfaatgroep van ATP
wordt afgesplitst, ontstaat ADP en komt de chemische energie uit de bindingen beschikbaar.
Deze energie kan weer worden benut bij levensprocessen.
Het ADP-molecuul en de fosfaatgroep zijn dan weer beschikbaar om de energie uit dissimilatie
tijdelijk vast te leggen
ADP+ fosfaatgroep+ energie <--> ATP+ H2O
Biochemische bouwstenen:
Elke cel gedraagt zich als een miniatuurorganisme en reageert op in- en uitwendige prikkels
Eiwitten vormen een intern ondersteunend netwerk en werken als enzymen voor het
versnellen en reguleren van de chemische reacties waarmee de homeostase wordt
gehandhaafd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VeraKlootwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.