KT2401 - Spierskeletsysteem en Biomechanica 2 (Aantekeningen)
31 views 0 purchase
Course
KT2401
Institution
Technische Universiteit Delft (TU Delft)
Dit is een uitwerking van (bijna) alle colleges van het vak KT2401 - Spierskeletsysteem en Biomechanica 2. De colleges die niet behandeld zijn, zijn de technische biomechanische colleges, waarbij het meer draait om begrip en oefenen dan theorie leren.
De colleges die wel worden behandeld zijn d...
Botten in de hand (29 inclusief radius en ulna):
Carpalia (8), twee rijen (proximaal en distaal)
Metacarpalia (5), genummerd
Phalangen (14), drie in elke vinger en twee in de duim
Sesambot in de flexorpees van de duim
De n. ulnaris loopt mediaal, de n. radialis lateraal.
Bij flexie van de knie rolt het femur naar achteren en glijdt het femur naar voren.
Conformiteit: hoe goed de gewrichtsdelen op elkaar passen (hoe conformer, hoe stabieler).
Constrained: hoe erg het kapsel de kop omvat (vs. non constrained).
Conform vs. niet-conform Constrained vs. non-constrained
3
,KT2401 - Spierskeletsysteem en Biomechanica 2
Spierinsufficiëntie:
Actief: onvoldoende mogelijkheid om te strekken
Passief: onvoldoende mogelijkheid om te verkorten
Pronatie: draaiing van de hand tegen de klok in.
Supinatie: draaiing hand met de klok mee.
De subscapularis is de enige spier van de rotator cuff die anterior aanhecht en dus zorgt voor
endorotatie. Alle rotator cuff spieren hebben hun origo op de scapula.
De fibula maakt het enkelgewricht meer constrained (maakt deel uit van het gewricht).
Het mediale collaterale ligament van de knie voorkomt valgus (X-benen).
De laterale meniscus van de knie is beweeglijker dan de mediale meniscus.
N. peroneus communis letsel veroorzaakt een klapvoet (en zwakte bij de afzet).
Hoorcollege 3 - Weekthema 1 “Het gezwollen gewricht”
Zwellingen kunnen periarticulair zijn:
Contusie (kneuzing)
Bursitis (slijmbeursontsteking)
Maar zwellingen kunnen ook intra-articulair zijn:
Hydrops: waterig exsudaat
Helder → reactief
Leukocyten → inflammatoire artritis
Pus/bacteriën → septische artritis
Haemarthros: bloed in het gewricht (acuut, breuk door gewricht)
Gewrichtsklachten kunnen intrinsiek zijn, wat inhoudt dat de pijn in het gewricht wordt
gegenereerd, maar ze kunnen ook extrinsiek zijn, waarbij de oorzaak ergens anders ligt, maar de pijn
gevoeld wordt ter hoogte van het gewricht.
Bij degeneratieve aandoeningen spelen beide vormen van celdood (necrose en apoptose/autolyse)
een rol. Deze aandoeningen hangen samen met een verouderingsproces (voorbeeld: artrose).
4
, KT2401 - Spierskeletsysteem en Biomechanica 2
Bij idiopatische/primaire/degeneratieve aandoeningen is er geen bekende oorzaak. Bij secundaire
aandoeningen is dit wel zo en kan het post-traumatisch, inflammatoir of iatrogeen (door arts) zijn.
Focaal kraakbeendefect: gezond kraakbeen met gat door trauma/slijtage/osteochondritis dissecans.
Behandelingen hiervan zijn:
Chondroplasie
Marrow stimulation met microfracturing (kleine gaatjes maken in het bot zodat beenmerg
vrijkomt)
Osteochondraal transplantatie
Celtherapie (vaak bij jongeren)
De menisci van de knie verhogen stabiliteit en schokabsorptie en ze verdelen de belasting over
onderliggend kraakbeen en bot. Meniscuslaesies kunnen acuut/traumatisch optreden (vaak bij
jonge/actieve patiënten, waarbij hechten of resectie nodig is) of degeneratief (vaak bij oudere
patiënten, geleidelijk ontstane krachten, moet behouden worden om kraakbeen te beschermen).
De doorbloeding van het kniegewricht is niet ruim, waardoor osteonecrose en sclerosering kan
optreden.
FICAT classificatie voor osteonecrose (röntgenfoto’s):
I Normale foto
IIa Subchondrale sclerose, cystes en MRI
IIb Crescent teken (subchondrale fractuur)
III Subchondrale collaps, femurkop depressie
IV Femurkop collaps
Hoorcollege 4 - Artrose
Disability-adjusted life years (DALY’s) nemen sterk af door artrose.
De prevalentie van artrose neemt sterk toe door de toenemende prevalentie van obesitas en door
de vergrijzing.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ehemelsbuijsman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.