Staats- en administratief recht, gegeven door Rudi Lecoutre
Zijn er kaders versprongen, zijn er andere problemen met de opmaak of bij vragen, stuur gerust een berichtje :)
- Privaatrecht: deel van het recht dat bepaalt op welke wijze particulieren zich tegenover elkaar verhouden
(burgerlijk recht, gerechtelijk (privaat)recht…)
- Publiekrecht: deel van het recht dat bepaalt hoe de overheid functioneert en ook de relatie vastlegt tussen
overheid en burgers (grondwet, administratie recht…)
Grondwet (opgesteld in 1831) is het geheel van fundamentele rechtsregels die:
1. Werking en de organisatie van de instellingen bepalen (bv. parlement, regering, rechtbanken…)
2. Verhouding bepalen tussen de instellingen en de burgers
3. Verhouding bepalen tussen de instellingen onderling
Wijziging enkel d.m.v. naleving (strenge) specifieke procedureregels. (om te vermijden/verhinderen dat de grondwet
zomaar gewijzigd kan worden)
HOOFDSTUK 2: KENMERKEN VAN BELGISCHE STAAT
Kenmerken van ons staatsbestel:
- scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke, zij controleren elkaar)
- monarchie (koning is staatshoofd, beperkt persoonlijke macht) (Salische wet: wordt overgeërfd van vader op zoon
(≠ dochter!), koning Boudewijn heeft gefixt (door dit aan te passen) dat ook vrouwen aan het hoofd kunnen staan.)
- representatieve en parlementaire democratie
o representatieve democratie: regeringsvorm waarbij de bevolking een aantal vertegenwoordigers kiest die
het bestuur uitvoeren (via verkiezingen van parlementsleden)
o parlementaire democratie: regering is niet verkozen, controle door het verkozen parlement
- rechtsstaat
o gezagdragers dienen het recht te respecteren
o beslissingen worden genomen door meerderheid
o rechten en vrijheden respecteren
o geschillen via de (onafhankelijke) rechtbank
Europese Commissie daagt Polen voor de rechter wegens schending van rechtsstaat.
De Europese Commissie klaagt Polen aan bij het Europese Hof van Justitie vanwege de gedwongen pensionering
van opperrechters. De Commissie ziet dit als een bedreiging van de onafhankelijkheid van de rechtspraak en wil
dat het Hof de rechts-nationalistische regering in Warschau tot de orde roept.
HOOFDSTUK 3: BELANGRIJKE EVOLUTIES
(6 staatshervormingen)
België heeft 4 - Nederlandse taalgebied: Vlaamse provincies
taalgebieden - Franse taalgebied: Wallonië
- Duitse taalgebied: na WOI 1919 gebied gelegen aan Luik ontnomen van Duitsland en
toegevoegd aan België
- Tweetalig gebied Brussel hoofdstad
(dus ook Arabisch, Japans…)
Vrijheid van
taalgebruik voor elke → in 1830 werd Frans aanzien als algemene voertaal. Nederlands was voor het
burger algemene volk. In 1860 proces in Charleroi: 2 Vlamingen Coocke en Goethals die
werden daar beticht en zijn daar ter dood veroordeeld, dat proces was in het Frans
gevoerd en ze wisten niet waarvan ze beschuldigd zijn geworden. Dat was de basis van
heel veel onvrede bij Vlaamse mensen
Overheidsinstellingen, rechtbanken, relaties tussen werkgever en werknemer en het onderwijs hebben een
opgelegd taalgebruik → ook in de rechtbank: als ik Spaans praat, dan moeten ze op zoek gaan naar een Spaanse
1
, tolk.
Evolutie België is van een federalistisch centraal land (centraal bestuurt vanuit Brussel)
geëvolueerd naar een federaal land waarbij heel wat machten en bevoegdheden naar
gewesten en gemeenschappen zijn gegaan
Faciliteitengemeenten ‘faciliteit’ geldt alleen ten voordele van een persoon en niet van toepassing op de
overheidsinstanties.
Faciliteiten betekent dat iemand van een ander taalregime kan vragen in de gemeente
waar hij woonachtig is om in zijn of haar taal bedient te worden (waar er de faciliteiten
zijn).
Brussel 19 19 gemeentes die samen Brussel vormen
“België is een federale Staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.”
- De gemeenschappen: - De gewesten: (economische aangelegenheden)
o Vlaamse gemeenschap o Vlaams gewest
o Franse gemeenschap o Waals gewest → Alle Waalse provincies +
o Duitstalige gemeenschap Duitstalige gemeenten
o Brussels Hoofdstedelijk gewest
‘nachtwakersstaat’ naar ‘verzorgingsstaat’
nachtwakersstaat (l’Etat taak overheid wordt beperkt tot bescherming van personele en goederen van die
gendarme): persoon
verzorgingsstaat (l’Etat nachtwakersstaat aangevuld met sociale voorzieningen om iedereen en menswaardig
providence): leven te leiden. Bv. ziekte- en invaliditeitsverzekering, werkloosheidsuitkering,
pensioen…
Internationale rechtsorde en - organisaties
- Verenigde Naties
- Europese Unie
- Raad van Europa
Gevolg: invloed van normen die op internationaal niveau worden uitgevaardigd
HOOFDSTUK 4: HIËRARCHIE VAN DE RECHTSNORMEN
Verschillende instanties hebben bevoegdheid om rechtsregels te maken, die normen staan in hiërarchische
verhouding tot elkaar (= rangorde)
1. Grondwet en de internationale normen (bv. internationaal klimaatverdrag)
2. Wetgevende akten: wetten, decreten, ordonnanties
a. Wetten: op federaal niveau
b. Decreten: op niveau Vlaanderen/Wallonië
c. Ordonnanties: op niveau van Brussel
3. Uitvoeringsbesluiten (KB’s, besluiten Gem-/Gew-reg.)
4. Provinciale verordeningen
5. Gemeentelijke verordeningen
Rechter beroept zich op de hiërarchie
- past de hoogste rechtsnorm toe bij conflict
- Laagste rechtsnorm wordt buiten beschouwing gelaten
- Soms tegenstrijdige lagere norm (laten) vernietigen
Internationale norm voor zoveel directe werking
DEEL 2: FEDERALE OVERHEID
2
,HOOFDSTUK 1: WETGEVENDE MACHT
Wetgevende macht bestaat uit 3 takken:
1. Kamer van volksvertegenwoordigers (hier wordt de macht effectief uitgeoefend)
2. Senaat
3. Koning
Essentiële kenmerken van de verkiezingen (GW)
- stemrecht en verkiesbaar vanaf 18 jaar. De stemming is ook verplicht en geleid.
- elke kiezer heeft 1 stem (algemeen, enkelvoudig stemrecht)
- opkomstplicht en geheime stemming
- evenredige vertegenwoordiging
o dus niet zoals in Amerika “the winner takes it all”, de partijen worden vertegenwoordigd evenredig met de
stemmen
- indeling kieskringen
o provinciale kieskringen: per provincie 1 kieskring
o bv. vroegere kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde → Nu kieskring Vlaams Brabant + kieskring Brussel
- (rechtsgeldige) lijsten bevatten (op één na) evenveel mannen als vrouwen
Kamer van - 150 parlementsleden die in - Bevoegdheden:
volksvertegen- verschillende kieskringen a. Maken van wetten
woordigers worden verkozen (hier is b. Goedkeuren internationale verdragen
wel een kiesdrempel van c. Controle uitvoerde macht
5%) d. Parlementaire onderzoekscommissies
- Waar de macht wordt e. Wijziging van de Grondwet
uitgevoerd - Verplichte bicamerale aangelegenheden (art. 77 GW)
o Wetten die statuut regelen van de Gem. & Gew.
Senaat 60 senatoren
o Wetten op de financiering van politieke partijen
- 50 deelstaatsenatoren = wetten goedgekeurd worden door Kamer en
(aangewezen door en uit Senaat
de Parl. Gew. En Gem.) - Optioneel bicamerale aangelegenheden (art. 78 GW)
- 10 gecoöpteerde senatoren evocatierecht: Senaat kan wet bespreken en wijzigingen
aangewezen door de voorstellen, Kamer beslist uiteindelijk
deelstaatsenatoren - Residuair (= overgrote deel) valt volledig onder de
monocamerale bevoegdheid van de Kamer
Koning - Initiatiefrecht (praktijk: regering):
o Voor de ondertekening: voorontwerpen
o Na de ondertekening: wetsontwerpen
- Amenderingsrecht (samen met de regering) = voorstellen tot wijziging
- Bekrachtigt de wetten = verklaart zich akkoord met de door het parlement aangenomen
tekst (De koning moet neutraal zijn, dus in de praktijk moet hij akkoord zijn met alle
wetsvoorstellen)
Abortuswet 1990? Koning Boudewijn wilde dit niet ondertekenen, dus ze hebben de
Koning voor 1 dag (of 2 dagen?) afgezet (“hij was in de onmogelijkheid om te regeren”) en
zo hebben ze de wet toch door een vervanger kunnen laten ondertekenen en de wet is
doorgekomen.
Middelen controle Uitvoerende Macht:
- interpellatierecht: parlementslid geeft kritiek op het beleid van minister/regering, waarop minister/regering dient te
antwoorden.
- vertrouwensstemming: goedkeuren/verwerpen van een motie van vertrouwen
o als die wordt goedgekeurd, mag de regering gewoon verder doen
o als die wordt verworpen, moet de regering opstappen
- goedkeuren van de begroting: jaarlijkse goedkeuring indien niet goedgekeurd, regering geen geld.
3
, Parlementaire onderzoekscommissie: beperkt aantal parlementsleden, doel:
- Problemen in de maatschappij te onderzoeken
- Oplossingen voor te stellen
- Tekortkomingen aan te wijzen
→ niet bevoegd om iemand te beschuldigen of te veroordelen
Werkwijze van de wetgevende macht
Initiatief - Koning: wetsontwerp
- Parlementsleden: wetsvoorstel
Behandeling in het 3 scenario’s:
parlement door de - Kamer is alleen bevoegd
commissie en plenaire - Kamer en senaat zijn gelijk bevoegd
vergadering - Senaat heeft evocatierecht
Goedkeuring van een - Meerderheid leden moeten aanwezig zijn (quorum)
wet in geval - Meerderheid van de uitgebrachte stemmen moeten ja-stemmen zijn
Bekrachtiging handeling van de koning, wetgevende macht, die zich akkoord verklaart met de door
de kamer(s) aangenomen tekst
Afkondiging handeling van de koning, uitvoerende macht, bestaan van de wet bevestigd en beveelt
ten uitvoer wordt gelegd
Bekendmaking behandeling van de koning, uitvoerende macht, wet bekendgemaakt wordt in het BS
Bijzondere gevallen:
- bijzondere/communautaire meerderheid (art. 4 GW), in de gevallen die GW bepaalt:
o meerderheid leden van elke taalgroep moet aanwezig zijn
o meerderheid van de uitgebrachte stemmen in elke taalgroep (van elke kamer) moet een ja-stem zijn
o totaal van de ja-stemmen moet 2/3 van de uitgebrachte stemmen bereiken
o bijzondere meerderheidswetten, bijzondere wetten, communautaire wetten – staan tussen de Grondwet
en de gewone wetgevende akten in de hiërarchie van de rechtsnormen
- alarmbelprocedure
o motie ¾ taalgroep = alarmbel op een wetsontwerp of -voorstel
o schorsing wetgevende procedure
o ministerraad bespreekt probleem en verleent advies of stelt wijziging voor, binnen de 30 dagen
o Kamer of Senaat spreekt zich uit over het advies/wijziging van de ministerraad = schorsing van de
procedure wordt daarmee stopgezet
→ geen toepassing bij begrotingswetten en bijzondere meerderheidswetten & slechts 1x
toepasbaar/taalgroep
Werkwijze wetgever als Grondwetgevende macht
1. Eerste fase: de herzieningsverklaring
De koning, de Kamer en de Senaat duiden de artikelen van de GW aan die in aanmerking komen voor herziening
– bekendmaking BS – ontbinding
2. Tweede fase: parlementsverkiezing
3. Derde fase: wijziging van de Grondwet d.m.v. de grondwettelijke meerderheid
o Minstens 2/3 van de leden zijn aanwezig
o Minstens 2/3 van de stemmen moeten een ja-stem zijn
Parlementaire immuniteiten
- Onverantwoordelijkheid: geen vervolging voor uitgebrachte mening/stem in uitoefening parlementaire functie
- Onschendbaarheid: geen aanhouding of voor een rechtbank gebracht worden, behoudens opheffing door
meerderheid
- Uitzondering:
o Betrapping op heterdaad
o Onschendbaarheid belet het onderzoek niet
HOOFDSTUK 2: UITVOERENDE MACHT
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LotteVors. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.55. You're not tied to anything after your purchase.