100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Psychopathologie kind en jeugdige - Hoorcolleges $4.59   Add to cart

Class notes

Psychopathologie kind en jeugdige - Hoorcolleges

 20 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn de college aantekeningen van het vak "Psychopathologie kind en jeugdige" uit het tweede jaar van de bachelor Pedagogische Wetenschappen. Het bevat de colleges 1 t/m 7.

Preview 4 out of 46  pages

  • January 30, 2021
  • 46
  • 2019/2020
  • Class notes
  • L. batstra
  • All classes
avatar-seller
Psychopathologie kind en jeugdige
College 1 - ADHD

Wat is psychopathologie?
Abnormaliteit definiëren op basis van:
- Statistische afwijking
o We nemen bijvoorbeeld de vijf drukste mensen en die noemen we abnormaal
als je het hebt over ADHD.
o Infrequentie
o Symptoomlijstjes
o Nadelen:
 Zeldzaam gedrag hoeft geen probleem te zijn -> omstandereffect ->
niet veel mensen bieden hulp als er ook veel andere mensen toekijken
bij een misdrijf
 Context blijft buiten beschouwing -> kind kan ook druk doen, omdat
het te weinig slaapt of kind kan gedragsproblemen vertonen omdat hij
op school overvraagd wordt.
- Mate van impairment
o Interferentie met schools en sociaal functioneren
o Criterium ingevoerd door Big Al -> voorzitter DSM-4
o Zolang jij goed functioneert mag er niet over een stoornis gesproken worden
o Nadelen:
 Geen objectieve criteria
 Niet altijd zichtbaar -> bijvoorbeeld suïcide plannen die compleet als
verassing komt
- Psychologische distress/ongelukkigheid
o Somber, geagiteerd, piekeren, paniek, frustatie, boosheid, etc.
o Nadelen:
 Kinderen kunnen distress niet altijd verwoorden (kinderen hebben
bijvoorbeeld buikpijn als ze zich psychisch niet goed voelen)
 Gedragsproblemen gaan niet altijd samen met ervaren distress (ze
hebben er zelf geen last van)
- Culturele afwijkingen
o Maatschappelijke normen en waarden overtreden
o Nadelen:
 Deze normen variëren per cultuur -> bv. in westen krijgen kinderen
een eigen bed waar ze in slapen, terwijl in andere culturen ze bij
ouders of broertjes of zusjes slapen. Ook is klei eten tijdens
zwangerschap in sommige culturen heel normaal en in het westen
niet. DSM is internationaal, staat boven de culturen.
- Rigiditeit/inflexibiliteit
o Terugkerende inflexibele gedachten en gedragingen in bijna alle situaties
o Mensen zijn star en zijn niet in staat hun gedrag aan te passen in verschillende
omstandigheden
o Nadelen:

,  Rigiditeit en inflexibiliteit zijn vage en moeilijk te operationaliseren
termen
 Al te flexibel is ook niet gezond (bij kinderen die veel in pleeggezinnen
zitten, maken zich zo klein mogelijk en passen zich aan)
o Bijvoorbeeld aanklampen ouders is soms wel en vaak niet functioneel
o Overmatig aanpassingsvermogen zie je soms bij verwaarloosde kinderen ->
geen eigen identiteit

Big Al: ‘I have read dozens of definitions of mental disorders (and helped to write one) and I
can’t say that any have the slightest value whatever’.

Definitie psychopathologie / stoornis in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental
Disorders (DSM)
- Medisch model: pathologie in het individu
- Onderliggende psycho-biologische disfunctie
- Normale reacties op abnormale situaties geen disorder, maar hoe maak je dat
onderscheid? Hier is geen ruimte voor in de DSM

Depressie (vijf van de negen)
- Depressief of prikkelbaar
- Verlies van interesse
- Gewichtstoename of gewichtsafname
- Toename van eetlust of afname van eetlust
- Te veel slapen of te weinig slapen
- Psychomotore agitatie of juist sloomheid
- Concentratieproblemen
Beperkingen in het schoolse/werk gerelateerde en sociale functioneren -> impairment
criterium
Opvalt is dat het steeds het extreme is. Je moet er tussenin vallen wil je niet in aanmerking
komen.

Attention Deficit Hyperactivity Disorder
- Aandachtsproblemen (zes van de negen)
o Heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden
o Wordt vaak gemakkelijk afgeleid door externe prikkels
o Lijkt vaak niet te luisteren als zij/hij direct aangesproken wordt
- Impulsiviteit en hyperactiviteit (zes van de negen)
o Gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vragen afgemaakt zijn
o Heeft vaak moeite op zijn/haar beurt te wachten
o Beweegt vaak onrustig met handen of voeten
o Is vaak ‘in de weer’ of ‘draaft maar door’
Voor het 12e levensjaar.
Op twee of meer terreinen.
Interfereert met het sociale en schoolse functioneren.
Dit is echter rekbaar.
Opvalt dat er veel het woord ‘vaak’ in staat. Maar wat is vaak? Hangt af van de
beoordelaar.

,De definities in de DSM zijn rekbaar
- Je kunt ze streng of breed beoordelen
- De criteria wordt tegenwoordig breed beoordeeld
- Er komen steeds meer stoornissen bij -> nu ongeveer 400 stoornissen
Hoe ontstaan DSM classificaties?
- BOGSAT = Bunge of guys sitting around a table -> deze mensen stemmen welke
stoornissen er in de DSM moeten worden opgenomen. Ze maken de beslissing op
basis van hun expertise, maar ook wat er op dat moment in de samenleving speelt.
o Bijvoorbeeld homoseksualiteit. Stond vroeger altijd in de DSM. Het waren
geen wetenschappelijke bevindingen, maar protesterende mensen die ervoor
zorgen dat homoseksualiteit uit de DSM werd gehaald. Vanaf dat moment
mocht homoseksualiteit in de samenleving.
- DSM is handboek van omgekeerde etiquette
o In DSM staan dingen die wij als samenleving niet graag willen zien in de
samenleving
- Wordt sociaal wenselijk gedrag niet verward met gezondheid?
- Steeds meer gedragingen en emoties als stoornis in de DSM -> Er worden steeds
meer gedragingen als stoornis beschouwd. Het begon met 100 stoornissen en nu zijn
er al 400 stoornissen.
Voordelen DSM
- Communicatie over categorieën mogelijk
o We weten wereldwijd waar we het over hebben. Doorverwijzen gaat ook
beter.
- Onderzoek naar oorzakelijke factoren van omschreven stoornissen mogelijk
o Onderzoek naar achterliggende oorzaken. Goed definiëren.
- Onderzoek naar effecten van verschillende behandelmethoden mogelijk
Nadelen DSM
- Onduidelijk onderscheid tussen verschillende categorieën: veel comorbiditeit
o Angst, depressie lijken op elkaar en komen samen vaak voor
- Onduidelijk onderscheid normaal vs gestoord
o Het onderscheid is onduidelijk en subjectief
- Niet iedereen past in een hokje
o Je hebt een paar symptomen van angst, depressie en autisme, maar je komt
niet in aanmerking voor de diagnose, maar je hebt er wel veel last van.
- Niet onafhankelijk
o Verstrengeling tussen kennis en macht -> 70% van de taakgroep van de DSM-
5 heeft banden met de farmaceutische industrie
o Farmaceutische bedrijven (jaarlijks inkomen van ca. 500 miljard -> veel geld
gaat naar het onder de aandacht brengen van stoornissen). Ze hebben veel
macht door zoveel geld. Ze gaan soms te ver om het medicijn aan de man te
brengen. Soms geven ze ook geld aan de BOGAT voor onderzoek.
 Brengen websites in de lucht en sponsoren websites
 Sponsoren patiëntenverenigingen
 Sponsoren expert meetings
 Sponsoren experts die aan de DSM werken
 Sponsoren experts die aan richtlijnen werken
 Sponsoren wetenschappers voor onderzoek

,  Betalen wetenschappers voor “voorlichting”
 Publiceren zelf onderzoek naar hun producten
 Betalen veel geld voor advertenties in wetenschappelijke tijdschriften
en op websites
- Reïficatie: filosofie & psychiatrie
o Realisme/essentialisme: DSM classificaties komen overeen met een in de
natuur bestaande ordening -> we hebben de stoornissen ontdekt
o Nominalisme: DSM classificaties zijn mensenwerk en dus arbitrair en
kunstmatig -> we hebben de stoornissen gemaakt
o Pragmatisme: ‘Waar is wat werkt’ -> we hebben de stoornissen gemaakt op
basis van wat we zien
o Reïficatie in de psychiatrie is:
 Iets abstracts wordt iets concreets
 Een kunstmatige soort wordt een natuurlijke soort
= Kunstmatige door mensen bedachte DSM categorieën worden gezien als
door de natuur gegeven ziektebeelden
o Gevolgen van reïficatie in de psychiatrie
 Overwaardering DSM-classificaties
 Schijnverklaring -> ‘Ik ben zo druk en loop vast op mijn werk
want ik heb ADHD’. Dat is geen goede manier van verklaren.
ADHD is alleen een naam, geen oorzaak.
 DBC, PGB, rugzakje
 Neiging tot cirkelredeneringen
 Kinderen met ASS hebben meer sociale problemen. Er wordt
gedaan alsof ASS huist in het kind. Kinderen met de diagnose
ASS worden onderzocht en vergeleken met kinderen zonder
ASS. Maar deze kinderen hebben per definitie meer sociale
problemen. Het is logisch dat je meer sociale problemen vindt
bij kinderen met ASS.
 Namen van categorieën aanzien voor oorzaken van ongewenste
emoties/gedragingen

Misvatting 1: ADHD veroorzaakt hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratieproblemen
- Naming versus Explaining
o Naam wordt verward met de verklaring voor dat gedrag.
- Hij is druk en ongeconcentreerd en dat noemen we ADHD (goed). Dan kijken
waardoor dat gedrag komt.
- Hij is druk en ongeconcentreerd door zijn ADHD (dit is fout)
- Druk zijn kan door andere dingen komen, zoals te weinig slaap, overvraging,
ondervraging.
- ADHD veroorzaakt die gedragingen niet, ADHD = die gedraingen.
- ADHD = een naam, een definitie
ADHD is een naam, een definitie.
Menselijke beslissingen -> hersenonderzoek
Misvatting 2: Mensen met ADHD hebben afwijkende hersenen (kleinere hersendelen,
minder dopamine)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karlijnvanesch1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76462 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59  1x  sold
  • (0)
  Add to cart