Samenvatting Media-economie
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 2
1. Media-economie in het nieuws.........................................................................................................................2
2. Media-economie?.............................................................................................................................................2
Deel 1: Content media................................................................................................................................... 2
1. Economische karakteristieken vd media...........................................................................................................2
1.1 Karakteristieken van mediagoederen: micro-economie – uitganspunten................................................2
1.2. Karakteristieken van mediagoederen.......................................................................................................3
1.3 Media-economie is gronding afwijkend.....................................................................................................6
1.4 Gevolgen voor mediamarkt........................................................................................................................7
3. Mediawaardeketen...........................................................................................................................................7
3.1 Van interne naar externe waardeketen.....................................................................................................8
3.2 Interne waardeketen ve mediabedrijf........................................................................................................8
4. Mediaconcentratie............................................................................................................................................9
4.1 Mediaconcentratie belangrijk thema.........................................................................................................9
4.2 Mediaconcentratie: feiten en tendenzen.................................................................................................11
4.2 Mediaconcentratie in Vlaanderen............................................................................................................15
5. Tweezijdige markten.......................................................................................................................................18
5.1 Two-sided markets en platformen...........................................................................................................18
5.2 Markt 1: de eindgebruiker........................................................................................................................19
5.3 Markt 2: de adverteerder/advertentiemarkt...........................................................................................19
6. Mediasectoren................................................................................................................................................22
6.1 Printmarkt.................................................................................................................................................22
6.2 Televisiemarkt..........................................................................................................................................28
Deel 2: Connectivity Media.......................................................................................................................... 33
1. De Nieuwe Media-Economie...........................................................................................................................33
1.1 Nieuwe media...........................................................................................................................................33
1.1 Netwerkeconomie en platformeconomie................................................................................................36
6.3 Samenvattend: economische karakteristieken van nieuwe mediagoederen (Varian & Shapiro)...........39
2. Platformisering en inkomstenmodellen..........................................................................................................39
2.1 Platformisering.........................................................................................................................................39
2.2 Nieuwe inkomstenmodellen....................................................................................................................41
2.3 Samenvattend: Platformen en hun inkomstenmodellen.........................................................................45
1
,Inleiding
1. Media-economie in het nieuws
Veel concentratie de laatste decennia => convergentie, bv AT&T neemt zender over – Telenet neemt De
Vijver over, Proximus die Mobile Vikings overneemt
Komst Netflix: zeer populair (niet verwacht door Vlaamse media) => ‘We moeten een Vlaamse
Netflix maken => Telenet (als vijand van) met VTM => Streamz
Platformstrijd door platformisering => business model gaat niet meer om content maar om data
(privacy, wie is de eigenaar,..)
Economische modellen bepalen het resultaat van iets
o bv journalistiek: men betaalt voor een advertentie door te klikken: Click-Through rate (huidig
financieringsmodel) => clickbait
Mediawereld neemt heel onze fysieke omgeving over
o bv AirBnb weet niks over hotels; Uber weet niks over taxi’s – ze weten hoe een platform te
maken => het zijn mediabedrijven
2. Media-economie?
Is economie vd media = economie van meubelen, auto’s,..?
o algemene termen (bv productie, consumptie, marktequilibrium) maar ook specifieke & met
afwijkend karakter van mediagoederen
o wij zij nauwelijks gedreven door nut voor de media => factoren met andere karakteristieken
(bv impact op maatschappij, politiek,..) => daarom media-economie
Waarom media-economie?
o media- en cultuurproducten hebben zeer specifieke en afwijkende economische
karakteristieken; ze handelen vaak ander dan de economische theorie
de mens is nauwelijks gedreven door nut voor media- en cultuurproducten factoren
hebben andere karakterstieken
+ we stellen andere vragen (politiek, ethiek,..)
o virtuele, symbolische laag vd economie wint sterk aan belang (bv Uber, Netflix)
Waarom focus op marktstructuren?
o structuren tussen perfecte concurrentie – monopolie belangrijk, maar ook andere dimensies
(bv, diversiteit, regionaal/nationaal)
o ingrijpende verschuivingen: horizontaal, verticaal en diagonaal
Deel 1: Content media
1. Economische karakteristieken vd media
1.1 Karakteristieken van mediagoederen: micro-economie – uitganspunten
Producent Consument
- productiekosten - nut vh product
- opportuniteitskost (alternatieven, bv hek - opportuniteitskost (nut): ‘waar geven we
of fiets (materiaal) ons geld aan uit?’
- #? hoeveel bied ik aan - #? hoeveel vraag ik (& ben ik bereid om te
geven
Marginale kost = kosten vd produceren van 1 extra goed (kopiekosten) (schaalvoordelen)
o niet altijd gelijk: fiets: kost zeer hoog (materiaal) – film: kost zeer laag
efficiëntie van (extra) produceren marginale kost (en vice versa)
2
, o bv: #mensen mee met de vuilkar
1: zeer traag (hoge kosten)
2: sneller, efficiëntie
4: minder zinvol, maakt het niet zoveel meer efficiënt
Economische termen
V = vraag
A = aanbod
E = marktequilibrium
Marktpunt = van wanneer er winst wordt
geproduceerd
Aanbod daalt: E verschuift – vraag stijgt
Vraag daalt: E verschuift – aanbod stijgt
Neo-klassieke uitgangspunten
o goederen: private goederen, schaars (producent/consument kan niet alles
produceren/consumeren er moeten keuzes gemaakt worden)
o aanbod: maximaliseren vd winst, wet van afnemende meeropbrengst
o vraag: maximaliseren vd nut, rationele keuze
o prijs (reflectie van opportuniteitskost, nut, productiekost,..): belangrijkste informatiedrager,
equilibrium tussen vraag en aanbod
1.2. Karakteristieken van mediagoederen
a) Aard van mediagoederen
Er wordt informatie verhandeld; maar informatie is een proces en wat is de eenheid, is als de lucht
rondom ons
Publieke goederen
o niet-rivaliserend: mijn consumptie vermindert niet de beschikbaarheid voor anderen, bv brood
vs liedje
o niet-exclusief: moeilijk om niet-betalers uit te sluiten, bv etentje vs informatie
free-rider probleem: niet betalen voor iets, gratis profiteren
- leidt tot een economisch probleem het worden publieke goederen (van overheid,
geen business model). Bv vuurtorens zijn een publiek goed: licht is info, iedere schipper
heeft deze informatie nodig, maar: of de schipper nu betaalt of niet, dat maakt geen
verschil op het resultaat
geen schaarste, dus geen
economische logica?
Bron van marktfalen: inefficiënte allocatie van goederen door proces vraag en aanbod in de vrije
markt => overheidsingrijpen
3
, Of is er toch (enige) schaarste?
o vaak initiële schaarste, bv 1e sec, min, dag van uitgave/info, nog geen verspreiding – bv
vroeger: Financiële Economische Tijd moest je kopen om over de beurzen te weten = initiële
schaarste
o Schaarste creëren! (wijsmaken dat er schaarste is, daarom kunnen we van media economie
spreken)
bundelen met materiële, private goederen
toegang beperken, bv je moet een abonnement aanschaffen
‘houdbaarheid’ beperken: bv nieuws van vandaag wil je ‘nu’ weten => onderhandeling
over de regering niet erg als je een week niet mee bent, maar toch zijn ze ingepland
dagelijks nieuws weten, belangrijk is – bv: je wilt mee praten over de nieuwe film
opdelen/fragmenteren van consumentenmarkt: genres, voorkeuren moeilijker om
informatie te delen tragere verdeling
Indien dat niet (volledig) lukt: gratis/zeer goedkoop weggeven om andere inkomsten te verkrijgen
o 2e product vd media-industrie: eyeballs
Externaliteiten of externe effecten
o kenmerken
effecten die de koper-verkoper relatie en transactie overstijgen
zijn niet mee inbegrepen in de prijs vh goed
belangrijk bij mediagoederen
o voorbeelden
positieve effecten: sociale cohesie, burgerschap, emancipatie,..
negatieve effecten, apatgie, geweld, overconsumptie, vergiftiging vd mensen op
productieplek
o gevolgen
externe effecten zijn ook een belangrijke bron van marktfalen: omdat niet alle kosten in
prijs vervat
internaliseren van deze effecten dmv regulering, fiscale maatregelen, subsidies,..
probleem voor de maatschappij/overheid (niet voor bedrijven)
b) Aard vh aanbod
Media heeft een prototypisch, artisanaal, R&D karakter (research and development)
o altijd innovatie in mediaproductie
o elk nieuw mediagoed is een prototype (elk prototype is innovatie)
o belang van activiteiten als ideegeneratie, marktonderzoek, creatieve activiteiten en scoping en
bij elkaar brengen van creatief talent en uitwerking van ideeën, omgaan met onverwachte
gebeurtenissen
o hoge kosten gerelateerd aan preproductie en productie van 1 e kopie
Relatie tussen ontwikkelingskosten en reproductiekosten is atypisch
o ontwikkelingskost is zeer hoog in vgl met reproductiekost
o marginale kost om consument te bereiken is zeer laag (kost om 1 e consument te bereiken is wel
hoog)
Gevolgen
o schaalvoordelen (economies of scale = voordelen tov concurrentie) => concentratie. Het is
gunstig om groter te worden & alle activiteiten binnen 1 bedrijf te hebben
o eventueel opnieuw marktfalen: door grote concentratie (want geen concurrentie meer, dus
geen efficiënte werking)
Belang van selectie, packaging en distributie
o hoge kost om idee uit te werken
o selectie van ideeën is crucialer dan generatie van ideeën: meest kansrijke eruit halen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dw_vub. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.97. You're not tied to anything after your purchase.