Dit zijn de verdiepende vragen met antwoorden die horen bij de problemen 1 t/m 3 van het blok 3.4 Affective disorder. Deze vragen omvat 80% van de tentamenstof.
Verdiepende vragen en uitwerkingen – 3.4 Affective
Disorder
Probleem 1 – Depressie part 1
Vignet 1 – What is depression?
What are the two core symptoms of depression?
De twee kernsymptomen zijn sombere stemming en verlies van interesse en plezier.
Zodra deze twee symptomen aanwezig zijn, moet men bewust zijn van een mogelijke depressie
What is the difference between a clinical depression from being a little depressed?
Het verschil tussen een klinische depressie en een ‘kleine’ depressie hangt af van de duur, de intensiteit en het
functioneren.
Duur – Zodra de depressieve symptomen langer aanhouden dan 2 weken, kan het een klinische depressie
zijn. Anders kan het een tijdelijke sombere stemming zijn
Intensiteit – Zodra de intensiteit van de sombere stemming niet in verhouding staat met de oorzaak, kan
dit een klinische depressie zijn. Wanneer niet bekend is waarom de sombere stemming aanwezig is.
Functioneren – Zodra het dagelijks functioneren aangetast worden door de depressieve symptomen, zal dit
eerder een klinische depressie zijn.
What is the difference between persistent depressive disorder and major depression?
Major depressive disorder/depressive episode bevat symptomen zoals depressief gevoel, verlies interesse en
plezier en verminderde energie. Dit kan gecategoriseerd worden als mild, matig of ernstig.
Dysthymia/persistent depressive disorder is een aanhoudende of chronische vorm van een milde depressie. De
symptomen van dysthymia zijn vergelijkbaar met die van een depressieve episode, maar is minder intens en
langer.
What can you tell about the prevalence of major depression? Think of males vs. females, depression vs.
other diseases, The Netherlands (western countries) vs. other parts of the world, economic burden.
Mannen vs. vrouwen – Depressie komt vaker voor bij vrouwen (5.1%) dan bij mannen (3.6%)
Algemene bevolking – 4.4% van de globale bevolking heeft last van een ernstige depressieve stoornis
Landen – Een depressie is veel te zien in Zuid-Oost Azië en Western Pasific. Dit kan komen door de hoge
populatie. In Afrika komt depressie ook vaak voor, en dan voornamelijk bij vrouwen
SES: Depressie komt 80% meer voor bij mensen met een laag tot gemiddeld inkomen
Vignet 2 – Psychological treatment of depression
Abrahamson
What is a negativity bias and how does it work?
Zodra iemand een negatieve gebeurtenis heeft meegemaakt, krijgt iemand volgens Beck’s theorie een
negatieve kijk op de ‘zelf’, de wereld en de toekomst. De focus ligt op negatieve dingen en alles wat iemand
ervaart wordt negatief geïnterpreteerd.
What is the main difference between the theory of Abrahamson and Beck?
Er is 1 groot verschil tussen de twee theorieën. Voor dit verschil wordt er onderscheid gemaakt tussen
cognitieve processen en cognitieve producten. Cognitieve processen zijn de cognitieve operaties zoals ophalen
en encoding. Cognitieve producten zijn het eindresultaat van de informatieverwerking operaties en bevat
cognities en gedachten van het individu. In de hopelessness theory, inferenties over oorzaak, gevolg en de zelf
zijn voorbeelden van cognitieve producten.
Volgens de hopelessness theory verschillen depressieve en niet-depressieve cognitie in content, maar niet in
proces. Beck’s theory daarentegen benadrukt dat depressieve en niet-depressieve cognitie zowel verschillen in
content als proces. Volgens Beck is het inferentie proces ‘schema-driven’ bij depressieve mensen en ‘data-
,driven’ bij niet-depressieve mensen. Beck zegt dat depressieve individuen positieve situationele informatie
negeren en voornamelijk beïnvloed worden door negatieve situationele informatie door het maken van
negatieve inferenties.
Cuijpers et al. 1
What can you say about the successfulness of CBT?
CBT is effectief, maar wordt overschat door wachtlijst controlegroepen. En er moet gelet worden op
publication bias.
Cuijpers et al. 2
What are common factors in all psychotherapies that at least partly determine the successfulness of the
therapy?
Er is bewijs voor de volgende 3 componenten:
Band tussen therapeut en patiënt
Overeenkomst over het doel van therapie
Overeenkomst over de taken van therapie
Vignet 3 – Somatic treatment of depression
Undurraga
What do we know about SSRI’s? How do they work, when, why and to who do we give them?
SSRI staat voor Selective Serotonin Reuptake Inhibitors. Depressieve mensen hebben te weinig serotonine in de
hersenen. SSRI zorgt voor het remmen van de heropname van serotonine. Dit zorgt ervoor dat de serotonine
langer actief blijft in de hersenen. SSRI wordt voornamelijk gegeven aan mensen met een depressieve stoornis.
SSRI heeft een lage drop-out rate en is niet gevoelig voor overdosis, wat het veilig maakt voor mensen met
suïcidaliteit.
What do we know about TCA’s? How do they work, when, why and to who do we give them?
TCA staat voor Tricyclic antidepressants TCA helpt bij het behoud van norepinefrine en serotonine. Daarnaast
blokkeert TCA het effect van histamine.
Think of different types patients (inpatients vs outpatients, patients in remissision vs. acutely depressed
patients) and ask the question which type of medication would you prefer and why?
SSRI is minder gevoelig voor overdosis en suïcidaliteit dan TCA en heeft mindere drop-out. TCA wordt gegeven
aan inpatients, omdat gecontroleerd kan worden of ze hun medicatie nemen. SSRI wordt gegeven aan
outpatients en patiënten die acuut behandeld moeten worden.
Mutz
What type of brain stimulation methods are there and how can they be distinguished in terms of working
mechanism and successfulness? Think about strength of stimulation, spatial accuracy of stimulation, type of
stimulation and use of anesthesia.
Electroconvulsive therapy: Een elektrische stroom wordt door de hersenen gestuurd om een aanval te
veroorzaken. De plaats van de electrode en de dosering worden vaak onderzocht om klinische resultaten
te optimaliseren. Bij ECT gaat de persoon onder narcose.
- Bitemporale ECT – elektrodes worden bilateraal over de temporele cortex geplaatst. Dit is de meest
breed bestudeerde behandeling
- Rechter unilaterale ECT – 1 elektrode wordt over de rechter temporale cortex geplaatst en 1 op de
kroon van het hoofd. Deze behandeling is vaak op lage of gemiddelde of hoge elektrische dosis.
- Bifrontale ECT- elektrodes worden 5cm boven de laterale hoek van beide hemisferen geplaatst.
Behandeling van de frontale cortex
Transcranial magnetic stimulation: Maakt gebruik van elektromagnetische velden om neurale activiteit in
bepaalde delen van de hersenen te veranderen.
, - Repetitive transcranial magnetic stimulation (rTMS): Herhaaldelijke elektromagnetische pulsen
worden in de hersenen gestuurd om langdurige modulatie van neurale activiteit te veroorzaken. Vaak
de dorsolaterale en prefrontale cortex. Hierbij is de hypothese dat hoge frequentie excitatory is en
zorgt voor neurale depolarisatie, terwijl lage frequentie neurale vuring verminderd.
Meest voorkomende behandelingen:
˃ Hoge frequentie stimulatie van linker dorsolaterale prefrontale cortex
˃ Lage frequentie stimulatie van rechter dorsolaterale prefrontale cortex
˃ Bilaterale stimulatie van dorsolaterale prefrontale cortex
- Accelerated transcranial magnetic stimulation: Dagelijkse behandeling van rTMS om behandeling
duur te minderen
- Priming transcranial magnetic stimulation: Lage frequentie rTMS met een korte periode van lage
intensiteit en hoge frequentie stimulatie om de neural respons van rTMS te versterken.
- Deep transcranial magnetic stimulation: Spoelconfiguratie om grotere volumes en diepere structuren
van de hersenen te stimuleren
- Synchronised transcranial magnetic stimulation: Draaiende spherical neodymium magneten worden
lang de middenlijn van de hoofdhuid geplaatst om stimulatie te geven gesynchroniseerd met de alpha
frequentie van het individu
- Theta burst stimulation: patroon vorm van rTMS.
˃ Continue stimulatie van de rechter dorsolaterale prefrontale cortex dat 300 tot 600 pulsen
levert zonder onderbreking
˃ Periodieke stimulatie van de linker dorsolaterale prefrontale cortex dat 30 pulsen per 10
seconde levert tot 600 pulsen
˃ Bilaterale stimulatie van de dorsolaterale prefrontale cortex
Magnetic seizure therapy: Gebruikt magnetische velden om een aanval op te wekken. Een meer focale
interventie dan ECT en richt zich op prefrontale cortex.
Transcranial electrical stimulation: transcranial direct current stimulation (tDCS) bevat een lage amplitude
elektrische directe stroom dat toegediend wordt door electrodes op de hoofdhuid. Deze behandeling richt
zich op oppervlakkige gebieden van de hersenen.
Bitemporal ECT (37%) en priming transcranial magnetic stimulation (19%) hebben de meeste kans om het
meest effectief te zijn. Lage frequentie linker rTMS en continuous theta burst stimulation (beide 30%) zijn het
minste effectief.
Voor acceptatie hadden priming transcranial magnetic stimulation (42%) en bilateral theta burst stimulation
(23%) de beste kans, terwijl lage frequentie linker rTMS (28%) en hoge frequentie rechter rTMS (24%) het minst
acceptabel waren.
Read and Bentall
What is the problem with ECT being presented as an evidence based treatment option?
What type of evidence is missing in research about ECT and why is this important?
Er is te weinig kwalitatief onderzoek naar. Voor een goed onderzoek moet je Ect vergelijken met sham ECT.
Wat betekent bij de sham ECT er een randomized controlled trial (RCT) is waarbij de helft van de participanten
de volledige procedure en medicatie krijgt, maar vervolgens niet de echte behandeling. Dit is niet ethisch
verantwoord. Daarnaast is inconsistent bewijs over het verschil tussen sham ECT en ECT, dus waarom zou er
dan nog ECT gegeven worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marise00. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.