100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges Brain and Behaviour inclusief ondersteunende afbeeldingen $4.23
Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcolleges Brain and Behaviour inclusief ondersteunende afbeeldingen

 22 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document vind je de aantekeningen van het vak Brain and Behaviour. De stof wordt ondersteund door afbeeldingen. Voorbeelden van onderwerpen die behandeld worden: genen en gedrag, zien en bewegen, actiepotentiaal, synaps en verslaving, brain-compyter interface, neuroanatomie, slaap, etc.

Preview 2 out of 18  pages

  • January 31, 2021
  • 18
  • 2019/2020
  • Class notes
  • O.a. leon kenemans en gabriel beckers
  • All classes
avatar-seller
Leon Kenemans
Brain and behaviour introductie
Helmholtz: reactietijden op teen-simulatie zijn langer dan die op heup-stimulatie
FC Donders: reactietijden langer als je (FCQT) zien en X of Q moet zoeken dan bij (FT): je moet meer
vergelijkingen maken: elke zoekoperatie zorgt ervoor dat je reactietijd langer wordt.

klassiek conditioneren: relatie tussen stimulus en de daarop volgende respons
officiële naam: classical of Pavlovian conditioning

John B. Watson gaat door op dit idee: ervaringen zorgen voor het gedrag van mensen
operant of instrumenteel conditioneren:
relatie tussen gedrag en daarop volgende stimulus (je krijgt eigenlijk een beloning)
reinforcement (bekrachtiging): de beloning, het zorgt ervoor dat het gedrag herhaald wordt.

Leon Kenemans
Van gen naar gedrag
Als je een dna streng uit elkaar trekt krijg je soort 2 ruggengraten waar moleculen aan hangen. De
moleculen paren noemen we basenparen. De moleculen hebben een letter. In totaal zijn er 4 genetische
letters. Genen worden gevormd door duizenden van die ‘letters’ (moleculen) die vormen de genen. Een
gen codeert voor een eiwit.

Elk stukje DNA heeft ook een RNA streng (door transcriptie). Vervolgens is er een ribosome: soort
fabriekjes die de code lezen. Dit geeft vervolgens de aminozuren door. 3 letters uit RNA coderen voor
een aminozuur. Vanuit de aminozuren wordt vervolgens een eiwit (protein) gemaakt.

Belangrijkste aminozuren:
● Trp = Tryptofaan
● Gln = Glutamine
● Phe = Fenylalanine
● Tyr = Tyrosine
Als de combinatie CAG meer dan 40 keer voorkomt leidt dit bijvoorbeeld tot motorische problemen
(ziekte van Huntington). Iemand heeft, wanneer hij/zij deze ziekte heeft geen controle meer over de
bewegingen die iemand maakt. Bij deze ziekte is er een heel sterk verband tussen de genen en het
gedrag. Bij andere ziektes is het verband tussen genen en gedrag vaak veel minder sterk. Om die reden
is deze aandoening erg uniek: er is een aanwijsbaar sterk verband.

De herhaling van CAG creëert het eiwit Huntingtine. Dit hoeft niet slecht te zijn, maar wanneer er te veel
van is, is dit zeer waarschijnlijk de reden dat de cellen in de hersenen kapot gaan, waardoor het ‘gat’ in
de hersenen groter wordt, waardoor bepaalde symptomen ontstaan.

Naast DNA heb je chromosomen. Een chromosoom is een drager van een stukje erfelijk materiaal
(DNA). Chromosomen komen in paren (1 deel heten allelen). Mensen hebben 23 paren. Elk paar komt
een deel van de moeder en een deel van de vader. Chromosomen zijn grotendeels hetzelfde, maar er
kunnen kleine verschillen zijn. De kleine verschillen kunnen veel invloed hebben op het gedrag. In
chromosoom 4 zit het eiwit Huntingtine. De locatie van het gen is precies gelokaliseerd en dit is bij
iedereen te testen, dus iedereen zou kunnen meten of hij/zij kwetsbaar is om op latere leeftijd last te
krijgen van de ziekte van Huntington. Het gen is dominant en kan in principe geen generatie over slaan.

,De ziekte van Huntington is een uniek voorbeeld omdat er niks aan te doen is. Over het algemeen geldt
dat genen wel neigen, maar niet dwingen: meestal is er dus iets aan te doen, bijvoorbeeld de omgeving
aanpassen. Daarnaast zijn er genen die er bijvoorbeeld voor zorgen iemand waarschijnlijk agressiever
zijn. Dit betekend echter niet dat iedereen met dit gen automatisch super agressief is, de neiging is er
alleen vanuit dat gen.

Op chromosoom X zit bij zowel mannen als vrouwen een enzym, MAO-A. Er zijn twee varianten van het
gen:
● MAO-A low leidt tot een slecht werkend MAO-A enzym
● MAO-A high leidt tot een goed werkend MAO-A enzym

Wanneer het MAO-A enzym niet goed werkt (low), is de kwetsbaarheid vanuit de omgeving groter dan
wanneer de MAO-A enzym wel goed werkt (high). Het effect van de omgeving is dus per persoon
verschillend. De ‘high’ variant beschermt als het waren tegen agressie. De ‘low’ variant maakt iemand
juist kwetsbaar voor agressie.




Gabriël Beckers
Van gen naar gedrag
Elk mens heeft 23 paar chromosomen waarvan de eerste 22 autosomale zijn en het laatste paar
geslachtschromosomen. Deze bepalen je geslacht. Normaal gesproken bestaat een chromosoom uit 2
allelen. Bij een vrouwen heeft het geslachtschromosoom ook 2 allelen (XX), mannen hebben er echter
maar 1. Veel sex-linked genen liggen op de X chromosoom (waarvan vrouwen er dus 2 hebben en
mannen maar 1). Daardoor komt bijv. kleurenblindheid bij mannen veel meer voor.

Naast sex-linked genen heb je ook sex-limited genen. Zij kunnen op alle chromosomen voorkomen.
Sommige genen komen voor in beide geslachten, maar worden maar bij 1 geslacht afgelezen. Het
aflezen gebeurt door geslachtshormonen: zij zorgen ervoor dat bepaalde genen bij vrouwen of juist bij
mannen tot expressie komen.
obsines: genen die coderen voor lichtgevoelige eiwitten

Als een mannelijke fruitvlieg wil paren wil hij een vrouwtje het hof maken. Wanneer zij hier niet voor open
staat merkt hij dat en komt er een enzym genaamd EHMT vrij. Hierdoor verandert het chromosoom en
kan het niet goed worden afgelezen: ze hebben geleerd dat ze dit niet moeten doen. Er ontstaat een
structurele verandering in het aantal versierpogingen.

epigenetica: je veranderd niet het DNA, maar je zorgt dat een gen beter/slechter wordt afgelezen
methylering: er wordt een methylgroep (CH3-groep) aan DNA toegevoegd waardoor genen beter
afleesbaar zijn
acetylering: er wordt een acetylgroep toevoegt, waardoor genen onderdrukt / minder goed afleesbaar
worden (denk aan de histonen)
evolutie: verandering over generaties van genen in populaties
de veranderingen ontstaan door isolatie (bijv. dat er een eiland ontstaat). Alle soorten delen volgens die
theorie een gemeenschappelijke voorouder: al het leven is dus evolutionair verwant.
Soorten die een recente voorouder hebben lijken qua genen vaak meer op elkaar: geldt ook voor de
eigenschappen waarvoor de genen coderen.

mutatie is het spontaan ontstaan van genvarianten (random, niet doelgericht)
Cinderella effect:

, Leon Kenemans
Van zenuwcel naar zien en bewegen


De kat ziet de horizon stang wel, maar de verticale reageert die niet op → hoe komt dit?

De visuele cortex is de verbinding tussen het ogen en het brein. De kat heeft nog
nooit zo’n stang gezien waardoor sommige verbindingen in de zenuwen niet
helemaal werken, waardoor hij dit niet ziet.

Axon (structuurelement) zorgt er voor dat bijv. Neuron A een signaal stuurt naar
neuron B. Dendrieten doen hetzelfde maar zijn dunne structuurelementen.
Neuronen kunnen signalen uitzenden en ontvangen: ze communiceren. Het cellichaam van een neuron
noemen we een soma.
Dendrieten: kleine/dunne uitlopers (input)
Axon: grote/dikke uitlopers (output).
Soma: De soma gedraagt zich als een dendriet, dus houdt zich bezig met input.

Een neuron is een soort buis met een binnen en buitenkant die wordt gescheiden door membraan. Aan
de buitenkant zit een grote hoeveel natriumionen. Aan de binnenkant zit minder natrium. Er zitten meer
+ionen aan de buitenkant. Aan de binnenkant zit dus minder lading (potentiaalverschil = ladingsverschil).
Er zijn hele kleine momenten dat er niks gebeurt, dat noemen we rustpotentiaal. Bij een gemiddelde
neuron is er ongeveer een verschil van 70 mV. Dit is dus tijdens het rustpotentiaal: op andere momenten
is de hoeveelheid telkens in beweging want het natrium wil naar binnen. Het verschil is dan dus anders.

Membraan bevat kanalen die open en dicht kunnen zijn. Hierdoor kan natrium naar binnen, maar
natuurlijk alleen als ze open zijn. Dit begint bij neurotransmissie. Als synapsen binden aan de juiste
receptor gaan de kanalen open en kan natrium naar binnen stromen. Hierdoor wordt de neuron ineens
positief geladen en ontstaat en elektrische schok. Het potentiaalverschil wordt dan minder (noemen we
depolarisatie). Als er gelijktijdig depolarisatie plaatsvindt ontstaat er een actiepotentiaal.

Als we over een neuron praten, praten we eigenlijk over duizenden neuronen tegelijk en niet over een
paar: er zijn altijd heel veel neuronen die hetzelfde aan het doen zijn (het zelfde signaal uitzenden of
ontvangen).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sandravdbaan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$4.23
  • (0)
Add to cart
Added