Thema basiskennis
H1 personenvervoer
Vroeger was het rijk verantwoordelijk voor het lokale en regionale ov waardoor er weinig inzicht was
in wat er echt nodig was. Vanaf de jaren 80 werd er opgemerkt dat het reizen met het ov achter
bleef op het reizen met de eigen auto. Daarom werd er besloten dat het gebruik moest gaan
verdubbelen. Commissie Houben moest het ov gaan verbeteren. Dat deden ze door:
- De verantwoordelijkheid bij de decentrale overheid te leggen i.p.v. het rijk
- Het bestuur en het bedrijf scheiden van elkaar
De commissie Brokx concurrentiedoor openbare aanbestedingen
De verbeteringen en de verminder de kosten leidden tot de Wet personenvervoer 2000
Wp2000:
Juridisch kader voor het stads- en streekvervoer met als doelstelling het verhogen het gebruik van
het ov en de kostendekking verbeteren. Hiervoor zijn 4 dingen nodig:
- Decentralisatie
14 decentrale overheden die moeten optreden als OV-autoriteit. Dit zijn de 12 provincies en
2 vervoerregio’s Rotterdam en Amsterdam. Deze krijgen jaarlijks geld van het rijken moeten
binnen de Wp2000 het ov in de regio vormgeven.
- Concessieverlening
Geeft een bedrijf een tijdelijk alleenrecht om het ov in een bepaald gebied te verrichten. De
OV-autoriteiten tredenop als concessieverleners en bepalen de duur van de concessie binnen
de wettelijke maximum duur. Lijnconcessies zijn nodig als een route de gebieden van
meerdere autoriteiten doorkruizen.
- Verzelfstandiging
De overheid wordt de opdrachtgever en het vervoersbedrijf de opdrachtnemer voor een
zakelijke relatie, ze zijn niet meer één geheel. Het vervoersbedrijf mag geen concessie
verlenen aan een bedrijf waarover het zelfzeggenschap heeft. RET, GVB en HTM
uitgezonderd, gemeenten zijn volledig eigenaar van de zelfstandige bedrijven.
- Marktwerking
Openbare aanbestedingen zorgen voorconcurrentie. De autoriteit stelt de eisen op en
vervolgens doen vervoersbedrijven een offerte wat concurreert op de prijs of de kwaliteit.
Met uitzondering van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
De autoriteit zorgt ervoor dat de vervoerder zich op de klant gaat richten. Dit kan door:
- De vervoerder verantwoordelijk te maken voor de opbrengsten
- Klantenwaardering een rol laten spelen bonus-malussysteem, helpt niet altijd want als de
doelstelling niet haalbaar is neemt men soms de malus voor lief.
H2 vormen van OV
Voor de volgende onderdelen zijn de autoriteiten verantwoordelijk:
, Collectief vervoer
Regionale treindiensten
Eerder moest de NS zorgen voor al het treinverkeer maar nadat ze zelfstandig zijn geworden wilden
ze de onrendabele lijnen eruit gooien. Tegen vergoeding van de overheid bleven ze doorgaan
(contractsector) net zolang tot alle spoorlijnen gedecentraliseerd waren en onder de autoriteiten
vielen. De aanbestedingen hiervoor zijn verplicht openbaar en de concessies duren 15 jaar.
Stads- en streekvervoer per bus
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten verbindingen: een snelle over lange afstand met
weinig haltes (verbindend) en een langzame met veel haltes over een kortere afstand (ontsluitend).
Bij de eerste is het van belang dat het de concurrentie met de auto aangaat. De reistijd mag niet
meer dan 2 keer zo lang zijn inclusief voor- en natransport dan de reis met de auto. De concurrentie
kan ook aangegaan worden door goede aansluitingen op het landelijke net, ze moeten elkaar
aanvullen en niet concurreren. (Grote) kernen in verschillende provincies worden opgenomen in de
route. Ook zou de Light Rail geïntroduceerd worden. In kernen behoren de haltes tot treinstations,
dorps/stadscentrum of de periferie van de kern.
De tweede soort verbinding zorgt voor ontsluiting buiten stedelijk gebied d.m.v. veel haltes waardoor
het voor-en natransport kort is. Ontsluitende lijnen streven naar het volgende: >10.000 inwoners,
ontsluiten van kernen of wijken >5000, aansluiten van kernen >1500 dan komt er een halfuurdienst.
Stadsvervoer kunnen de steden zelf doen maar om financiële redenen zien provincies hier vaak
vanaf. Collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) kan de plaats innemen van een vast lijnennet. Het
moet dan zorgen voor vervoer naar kernen met<1500 inwoners, ontsluitende lijndiensten vervangen
en het toegankelijk maken van de dienst vanwege reizen van deur tot deur.
Wat is collectief vraagafhankelijk vervoer?
Vervoer tussen OV en een taxi in. Er wordt gebruik gemaakt van het voertuig door meerdere
mensen, maar deze rijdt alleen als de reis van tevoren is aangemeld. Er zijn dus geen haltes. Dit is een
alternatief voor de bussen die niet langs deze kernen rijden omdat het niet kostendekkend is. Met
een vergunning voor de taxi kan deze dienst worden opgezet wat bij normaal OV niet nodig is. Zo
voldoen de autoriteiten ook aan de WMO waardoor ze extra vergoeding ontvangen. De CVV is de
opdrachtnemer van de autoriteit. Het wordt aanbesteed omdat ze anders niet in aanmerking komen
voor vergoedingen. Het is dus NIET verplicht het aan te besteden.
De CVV is geschikt op afstanden tot 30 km, maar de omrijdfactor en de verplichte reservering maken
deze vorm van OV lastig. Deze vorm wordt vaak gezien als speciaal voor WMO, maar de WMO vindt
het niet goed genoeg.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Maaaaike. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.