Ancien Régime: Europese samenleving tot aan de Franse revolutie.
Revolutie: Vergaande verandering in de samenleving
Belangrijk voor dit hoofstuk:
Jean Jacques Rousseau: Verlichtingsfilosoof. Beweert samen met John Locke dat de
vorst eigenlijk een contract heeft met het volk (sociaal contract). Als een vorst zich
niet aan de afspraken houdt mag hij worden vervangen.
Rousseau gaat verder dan dit: Naast een sociaal contract is de algemene wil van het
volk belangrijk.
Parlement (2e kamer in NL) Regering: De koning en Volledig onafhankelijke
(AN in Frankrijk). ministers. rechters.
Montesquieu: Verlichter die schreef over de scheiding van machten: Trias Politica.
1, 2 en 3 staan los van elkaar, controleren elkaar en houden elkaar in evenwicht.
Sièyès: “Qu’est-ce que c’est, le Tiers Etát” Pamflet over de standenmaatschappij. Gaat
over waarom de derde stand niet eerlijk is. Hierdoor moest er een verandering komen. De
derde stand is het hele Franse volk. Sièyès stelt dus iedereen gelijk (erg radicaal toen).
Burger: Stedeling met burgerrechten.
Derde stand:
-Bourgeoisie rijke burgers / gegoede burgerij
-Petit bourgeoisie lagere burgerij / middenstand
-Arbeiders / dagloners / bedelaars / werklozen …
Lodewijk XVI: Was niet geschikt als heerser. Zijn hobby was klokken en horloges en hij was
niet geïnteresseerd in regeren. Hij werd uitgehuwelijkt aan Marie Antionette van Habsburg.
Zij begint ar eigen boerderijtje in Versailles en er komt maar geen erfgenaam. Ze geeft ook
veel geld uit aan juwelen en feestjes (wordt madame déficit genoemd) waar door het geld
snel opraakt en er honger komt.
De bourgeoisie betaald het grootste deel van de belasting want zij hebben het en de adel
hoeft niks te betalen. Daarom willen e ook meer te zeggen hebben in het bestuur.
États-Genereaux: Statengeneraal. Wordt na een lange tijd (voor het laatst door Lodewijk
XIII) weer bijeen geroepen door Lodewijk XVI om nieuwe belastingen af te spreken.
De bourgeoisie verzamelt klachten en leggen die neer bij de statengeneraal De Cahiers.
, Naar de statengeneraal komen veel meer derde standers dan geestelijken en edellieden bij
elkaar. Omdat de bourgeoisie in de meerderheid is zijn ze van plan te krijgen wat Sìeyès
wilde. Maar de edellieden zien het alsof er drie stemmen zijn: 1) 1 voor de geestelijken
2) 1 voor de edellieden
3) 1 voor de derde stand
De bourgeoisie pikt dat niet meer. Als er per stand gestemd zou worden zou hun
voorbereiding voor niks zijn geweest.
17 mei 1789: De Asseemblée Nationale (nationale vergadering) De bourgeoisie roept zich
uit tot parlement van Frankrijk. Zo schaften ze dus eigenlijk de hele standenmaatschappij af.
De troonzaal is gesloten door de Koning dus de bourgeoisie gaat vergaderen op de
kaatsbaan. De koning verbied die vergadering maar…
20 mei 1789: De eed op de kaatsbaan De bourgeoisie zweert door te zetten en dat de
koning geweld zal moeten gebruiken om hun te stoppen. De koning verbood de eed eerst
maar liet het later toch toe omdat hij geen keus had.
Baily: Voorzitter van de bourgeoisie
Maribeau: Edelman die het met de bourgeoisie eens was. Leider van het eerste deel van de
Franse revolutie.
Voor de zekerheid stuurt de koning troepen (de Hessische regimenten (huuringen) naar de
onrust in Parijs (veel soldaten deserteerden). De Parijzenaren horen hiervan en worden
onrustig.
14 juli 1789: Bestorming op de Bastille. De Bastille werd bestormd door de sansculotten. Het
was een wapenopslag van het Franse leger een gevangenis en een dwangburcht. Er werden
ook gevangenen met verlichte ideeën bevrijd.
Sansculotten: Degenen zonder kniebroek mensen met eenvoudige kleding.
Dit is een frygische muts. Gedragen door de sansculotten.het is
een teken van vrijheid.
4/5 aug: Nieuwe Franse wet over vrijheid de privileges van de adel worden afgeschaft. De
koning vind dit gruwelijk maar verdient zo wel weer meer geld.
De iure: Hoe het volgens de regels zou moeten zijn.
De facto: Hoe het in het echt is.
Rechtstaat: Staat waarin burgers beschermd worden tegen de macht van de staat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gijssix. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.