Een complete samenvatting van het vak coachthema's. Kennis in dit document is gebaseerd op de informatie uit de kennisclips. Hierbij is extra informatie toegevoegd uit de Fontys reader. Tot slot staan de vragen die we in de les hebben besproken onderaan in het document.
Samenvatting kennisclips coachthema’s:
Doel: student kent verschillende theorieën over coachen en heeft inzicht in thema’s die relevant zijn
bij coachen. Literatuur: hoofdstuk 1; Pieternel Dijkstra: Professioneel coachen. Hoofdstuk 1;
Pieternel Dijkstra en dr. Eefje Rondeel; Evidence-based Coachen. Hoofdstuk 4; Roos Vonk: sociale
psychologie. Toets: openboek toets. 7 zelfstandig te volgen hoorcolleges.
Kennisclip, week 1 (= wat is coachen?).
Coachen (= vorm van begeleiding die de laatste twee decennia ’s steeds meer bekendheid heeft
gekregen en steeds breder wordt ingezet. Twintig jaar geleden was een coach vooral bekend met het
begeleiden van sport. Daarnaast werd het gezien als inspirator van topbedrijven/ artiesten wat ook
wel mental coach wordt genoemd. Tegenwoordig is een coach toegankelijk voor iedereen die er een
kan betalen. Daarnaast houdt een coach zich tegenwoordig meer bezig met bredere problematiek,
dus naast werk ook tijd en aandacht geven aan het privéleven).
- Je zit niet lekker in je vel, je zoekt een nieuw doel, bent uitgekeken op je werk, stukje zingeving.
NOBCO geeft als definitie, directief coachen (= coachen is die vorm van professionele begeleiding
waarbij de coach als gelijkwaardige partner de cliënt ondersteunt bij het behalen van zelfgekozen
doelen). Hierbij stelt NOBCO (= beroepsvereniging voor coaches) 3 basisprincipes:
1. Coachee is zelf verantwoordelijk voor het traject (= het wel/ niet beslissen wat je wilt).
Wanneer de coachee nog in een slachtofferrol zit, zal hij vermoedelijk de schuld geven aan
andere. In dit geval is het belangrijk dat eerst ‘bewustwording’ komt. Dit is rondom gedrag,
gedachte en in de situatie zelf het nemen van zijn verantwoordelijkheid. Wanneer dit niet lukt,
zal de coaching niet succesvol zijn. Eerste taak is inzicht krijgen in eigen aandeel van de coachee.
2. Gelijkwaardige relatie coach en coachee (= beide unieke mensen, geen hiërarchie relatie).
3. Doelen, middelen en keuze van coachee zijn leidend (= coach verzint dit dus niet).
Gaat tijdens het proces er voornamelijk naast staan en rijkt tools aan om de doelen te bereiken.
Je kunt als coach nog wel denken aan bepaalde dingen die er nodig zijn, maar wanneer de
coachee dit niet relevant vindt, zal hij hier minder gemotiveerd door zijn.
Kenmerken van coachen:
- Coachen is handelings- en resultaat gericht (= ervoor zorgen dat de coachee niet blijft hangen in
handelingen of gedachtes, het is dus gericht op doel).
- Coachen is gericht op het heden en toekomst (= wat is er nu en wat gaat er nog komen, hoe het
probleem is ontstaan is minder interessant. Het gaat voornamelijk om de oplossing ervan).
- Beperkt aantal sessies (= soms maar 1 of 2 gesprekken, maar kunnen er ook 2 – 5 zijn).
Coachen heeft de afgelopen decennia een flinke toevlucht gemaakt. Het past veel meer in de
tijdsgeest van nu. Zo is de welvaart flink gestegen, mensen kregen veel meer vrije tijd. Ook leeft men
langer waardoor er meer tijd is voor reflectie en bezinning. Op jonge leeftijd hebben we het
tegenwoordig al goed (= voldoening basisbehoefte) voor elkaar en het gaat niet alleen maar over het
‘overleven’. Hierdoor gaan mensen zich meer bezighouden met: wat wil ik nou eigenlijk en wat past
bij mij? Vroeger was het zoeken naar steun iets waar je je voor schaamt, maar nu is het geen taboe
meer. Mensen zoeken dus niet alleen maar hulp voor psychische klachten, maar ook bij
werkgerelateerde vragen of vragen over de liefde. Eerst draaide het bijvoorbeeld meer om het
voorkomen van werkstress, terwijl we tegenwoordig meer kijken naar bevlogenheid van de
werknemers. Er wordt dus anders gedacht over gezondheid. Door de vergrijzing, zullen we in de
toekomst veel langer door moeten werken. Om dit mogelijk te maken met bijvoorbeeld de kijk
rondom motivatie, kan een coach helpen.
Johari venster (= tool/ middel waarbij je jezelf gaat leren begrijpen; in jezelf maar ook ten opzichte
van anderen). Met coachen werk je vooral met de blinde vlek en verborgen ruimte.
,- Wordt ook wel openbaringsmodel of
zelfbewustzijnsmodel genoemd. Bij ‘blinde vlek’; jezelf
sterk maken op ontwikkelde en minder ontwikkelde
kanten van jezelf, informatie naar open ruimte kijken.
Informatie van verborgen ruimte naar open ruimte.
Hierdoor in het vervolg je gedrag kan veranderen of
effectiever kan inzetten. Van onbekend terrein weet
zowel de coachee als coach niets van, dus daar kan je
niets mee tijdens het coachen.
Kenmerken coaching: externe coach (= buiten organisaties, werknemers worden doorgestuurd naar
een coach van buitenaf). En interne coach (= binnen organisaties, zoals een leidinggevende of
personeelsfunctionaris). Voordeel hiervan is dat hij weet wat er in organisatie speelt. Maar een
nadeel kan zijn dat er bijvoorbeeld dubbele rollen zijn/ hiërarchie bij coachende leidinggevende.
Daarnaast is er ook sprake van subjectiviteit/ bevooroordeeld zijn.
Verschillende begeleidingsvormen:
1. Directief coachen (= begeleid, stimuleert, daagt uit, prikkelt; iemand is echt in actie). Meer
gericht op heden en toekomst. Meer sturen en oplossingsgericht kijken.
2. Counseling/ non-directief coachen (= innerlijke drijfveren van een coachee, maar de counselor is
wel volgend. Wordt meestal ingezet wanneer iemand wilt praten bij bijvoorbeeld verlies van een
dierbare). Lading is dieper dan bij coachen; de coachee laten vertellen en is meer procesgericht.
3. Therapie (door GZ-psycholoog, psychotherapeut of psychiater) (= er wordt voornamelijk
gepraat, geanalyseerd en soms wordt er ook gegraven naar het verleden; hierbij kan verdriet en
angst naar boven komen. Hierin heeft de psycholoog meer een sturende rol, wat nodig is als er
sprake is van psychische klachten). Kennis over diagnostiek en psychopathologie vereist.
Coach Counselor Psychotherapeut
Inhoud Vaardigheden, werk, Emotionele een Psychische
conflicten, etc. fysieke blokkades. problematiek DSM-5.
Processturing Overwegend directief. Meer volgend. Kan beide, afhankelijk
van therapiestroming.
Emotionele diepgang Weinig. Meer. Veel.
Tijdsfocus Heden, toekomst. Verleden-heden- Vaak verleden, heden
toekomst. en toekomst.
Doel Bereiken coachdoelen. Bereiken doelen en Behandeling
opheffen blokkades. psychische klachten.
Aantal sessies 2-5 5-15 >10
Begeleidingsvorm (= vorm van geschikte begeleiding hangt af van):
- Emotionele diepgang (= kan het aan de oppervlakte blijven, of heeft het meer nodig?).
- Tijdsperspectief (= verleden, heden, toekomst gekeken worden?).
- Aanwezigheid psychische klachten.
Competenties coach (= ongeacht over de soort coach, de functie of
de specialisatie hoort de coach zich over een aantal basis
competenties te beschikken. Zo is de juiste kennis bijvoorbeeld van
belang). Hier zijn 8 competenties bij gemaakt: (1) zelfinzicht (= inzicht
, hebben hoe jij het gedrag kan beïnvloeden; coachee met tegenovergestelde warden niet over
oordelen), (2) gerichtheid op zelfontwikkeling (= houd je eigen niveau in de gaten; je bent zelf het
instrument), (3) omgaan met coachcontract (= verwachtingen en grenzen stellen; van te voren
besproken worden), (4) vormgeven coachrelatie (= verantwoordelijk voor een vruchtbare relatie en
dit ook onderhouden), (5) stelt coachee in staat inzicht te verkrijgen (= er moet iets worden
geleerd), (6) doel- en actiegerichtheid (= laat zien hoe je werkt, welke vaardigheid zet je in om je
cliënt te ondersteunen en begeleiden bij verandering), (7) gebruik van modellen technieken (=
basisgespreksvaardigheden, waardoor er inzicht wordt ontstaan), (8) evalueren (= wat is de
effectiviteit, levert dat een bijdrage aan een doel; coachee moet voelen dat hij/ zij groeit; wat heb je
de coachee geleerd?).
Coachrelatie (= overeenkomst tussen coach en coachee met betrekking tot):
- Samen aan het probleem iets willen doen; saamhorigheid en een ‘bondje’. Komt uiting in drie
zaken: doelen behandelen (= het is helder waar je naartoe werkt), taken die er binnen de
controle moeten worden verricht (= coachee heeft helder dat hij zelf aan het werk moet), het
ervaren van positieve band (= hoe positieve de coachee de band met de coach ervaart, hoe
tevredener hij zal zijn over het traject). Wanneer een coachee zich niet gehoord voelt, zullen de
tools ook minder goed worden uitgewerkt.
Ethische kwesties (= bijvoorbeeld coach en coachee worden verliefd op elkaar).
- Beroepscode (= algemene richtlijnen, zijn algemeen en dekken niet alle situaties die zich kunnen
voordoen; wat wel en niet mag). Intervisie (= gestructureerd overleg tussen collega’s waar lastige
kwesties worden besproken; geen sprake van hiërarchie). Supervisie (= rol van tutor, de coach
wordt begeleid, door middel van reflectie inzicht krijgen van het eigen handelen/ drijfveren; wel
hiërarchische relatie, gaat meer over de relatie met de coachee en wat dit over jezelf zegt).
Voorbeeld van ethische kwestie is: coach en coachee niet verliefd mogen worden.
Valkuilen coach (= kun je bijvoorbeeld met supervisie/ intervisie oplossen):
(1) illusoire superioriteit (= zich bevinden op grond van een psychotherapeut, coach moet zelfinzicht
tonen want dan kan hij op tijd doorverwijzen; niet zichzelf beter willen inschatten dan de rest).
(2) hulpverlener syndroom (= behoefte hebben aan waardering en erkenning, dat je de ander helpt
en jou nodig heeft). Dit hoeft geen probleem te zijn, want dit kan als motiverende kracht helpen. De
hulpvraag moet je echter wel aan de coachee overlaten, dus niet invullen wat de ander nodig heeft.
(3) onvoldoende kennis van psychologische klachten en stoornissen; DSM-V (= cliënt voelt zich oké,
maar is al een depressie aan het ontwikkelen; moet je op tijd doorhebben zodat je kan doorsturen).
(4) Te veel beïnvloeding (= je gaat te veel sturen, omdat je zelf een idee hebt waar de ander naartoe
moet. Je kijkt als buitenstaander en weet al lang wat er aan de hand is, maar de cliënt moet hier zelf
achter komen).
Evidence based coaching (EBC) (= coaches combineren hun kennis en ervaring met relevante
theoretische en wetenschappelijke kennis om tot ene zo effectief mogelijke coaching te komen).
onderbouwde methodes gebruiken om verandering bij de cliënt tot stand te brengen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diekefeenstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.