100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bewegingsvaardigheden propedeuze $3.73
Add to cart

Summary

Samenvatting Bewegingsvaardigheden propedeuze

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting bewegingsvaardigheden jaar 1

Preview 4 out of 98  pages

  • February 1, 2021
  • 98
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Bewegingsvaardigheden Blok 1 en 2 Propedeuse
Onderdeel: Bewegen en Muziek Reader

Inleiding
Opleiden tot:
 Het geven van
 Het reflecteren op
 Het flexibel aanpassen van onderwijs in bewegen op muziek

Aan eind van propedeuse:
 Inzicht in bewegingsmogelijkheden en expressiemogelijkheden van zichzelf/anderen
 Deelgebieden, jazz,wereld,ritme en bewegen/kinderdans en conditionele vormen in aantal
leersituaties flexibel kan hanteren
 Begin gemaakt met creatief omgaan met dans en bewegingsvormen in methodisch en
didactisch opzicht
 Kennis heeft gemaakt met rol instructeur en coach en deze rol afhankelijk van behoefte van
doelgroep op zich kan nemen
 Kennis en inzicht heeft omtrent de kwaliteiten van B&M, alsmede de betekenis er van in
relatie tot danscombinaties voor de diverse deelgebieden.


Hoofdstuk 1 Bewegen en Muziek op de ALO
Leren dansen staat centraal. Nauwelijks extrinsiek doel (hoger,sneller,verder,meer doelpunten).
 Uitzondering: conditionele vormen op muziek.

Dansen onderscheidt zich van andere vormen van bewegen, doordat:
 de danser in zijn bewegen als expressief individu herkenbaar is
 creativiteit een belangrijke rol speelt
 dansen omgaan met muziek/ritme betekent
 dansen tevens betekent: samen met andere bewegen. Vorm communicatie!

Beschrijving dans: ritmische beweging van benen en voeten en van het lichaam op de maat van de
muziek (van Dale)

1.1 Onderdelen van B&M
De sectie onderscheidt de volgende onderdelen:
 Dance basics
 Jazz en Urban
 Moderne dans
 Dansexpressie
 Conditionele Vormen

Hoofdstuk 2 Dance Basics
Inleiding
Basisvaardigheden van Bewegen en Muziek zijn:
 Grondvormen van bewegen
 Muziekanalyse en Beat per Minute (BPM)
 Ritme en Bewegen
 Tijd, Kracht en Ruimte
2.1 Grondvormen van bewegen
Basics:
 Gaan (wandelen)
 Lopen (rennen)
 Springen
 Veren
 Huppel
 Galoppas
Gaan (wandelen)

,Verplaatsen waarbij voeten afwisselend gebruikt en 1 voortdurend contact met grond houdt.

Lopen
Verplaatsen waarbij voeten afwisselend worden gebruikt. Sprake van zweefmoment.
Accent: voorwaartse snelheid.

Springen
Zweefperiode die ontstaat na afzet van 1 of 2 benen. Tijdens sprong doorloopt lichaam bepaalde
bewegingsbaan, waarna landing plaats vindt op afzetbeen, op andere been (zwaaibeen) of 2 benen.

Volgende basic sprongen:
 Op basis galop: draaisprongen met ¼, een ½, een ¾ en een 1/1 draai. Afzet: 1 voet. Landing:
andere voet (galop). Dezelfde voet (huppel).
 Veren als basis: aantiksprongen (afzet en landing met en op hetzelfde been), schaarsprongen
(afzetbeen is niet het landingsbeen)
 Met de loop: loopsprongen

Veren
Zweefmoment. Accent: op omhoog gaan tijdens (afzet-en) zweeffase. Voorts: voortdurende
afwikkeling voet, afzet (hiel-teen) als landing (teen-hiel).
Kan op plaats of verplaatsend.
Onderscheiden: enkelveren en dubbelveren
Enkelveren: voeten afwisselend gebruikt
Dubbelveren: tweemaal achtereen dezelfde voet gebruikt, daarna tweemaal andere voet
Tempo: tussen gaan en lopen in

Galoppas en huppel
Voeten afwisselend gebruikt.
Ritme: lang-kort-lang-kort..
Tweemaal dezelfde voet gebruikt.
Beide vormen sprake van zweefmoment. Vaak in combi gebruikt.
Soorten galop:
- Zijwaartse galop
- Voorwaartse galop
- Kruisgalop

Soorten huppels:
- De voorwaartse- en de achterwaar huppel
- De zijwaartse- en de kruislingse huppel

Combinatie met gaan goed mogelijk. 8 huppels en 8 wandelpassen.
Combinatie met lopen. 8 looppassen of 4 huppels.
Voorbeelden:
- 4 looppassen en 2 huppels
- 6 looppassen en 1 huppel
- 2 looppassen en 1 huppel en looppassen en 1 huppel

2.1.1 Keerpunt en Draaipunt
Keerpunt: verandering van richting zonder draaiing om (eigen) lente-as.
Draaipunt: wel draaiing om lichaamslengte-as. Kan ook van richting verander worden.

Voorbeeld:
- 4 huppels voorwaarts, 4 huppels achterwaarts (keerpunt)
- 4 huppel vw. (op de 4e huppel een ½ draai = draaipunt), 4 huppels aw. (geen nieuwe richting)

2.2 Muziekanalyse en Beats per Minute (BPM)
Onderscheid: intro, couplet, refrein, bridge, outro, enz.
Snelheid muziek: Beats per Minute (BPM)

Richtlijnen:

,  Van 70-95 bpm: exercises, stretching en cooling down
 Van 95-115 bpm: huppelen, galop, (gaan bij streetdance)
 Van 115-30 bpm: gaan/wandelen (Jazzdans)
 Van 130-150 bpm: van stevig gaan tot veren (Low impact)
 Van 150-170 bpm: van verend lopen tot looppas (High impact)

2.3 Ritme en bewegen
‘raken van het ritme’

Volgende kenmerken komen bij dit deelgebied naar voren:
 Totaalbewegen: bewegen waar het hele lichaam bij betrokken is
 Gebruik van de ruimte
 Koppeling muziek en bewegen

2.4 Tijd Kracht en Ruimte
Bouwstenen dans: tijd, kracht en ruimte.
 Hoe beter de samenwerking, hoe beter de lichaamsbeheersing van een persoon.

Tijd: de tijd die een (serie) beweging(en) duurt
 Snel/staccato
 Langzaam/getrokken
 Regelmaatig/continu
 Onregelmatig/discontinu

Door indeling van tijd kan ook ritme ontstaan.

Kracht: de (spier) kracht die nodig is om een beweging uit te voeren
 Spanning/ontspanning
 Impuls/constant
 Rustig/explosief
 Zacht/hard
 Soepel/stijd
 Enz..


Ruimte: onder ruimte vallen meerdere onderdelen:
1. De ruimte die het lichaam tijden het bewegen inneemt
2. De ruimte waar de persoon zich bevind
3. Waar in de ruimte de persoon zich bevind

1. Ruimte van het lichaam
 Groot/klein
 Hoog/laag
 Voor/zij/achterwaarts
 Recht/hoekig/rond
 Open/gesloten

2. Ruimte waar je je bevindt:
 Binnen/buiten
 Grote ruimte/kleine ruimte
 Klasloaal
 Theaterzaal
 Ronde ruimte/hoekige ruimte
 Enz..

3. Plaatsing in de ruimte:
 Voor/achter
 Rechts/links
 Midden/hoek
 Dicht bij anderen

, Flow: de optimale samenwerking tussen tijd,kracht en ruimte.

2.4.1 Ritme
Niet – metrisch ritme: ademhaling of gebruik van gebaren. geen gereglementeerde prikkels van
buitenaf; bewegingen komen van binnenuit. Nadrukkelijke ritmebeleving is er niet.
Metrisch ritme: reglementering van buitenaf, namelijk de maat. Maat/metrum is gekoppeld aan het
element tijd. Maat = proportionele tijdseenheid en kan langzaam of snel uitgevoerd worden. Sprake
van sstructuren, fraseringen en tempo.
 Ondersteunend: klap, stamp en akoestische geluiden.

Goede beweging: gekenmerkt door ritmisch verloop. Uit zich in harmonische, efficiente en levendige
manier van bewegen.


Hoofdstuk 3 Jazz – en Urban dance
3.1 Jazzdance
- oorsprong ‘Black Dance’
- ALO: bewegen op eigentijde muziek, jazzdance-mix (streetdance)

Oorsprong Jazzdance: USA afkomstige moderne dansmuziek.
 Charleston bekend voorbeeld. Sterk gekleurd door muziek van de zwarte bevolking, destijds
veelal slaven.
 Syncopen: vermenging van verschillende ritmes (salsa!). Is het met nadruk betonen van een
zwak maatdeel dat met een volgend sterk maatdeel wordt samengetrokken.
 Afterbeat: ontstaat door synocoop. Tegen de maat ingaand ritme.

3.1.1 Kenmerken van het deelgebied Jazzdans
We onderscheiden:
- Isolatie/polycentriek
- contraction/release
- multiplicatie
- levels

Isolatie/polycentriek
Isolatietechniek: fundamentele Afrikaanse bewegingswet (polycentriek). Verschillende lichaamsdelen-
met ieder hun eigen centrum – onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. gelijktijdig of na elkaar.
 Isolatie uitgevoerd door bepaald lichaamdeel, geïsoleerd van de rest van het lichaam

Collapshouding: licht voorover- gebogen houding. Ontspannen gebogen knieen > heupen geïsoleerd
kunnen bewegen.

Contraction/release
Contraction- releasetechniek: oorsprong gemeen met moderne dans.
Contraction: samentrekking
Release: loslaten
 Rompspieren die afwisselend samengetrokken en ontspannen worden.

Multiplicatie
Verveelvoudigen of uiteen laten vallen beweging in delen = multiplicatie. (voor stap tikken)

Levels
Positie van het lichaam ten opzichte grond: hoog, midden, laag nivea. Sprongen > falls > bewegingen
op de grond.




3.1.2 Jazzbasic

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisklinkhamer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.73
  • (0)
Add to cart
Added