Dit is een document waarin alle leerdoelen van het vak Inleiding Data-analyse ten tijde 1-1-2021 kort zijn beantwoord. Er zit geen uitgebreide uitleg bij, zie het als overkoepelende samenvatting waarin kort de antwoorden worden geformuleerd. Tevens kan je een overzicht van formules vinden en een ex...
Thema 1 Inleiding
1.1 Inleiding en Ethiek
1. beschrijven waarom wetenschap wordt beoefend
Om de werkelijkheid te begrijpen en naar onze hand te zetten
2. beschrijven wat de empirische onderzoekscyclus is en uit welke fasen het bestaat
Onderzoeksvraag formuleren
Studie ontwerpen
Data verzamelen
Data analyseren
Rapporteren
3. beschrijven wat de achtergrond en rol van ethiek is bij wetenschappelijk onderzoek bij
mensen
Tijd en moeite van deelnemers mag niet voor niks zijn, daarom is het belangrijk dat het onderzoek er
toe doet
4. beschrijven hoe ethische toetsing in Nederland en bij de OU in zijn werk gaat
Alle mensgebonden onderzoeken moeten daarom voldoen aan de Code Of Ethics For Reserach In The
Social And Behavioural Sciences Involving Human Participants. Bij de OU wordt dit door de commissie
Ethische Toetsing Onderzoek (cETO) getoetst.
5. beschrijven wat het belang, de rol en aard van een Informed Consent is en welke
onderdelen het bevat
• de gelegenheid hebben gehad om de achtergrond-informatie te lezen
• de gelegenheid hebben gehad om vragen te stellen
• de gelegenheid hebben gehad om over hun deelname na te denken
• begrijpen dat ze op elk moment met het onderzoek kunnen stoppen zonder consequenties
en zonder opgave van reden.
Daarnaast verplicht de onderzoeker zich hiermee tot volledig anonimiseren van de data.
6. beschrijven wat Full Disclosure is en waarom het belangrijk is
Houdt in dat volledige openheid wordt gegeven in het onderzoeksproces.
7. beschrijven wat Datamanagement is en waarom het belangrijk is
Beschrijven en nadenken over hoe je je data gaat opslaan en verwerken, belangrijk omdat het met de
anonimiteit te maken heeft.
8. beschrijven hoe uitkomsten van onderzoek worden verspreid onder wetenschappers
- Besprekingen op congressen
- Artikelen (zowel digitaal als per pers)
1.2 Validiteit en betrouwbaarheid
1. beschrijven wat betrouwbaarheid is
Meet een instrument keer op keer hetzelfde
2. beschrijven wat de meetfout is
Invloed van buiten de factoren die je wilt meten die de resultaten beïnvloeden van je onderzoek
3. uitleggen hoe de meetfout zich verhoudt tot betrouwbaarheid
Minder meetfout is meer betrouwbaarheid en meer meetfout is minder betrouwbaarheid
4. beschrijven wat validiteit is
Meet het instrument wat het moet meten
5. uitleggen hoe validiteit zich verhoudt tot betrouwbaarheid
Een onbetrouwbaar instrument kan wel valide zijn en vice versa.
1.3 Populaties en steekproeven
1. beschrijven wat populaties zijn
Gedeelten van/ een samenleving. Alles kan een populatie zijn, een populatie is hetgeen wat je
onderzoekt dmv steekproeven
, 2. uitleggen waarom populaties niet rechtstreeks te onderzoeken zijn
Vaak te groot/onbereikbaar
3. beschrijven wat steekproeven zijn en welke functie deze vervullen
Een gedeelte van de populatie die je onderzoekt en die een schets brengt van de populatie.
4. beschrijven wat steekproeftoeval is
Het toeval dat 1 of meerdere deelnemers een uitzondering is binnen de populatie
5. beschrijven wat generalisatie is
In hoeverre is de steekproef een goede afspiegeling en kan je je conclusies dus over de populatie
heen leggen
6. uitleggen hoe selecte en aselecte steekproeven verschillen
Bij aselecte steekproef worden de deelnemers willekeurig gekozen bij selecte steekproef worden
deelnemers geselecteerd op basis van kenmerken zoals leeftijd of geslacht. De steekproef wordt bij
een selecte steeproef niet alleen samengesteld door toeval en mogelijk een lagere
generaliseerbaarheid en mogelijke lagere validiteit.
7. beschrijven op welke manieren (a)selecte steekproeven getrokken kunnen worden.
1. Aselecte steekproef (Aselect sampling): steekproefmethode waarbij iedere onderzoekseenheid in
de populatie evenveel kans heeft om in de steekproef te belanden.
2. Gestratificeerde steekproef / (stratified sampling) - Populatie eerst opgedeeld in kenmerken en
daarna daaruit een aselecte steekproef uit elk deel. Geeft bijv. garanties dat er evenveel vrouwen als
mannen deelnemen.
3. Multilevel steekproef (multi-level-sampling) Dan wordt eerst een aselecte proef van groep
genomen (bijv. school) daarna aselecte proef van groep (bijv. klas) en dar binnen alle leerlingen of
ook een aselecte steekproef.
1.4 Operationalisaties
1. beschrijven wat variabelen zijn en welke functies ze kunnen hebben
Is iets wat varieert of wat zou kunnen variëren. Deze worden gemeten in een onderzoek.
Bijvoorbeeld: Leeftijd, woonplaats en intelligentie optimisme etc. Ook wel theoretische variabele
genoemd. VARIABELE KAN OOK DATAREEKS ZIJN. CONSTRUCT IS ALLEEN THEORETISCHE VARIABELE,
VERWIJST NIET NAAR DATAREEKS.
2. beschrijven wat constructen zijn
Dat zijn psychologische variabelen die niet zomaar opgezocht kunnen worden (leeftijd via geboorte
akte) en die in de regel ook geen vaste maatstaf hebben. We weten ook niet echt of het zo bestaat.
3. beschrijven wat het verschil is tussen variabelen en constructen
Een construct is een soort variabele welke theoretisch is. Een variabele bevat zowel constructen als
variabelen waar een objectief correct antwoord voor is.
Een psychologische variabele of construct is iets waarvan je niet weet of het bestaat. (motivatie om
deel te nemen, extraversie). Een ' gewone' variabele is wel zichtbaar. (woonplaats o.i.d)
4. beschrijven wat operationalisaties zijn
De link tussen theoretische constructen EN DE REALITEIT, Een operationalisatie geeft de vertaling van
de definitie naar een meetinstrument of manipulatie. (twee soorten) (bijvoorbeeld extraversie is je
construct, en dan ga je meten of mensen makkelijk praten of snel op iemand afstappen)
5. beschrijven wat meetinstrumenten zijn
Doel van een meetinstrument is de realiteit te kwantificeren (te representeren naar een getal)
6. beschrijven welke vormen meetinstrumenten er zijn
Onder andere: Vragenlijsten, computertaakje om reactietijden te meten, of een protocol om te
meten hoeveel snoepjes werden gegeten of video opnamen om oogcontact te meten.
7. beschrijven wat manipulaties zijn
Een manipulatie is een vorm van een operationalisatie waarbij een variabele wel beïnvloed wordt.
Het doel is dus juist om een construct te beïnvloeden.
, 8. uitleggen hoe variabelen, operationalisaties, meetinstrumenten en manipulaties zich tot
elkaar verhouden
Een theoretisch variabele moet in kaart worden gebracht. De vertaling volgt via een operationalisatie
die door een meetinstrument of manipulatie wordt gekwantificeerd in een datareeks.
9. beschrijven wat datapunten en -reeksen zijn
Een datapunt is een losse uitkomst van een meetinstrument. Samen vormen zij een datareeks ook
wel een variabele genoemd (niet te verwarren met de theoretische variabele).
10. beschrijven wat manipulaties mogelijk maken dat met alleen meetinstrumenten niet kan
Manipulaties maken het mogelijk om te onderzoeken of er een causaal verband is tussen variabelen.
11. beschrijven dat betrouwbaarheid en validiteit eigenschappen zijn van operationalisaties,
niet van variabelen
Elke operationalisatie heeft een betrouwbaarheid en validiteit die indicatief zijn voor de kwaliteit van
de operationalisatie in de gegeven steekproef. Van elke operationalisatie is het belangrijk de
variabele kritisch wordt beschouwd.
12. beschrijven wat het verschil is tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Bij kwantitatief onderzoek wordt er een grote steekproef genomen en zijn de uitkomsten te
generaliseren. Kwalitatief onderzoek wordt vaak op een kleine strategisch handige streekproef
gegenereerd om input te krijgen van het construct en operationalisaties die nodig zijn.
13. uitleggen wat een meetmodel is.
De verhouding tussen de operationalisaties en de subvariabelen waar deze uit bestaan wordt
weergegeven in een meetmodel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liekecrutzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.