Molenbeek/Begeer: Krans
In de noot bespreekt Krans een aantal punten:
Geen afwegingen en keuzes wetgever
- De HR geeft aan dat het voorkeur zou hebben verdiend dat de wetgever afweging en keuzes had
gemaakt in verband met het bewijsbeslag (r.o. 3.3.3). Reden: internationale divergentie en een keuze
tegen of voor een bewijsbeslag, al dan niet onder voorwaarden, schept meer helderheid dan geheel
geen keuze.
- Wetgever heeft in MvT bij wetsvoorstel tot wijziging wetboek van Rv aangegeven voorkeur te
hebben de ontwikkeling in de praktijk af te wachten.
- Krans vindt dat er onvoldoende gewicht in de schaal is gelegd om de keuze vooruit te schuiven.
- Helder was (en is) dat er geen wettelijke regeling is die specifiek betrekking heeft op een algemeen
bewijsbeslag (dat wil zeggen: in niet IE-zaken). De praktijk is volgens Krans zonder meer gebaat bij
een duidelijk antwoord op deze al lang zwevende vraag en daarom is het goed dat de HR dankzij de
prejudiciële vragen de kans krijgt zich over de materie uit te spreken en die kans ook nadrukkelijk
aangrijpt
- Dat art. 21 Rv de noodzaak tot het leggen van bewijsbeslag kan relativeren, is Krans niet geheel
duidelijk. Mogelijk kan er zijns inziens worden afgeleid:
> Bewijsbeslag misschien minder passend indien art. 21 Rv adequate mogelijkheden biedt.
> Ook mogelijk is dat er niet meer mee bedoeld is dan om potentiele beslagleggers erop te
wijzen dat bewijsbeslag ingrijpend is en de route van art. 21 Rv ook soelaas kan bieden.
De mogelijkheid
- Krans acht de keuze voor het aanvaardbaar achten van bewijsbeslag (r.o. 3.5) een winst voor het
Nederlandse procesrecht.
> Het ontbreken van een optie tot bewijsbeslag maakt inzagerecht volgens Krans niet zonder
meer tandeloos: veel vorderingen kunnen verhaald worden zonder leggen van beslag.
> Anderzijds is het goed dat er een optie is om (relevante) vermogensbestanddelen veilig te
stellen voor verhaal
- Aldaar wordt tevens opgemerkt dat indien mag worden verwacht dat bepaald bewijsmateriaal
zowel aanwezig is bij een derde als bij de partijen tegen wie bewijs wordt verzameld het vereiste van
subsidiariteit in de regel mee zal brengen dat alleen bewijsbeslag bij de wederpartij wordt gelegd.
Dat lijkt Krans inderdaad een juist uitgangspunt. De vraag is wel hoe zich dat verhoudt tot HR zijn
arrest van 18 feb 2000, dat aan het opvragen van bescheiden bij derden met wie de verzoeker geen
rechtsbetrekking heeft in de weg staat.
Een kompas
- Indien die regels rondom het bewijsbeslag klemmen of onredelijk uitpakken in verband met
genoemde waarborgen en doelstellingen is het aan de voorzieningenrechter die regels met gepaste
souplesse te hanteren, zo is kennelijk de boodschap van de slotzin van rechtsoverweging 3.5. Dat
uitgangspunt is begrijpelijk vindt Krans. Het is ook daarom goed dat de Hoge Raad thans, bij ‘de
formele geboorte’ van het bewijsbeslag, aan voorzieningenrechters een kompas geeft.
De voorwaarden
- De beslaglegging kan slechts plaatsvinden onder de voorwaarden die art. 843a Rv stelt. Ook zijn,
voor zover nodig, bepalingen inzake het bewijsbeslag in IE-zaken, overeenkomstig van toepassing.
- Art. 843a Rv is van toepassing indien ‘bescheiden’ ‘bepaald’ zijn. Dat is ook wel de exhibitieplicht
welke ook betrekking kan hebben op digitale bestanden.
- In het verzoekschrift moet worden vermeldt met oog waarop het verlof wordt aangevraagd.
> Het moet een precieze omschrijving bevatten als in gegeven omstandigheden redelijkerwijs
van de verzoeker kan worden verlangd
> Antwoord op de vraag om welke bescheiden het gaat
> Het mag geen fishing expedition zijn
> Verzoeker dient beslaglegging voldoende aannemelijk te maken
, > Verzoeker moet feiten en omstandigheden stellen waaruit volgt dat beslaglegging
noodzakelijk is met het oog op dat belang. (koppeling belang en noodzaak)
> Verzoekeer moet stellen in verzoekschrift waaruit vrees bestaat dat bescheiden zonder
beslag verloren gaan.
Het is goed dat de Hoge Raad deze voorwaarde wel stelt. De voorwaarde past bij de
beoogde adequate en effectieve waarborgen waarmee de Hoge Raad het algemene
bewijsbeslag terecht wil omringen (r.o. 3.5).
> Krans vermoedt niet dat de lat voor de verzoeker lager ligt dan bij beslag op roerende
goederen (vaak is vereist dat er vrees is voor verduistering, het gaat in deze bewijskwestie
om vrees voor verloren gaan, dat is dus niet per se ruimer ook al klinkt dat zo, aldus Krans).
> In het verzoekschrift tot het leggen van bewijsbeslag moet worden aangegeven dat de
beoogde bewijsvoering niet op andere, voor de beslagene minder ingrijpende wijze, kan
plaatsvinden (= Proportionaliteit en subsidiariteit) moeten in acht worden genomen bij de
keuze van de maatregelen.
> Aan de stelplicht van degene die verlof vraagt hoge eisen moeten worden gesteld.
Bescherming
- Het verdient naar Krans zijn idee aanbeveling om het advies van A-G Wesseling-van Gent (sub 2.33)
om zich bij de codificatie uitvoerig te laten voorlichten omtrent de diverse aspecten van (digitale)
bewijsbeslaglegging te volgen. Denkbaar is dat voorzieningenrechters vooruitlopend op een
eventuele wettelijke regeling (ook) op dit punt meer houvast wensen.
Ex parte
- Rechtsoverweging (3.7.2) maakt duidelijk dat het horen van de wederpartij naar aanleiding van het
verzoek om beslagverlening in elk geval niet uitgesloten is. Het staat kennelijk ter beoordeling van de
voorzieningenrechter. In de Beslagsyllabus (versie augustus 2014, p. 48) wordt opgemerkt dat met
het horen van de wederpartij uiterste terughoudendheid betracht moet worden in verband met de
kans op verdwijnen van bewijsmateriaal. Dat lijkt Krans juist.
Waarborgen voor de beslagene
- De voorzieningenrechter kan aan het verlof voorwaarde verbinden dat de beslaglegger zekerheid
stelt ter zake van eventuele schade, maar hiertoe wordt de rechter niet beperkt. HR noemt opties om
aan noodzakelijke voorwaarden te voldoen, zoals (niet limitatief):
> Toezicht door de voorzieningenrechter die verlof verleende
> Rechter kan beslissen dat een vertrouwenspersoon (bijv. advocaat) van de beslagene
aanwezig moet zijn bij in beslaglegging
- De voorzieningenrechter die in een concreet geval een andere mogelijkheid ziet om het verlof te
verlenen en de belangen van de beslagene te waarborgen, kan dat dus serieus overwegen.
- Krans vindt het goed denkbaar dat het leggen van beslag op digitale bestanden tot additionele
praktische vragen zal leiden.
Medewerkingsplicht
- De rechter in hoofdzaak (dus niet voorzieningenrechter die het verlof verleende) beoordeelt of
toegang bij beschermde gegevens moet worden verschaft. Daarbij valt overigens te bedenken dat
een verlof tot het leggen van bewijsbeslag geen recht op inzage inhoudt (r.o. 3.6.2). Of de
beslaglegger dat recht heeft, moet worden bezien in het kader van art. 843a Rv.
- Overigens wordt in de Beslagsyllabus (versie augustus 2014) vermeld dat indien medewerking van
de beslagene noodzakelijk is om het bewijsmateriaal dat onder het beslag verlof valt toegankelijk te
maken, een dwangsom kan worden gesteld op het niet meewerken aan het toegankelijk maken
daarvan. Daarbij wordt onder meer gedacht aan gegevens in de ‘cloud’.
Tot besluit
- A-G adviseert de wetgever om de codificatie van het conservatoir bewijsbeslag ter hand te nemen.
Ze adviseert de wetgever zich daarbij uitvoerig te laten voorlichten omtrent diverse aspecten van
bewijsbeslaglegging door middel van expertmeetings. Dat lijkt Krans een goede suggestie. Dat de
Hoge Raad het bewijsbeslag in deze beslissing uitdrukkelijk erkent is wat Krans betreft, als gezegd,
zonder meer juist.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosanz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.