Overzichtelijke, volledige aantekeningen van de hoorcolleges van IPR (Internationaal Privaatrecht) - Master Civiel recht Universiteit Leiden. Vak afgerond met een 8.
HC Internationaal Privaatrecht
Week 1 Inleiding in het internationaal privaatrecht en het bevoegdheidsrecht
Week 2 Formeel IPR Deel I: Brussel I bis-Vo: Hoofdlijnen en bevoegdheidsgronden
Week 3 Formeel IPR Deel II: Brussel I bis-Vo: Bevoegdheidsgronden; erkenning en
tenuitvoerlegging
Week 4 Formeel IPR Deel III: Commuun IPR: Erkenning en tenuitvoerlegging (geen HC)
Week 5 Materieel IPR Deel I: Conflictenrecht: algemene leerstukken
Week 6 Materieel IPR Deel II: Conflictenrecht: OD en rechtspersonen (geen HC)
Week 7 Materieel IPR Deel III: Conflictenrecht: overgang van vorderingen, vertegenwoordiging,
vormvoorschriften en goederenrecht (geen HC)
Week 8 Tentamencollege
Week 1: Inleiding in het internationaal privaatrecht en het bevoegdheidsrecht
1) Inleiding in het IPR
- 4 hoofdonderdelen
- verhouding met aangrenzende rechtsgebieden
- bronnen van IPR
- hoe ga ik een IPR-vraag te lijf?
Shell/Nigeria-zaak:
Vier Nigeriaanse boeren en Milieudefensie stelden Shell aansprakelijk voor milieuverontreiniging in
Nigeria, veroorzaakt door de olie van pijpleidingen van Shell. Eisers stappen naar de Nederlandse
rechter, moederbedrijven Shell zitten in Londen en Den-Haag, dochter in Nigeria. Eisers stellen alle drie
aansprakelijk.
Is de Nederlandse rechter bevoegd?
- Eisers stellen: Ja, in ieder geval t.a.v. Nederlandse vennootschap, en de vorderingen tegen de moeders
in Engeland en Nederland hangen er zo nauw mee samen, dat het samen berecht kan worden.
- Shell: Vordering tegen Nederlandse moeder heb je alleen ingesteld omdat het samenhangt met de
Nigeriaanse dochter zodat de Nederlandse rechter bevoegd is t.o.v. Nigeriaanse dochter.
Nederlandse rechter werd bevoegd geacht ten aanzien van alle drie de entiteiten.
Hieruit blijkt: Je kunt dus als Nederlandse headquarter voor de Nederlandse rechter worden
geroepen voor het onrechtmatig handelen van een dochter ergens in de wereld. Dit trok veel aandacht,
omdat je het kunt doortrekken naar kinderarbeidszaken etc.
Deze zaak gaat over: welk recht is van toepassing, welke rechter is bevoegd?
We zijn bij de Nederlandse rechter, maar gaat om OD in Nigeria, dus Nigeriaans recht toepassen?
Milieudefensie doet mee, dus het is een collectieve actie 3:305 BW. Of Nigeriaans recht toegepast moet
worden, is een vraag van procesrecht: Nederlands recht. Deze zaak laat zien dat op een zaak meerdere
rechtsstelsels van toepassing zijn.
,Gaspronbank-zaak:
Op deze zaak gaan we later nog in. Iemand is veroordeeld in Rusland tot Russische rechter tot betaling
bedrag aan Gaspronbank, maar hij heeft geen bezittingen in Rusland, maar wel in Nederland. In Rusland
wordt een processuele fout gemaakt, waardoor het vonnis in Rusland niet ten uitvoer kan worden
gelegd. Gaspronbank heeft een gunstig vonnis, maar in Rusland geen bevoegdheid om het ten uitvoer te
leggen. Gaspronbank gaat met het vonnis naar de Nederlandse rechter met de vraag of hij daar het
Russische vonnis ten uitvoer mag leggen: vraag van IPR: In hoeverre erkennen wij buitenlandse
vonnissen en kunnen die hier ten uitvoer worden gelegd?
Hof: Als het in Rusland niet kan, kan het hier ook niet.
HR: Kan wel hier ten uitvoer worden gelegd.
Internationaal privaatrecht houdt zich bezig met:
- privaatrechtelijke gevallen
- met een internationaal karakter
Ieder land heeft zijn eigen privaatrecht. Wat maakt een zaak internationaal?
- Partijen hebben verschillende nationaliteit/gevestigd in andere landen.
- Geschil ziet op rechtshandelingen die in het buitenland hebben plaatsgevonden.
Inleiding: Hoofdonderdelen van het IPR
1) Internationale bevoegdheid
- rechtsmacht
- bevoegdheidsregels
2) Toepasselijk recht
- conflictenrecht
- de Nederlandse rechter past dus niet altijd Nederlands recht toe!
- art. 10:2 BW en 25 Rv: buitenlands recht wordt erkend als recht
3) Erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen
- eerst langs de Nederlandse rechter
4) Internationale rechtshulp
- samenwerking tussen verschillende autoriteiten: bv. deurwaarders
1, 3 en 4: Formeel IPR.
2: Materieel IPR.
Hoe past Nederlandse rechter buitenlands recht toe?
- Rechter wijst zelf deskundige aan
- Advies vragen aan Internationaal Juridisch Instituut
- Partijen leveren legal opinions aan van hoogleraren uit dat land (niet helemaal onafhankelijk)
- Zelf in het buitenlands recht verdiepen
In het Angelsaksische systeem behandelen ze internationaal recht niet als recht, maar als feit: moet
bewezen worden dat het zo in elkaar zit.
Conclusie: IPR geeft geen rechtstreeks antwoord op het geschil: het is meta-recht. Het geeft regels over
naar welke rechter je moet, welk recht moet toegepast moet worden en hoe je het waar ten uitvoer
kunt leggen. Voor de uitkomst is IPR dus indirect van belang: naar Spaans recht is het bv. verjaard, maar
in Nederland nog niet. Veel invloed op de uitkomst.
Elk land is soeverein om eigen wetten te maken en dus ook om eigen IPR-regels te maken. IPR-regels zijn
dus nationaal recht en kunnen per land verschillen. In dit vak bestuderen we dus het Nederlandse IPR! In
de 19e eeuw is geprobeerd deze regels te unificeren. Unificatiestreven is vroeg begonnen bij het IPR:
veel verordeningen, verdragen.
,Inleiding: Verhouding met aangrenzende gebieden
Inleiding: Bronnen van IPR
In de 19e eeuw:
1) Wet Algemene Bepalingen 1829
2) Ongeschreven recht
Industriële revolutie, wereld werd steeds internationaler: behoefte aan IPR regels: Haagse
Conferentie voor IPR, maakt nog steeds veel IPR-verdragen.
Vanaf de 20e eeuw:
1) Wet
- BW 10 (conflictenrecht) en Rv (bevoegdheidsregels)
2) Internationale regelingen: Verdragen
- gingen steeds belangrijkere rol spelen
3) Internationale regelingen: Europees IPR
- grootste deel is Europees (81 VWEU: geeft bevoegdheid aan Europa om IPR regels te maken)
3) Ongeschreven recht
Europese IPR-regelingen
Formeel IPR:
- Brussel I bis Verordening (Nr. 1215/2012)
- Brussel II bis (Nr. 2201/2003)
Materieel IPR:
- Rome I Verordening (Nr. 593/2008).
- Rome II Verordening (Nr. 864/2007).
- Rome III Verordening (Nr. 1259/2010).
Alle 4 de bronnen gaan over alle 4 de onderwerpen (bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning &
tenuitvoerlegging, internationale rechtshulp.
- Uitleg nationale wetten: HR
- Europese regeling uitleggen: HvJ
- Verdrag uitleggen: ligt eraan: of door elke nationale hoogste rechter (zoals Weens Koopverdrag), of
door HvJ (zoals EEX Verordening: staat in de verordening dat HvJ hoogste rechter is).
IPR is hoofdzakelijk Europees recht: HvJ hoofdrechter. Rechtspraak HvJ belangrijker dan HR! BW 10 is
, leuk, maar een beetje mosterd na de maaltijd: Europese regelingen hebben het al ingehaald.
Autonome uitleg: Regeling/verordening/verdrag moet autonoom worden uitgelegd, je mag niet
teruggrijpen op je eigen terminologie uit je nationale recht, tenzij verordening/verdrag zegt dat je mag
teruggrijpen op nationaal recht. Een begrip uit de verordening moet je uitleggen zoals het HvJ dat doet.
Anders wordt het in de verschillende landen verschillend uitgelegd: einde uniformiteit. Autonome uitleg
is een belangrijk begrip.
Welke regeling is van toepassing?
Toepassingsgebied bestaat uit 3 delen waaraan moet worden voldaan:
1) Materieel toepassingsgebied
- Vaak over het onderwerp van de regeling
- Vaak in de titel en eerste artikelen van het verdrag
2) Formeel toepassingsgebied
- Ruimtelijk werkingsbereik
- Vb: woonplaats gedaagde
- Universeel formeel toepassingsgebied: maakt niet uit waar partijen wonen/welk recht van toepassing
- Beperkt formeel toepassingsgebied: in bepaalde gevallen van toepassing, bepaalde gevallen niet
3) Temporeel toepassingsgebied
- Onmiddellijke werking (na inwerkingtreding) of met terugwerkende kracht?
VB: Rome II-Verordening: toepasselijk recht (IPR-deel) op OD (materieel-deel): allebei materieel
toepassingsgebied.
Wat als er 2 regelingen beide van toepassing zijn? Samenloop: dan moet je uitmaken welke
prevaleert. Wie gaat voor?
Verdrag/EU-verordening vs. nationaal recht: internationale regeling gaat voor
- art. 93, 94 Gw, art. 1 Rv, art. 10:1 BW
- VB: Brussel I bis-Verordening gaat voor art. 1-14 Rv
Verdrag vs. EU-verordening: geen hiërachie, dus kijk dan in de verordening, die bevat een
samenloop-bapaling
Verdrag vs. Verdrag: aan de hand van Weens Verdragenverdrag kijken welke voorgaat
Hoe ga je een IPR-vraag te lijf?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosanz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.59. You're not tied to anything after your purchase.