Wft Vermogen Samenvatting: zeer professionele en uitgebreide samenvatting van het gehele boek WFT Vermogen. Ik schaf ieder jaar het nieuwe cursusmateriaal aan om mijn samenvattingen up to date te houden. Mijn samenvattingen zijn wellicht wat duurder dan andere, maar je koopt bij mij absoluut kwalit...
Indien de makelaar betrokken als bemiddelaar bij de aan- of verkoop van een woning of bij de financiering van de woning, mag hij deze dan de woning taxeren in verband met de af te sluiten financiering?
Answer: Nee
2.
Welke kosten zijn voor de verkoper bij V.O.N.?
Answer: Overdrachtsbelasting en notariskosten
3.
Wat kenmerkt een kopersmarkt?
Answer: Veel aanbod, weinig vraag
4.
Wat voor invloed heeft een kopersmarkt op de huizenprijzen?
Answer: Prijsverlagende
5.
Wat is bij iemand met een eenmanszaak het inkomen waarmee de maximaal te verstrekken hypotheek berekend mag worden?
Answer: Gemiddelde winst van de laatste 3 jaar, maar niet hoger dan de winst in het laatste jaar.
6.
Hoeveel procent van de hoofdsom van een lening reken je als lasten?
Answer: 2% tenzij de werkelijke lasten hoger zijn, dan reken je met de werkelijke lasten
7.
Wat is de maximale hoofdsom voor aankoop met NHG?
Answer: €231.132, omdat de maximale financiering €245.000 bedraagt en de NHG rekening houdt met 6% bijkomende kosten
8.
Hoeveel % bedraagt de borgtocht voor NHG?
Answer: 1% van de eerste hypotheek + verhoging
9.
Wanneer moet je uitgaan van de toetsrente?
Answer: Indien de rentevaste periode korter is dan 10 jaar
10.
Met hoeveel % van de oorspronkelijk hoofdsom van een lening bij DUO moet je rekening houden qua lasten?
Answer: 0,75%
Content preview
WFT VERMOGEN SAMENVATTING
,WFTsamenvattingen
Alphen aan den Rijn
Alle rechten voorbehouden
Deze uitgave is met veel zorg samengesteld. De juistheid van de gegevens is mede afhankelijk van
informatie die ons door derden is verstrekt. WFTsamenvattingen aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor onjuistheden of onvolledigheden.
,Wft Vermogen
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Inhoudsopgave
Deel 1: Algemeen
1. Vermogensadvies .................................................................................................................................................... 3
2. De wettelijke adviesregels en beloning..................................................................................................................... 4
Deel 2: Wet- en regelgeving financieel dienstverleners
1. Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) .............................................................. 7
2. Informatievoorschriften en -regels Wft .................................................................................................................... 9
3. Wet implementatie richtlijn voor financiële instrumenten .......................................................................................10
4. Informatieverplichtingen bij verkoop op afstand .....................................................................................................11
5. Insurance Distribution Directive (IDD) .....................................................................................................................11
6. Klachtenprocedures................................................................................................................................................12
7. Het Essentiële-informatiedocument........................................................................................................................12
Deel 3: Integriteit
1. Reikwijdte en belang van professioneel en integer gedrag .......................................................................................16
2. Interne eisen aan professioneel en integer gedrag ..................................................................................................17
3. Externe eisen aan professioneel en integer gedrag ..................................................................................................19
Deel 4: Financiële positie
1. Financiële positie van de klant ................................................................................................................................22
2. Levensloopfasen .....................................................................................................................................................23
3. Berekeningen bij toekomstvoorzieningen................................................................................................................24
Deel 6: Sociale Zekerheid
1. Algemeen kader sociaal zekerheidsstelsel ...............................................................................................................42
2. Algemene Ouderdomswet (AOW) en Algemene nabestaandenwet (Anw) ...............................................................42
3. Ziektewet (ZW) en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)...................................................................45
4. Werkloosheidswet (WW) en andere werkloosheidsregelingen ................................................................................49
Deel 7: Pensioen
1. Werkgeverspensioen ..............................................................................................................................................51
2. Pensioensystemen ..................................................................................................................................................53
3. Wet- en regelgeving pensioen .................................................................................................................................57
4. Pensioen DGA.........................................................................................................................................................62
1
,Wft Vermogen
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Deel 8: Ondernemingsvormen
1. Natuurlijke personen ..............................................................................................................................................65
2. Rechtspersonen......................................................................................................................................................65
3. Financiële informatie onderneming ........................................................................................................................66
Deel 9: De IB-onderneming
1. ZZP’er of IB-ondernemer.........................................................................................................................................68
2. Oudedagsvoorziening voor IB-ondernemers............................................................................................................69
3. Risico's bij de opbouw van een oudedagsvoorziening ..............................................................................................72
4. Bedrijfsoverdracht en omzetting onderneming .......................................................................................................73
Deel 10: Levensverzekering
1. Levensverzekering algemeen ..................................................................................................................................73
2. Aanvragen van een levensverzekering .....................................................................................................................79
3. Mutaties bij levensverzekeringen ............................................................................................................................83
4. Fiscale behandeling van een lijfrenteproduct ..........................................................................................................86
5. Fiscale behandeling van KEW/SEW/BEW.................................................................................................................98
6. Kapitaalverzekeringen van vóór de Wet IB 2001 ....................................................................................................102
Deel 11: Beleggen
1. Risicoprofiel bij beleggen ......................................................................................................................................104
2. Beleggingscategorieën en crowdfunding ...............................................................................................................105
3. Rendement en risico bij beleggen .........................................................................................................................112
4. Spreiding van vermogen (assetallocatie) ...............................................................................................................116
5. Bijsturen in een portefeuille..................................................................................................................................119
6. Beleggingsfondsen................................................................................................................................................120
Deel 12: Economische ontwikkelingen
1. Macro-economische ontwikkelingen .....................................................................................................................123
Deze samenvatting is geschreven op basis van het Tekstboek Wft Vermogen van NIBE-SVV.
2
,Wft Vermogen
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Deel 1: Algemeen
1. Vermogensadvies
Vermogensadvies
Vermogensadvies = een vorm van financieel advies die betrekking heeft op het op- en afbouwen van vermogen. Dit
advies mag alleen gegeven worden door adviseurs die in het bezit zijn van het Diploma Adviseur Vermogen. Het advies
valt onder de Wet op het financieel toezicht (Wft).
In de volgende situaties heeft een klant mogelijke behoefte aan vermogensadvies:
• Te verwachten inkomensterugval: klant heeft behoefte aan advies over hoe deze inkomensdaling op te
vangen. Een inkomensdaling kan zich voordoen bij pensionering, overlijden, arbeidsongeschiktheid of
echtscheiding. Hierbij zal rekening moeten worden gehouden met de draagklacht van de klant, maar ook met
die van diens partner of nabestaanden.
o Pensionering: wat is onze financiële draagkracht na pensionering? De vermogensadviseur zal de
inkomensvoorzieningen op de pensioendatum in kaart moeten brengen.
Een eventueel inkomenstekort kan worden opgevangen door bij te sparen in privévoorzieningen zoals
spaarrekeningen, kapitaalverzekeringen, lijfrenteverzekeringen of banksparen, of beleggingsfondsen. De
keuze zal afhangen van de persoonlijke situatie van de klant (gezinssituatie, doelstelling, eigen vermogen,
inkomen en uitgaven, risicobereidheid, kennis en ervaring, financiële situatie).
Wanneer kies je voor verzekeren of sparen?
Als een klant de voorkeur geeft aan een levenslang inkomen, dan kan de klant beter kiezen voor
verzekeren. Spaargeld kan opraken. Terwijl een verzekeraar toezegt levenslang uit te keren. De
verzekeraar dekt het langlevenrisico af.
Als de klant een hoger rendement wenst of meer vrijheid en zekerheid wenst van het
depositogarantiestelsel, dan kan de klant beter kiezen voor sparen. Bij overlijden van de klant valt
het restantsaldo in de nalatenschap. Bij verzekeren is dit niet het geval. Daar komt het restantsaldo
toe aan de verzekeraar (tenzij een overlijdensrisicoverzekering is afgesloten).
Je kunt er ook voor kiezen om het inkomenstekort op te vangen door de vaste lasten te verlagen. Denk
aan het aflossen van een hypotheek of consumptief krediet. Dit kan meegenomen worden in het advies.
Echter zal voor de oplossingen doorverwezen moeten worden naar een hypotheekadviseur of adviseur
consumptief krediet.
Tot slot kun je er ook voor kiezen om het inkomenstekort op te vangen door aanvullend bij te sparen in de
pensioenregeling van een werkgever. Dit kan meegenomen worden in het advies. Voor de oplossing zal
echter moeten worden doorverwezen naar een pensioenadviseur.
o Overlijden: kan mijn partner na mijn overlijden de vaste lasten nog betalen? De vermogensadviseur
brengt de financiële situatie na overlijden in kaart, en kan adviseren over producten die het
overlijdensrisico kunnen afdekken (bijv. overlijdensrisico- en lijfrenteverzekeringen).
o Arbeidsongeschiktheid: kan de klant zijn vaste lasten nog betalen? Een inkomenstekort kan naar behoefte
van de klant worden afgedekt. Een vermogensadviseur mag naast een levensverzekering bemiddelen
voor een privé-arbeidsongeschiktheidsverzekering, maar voor een aparte losse verzekering moet hij
doorverwijzen naar een adviseur inkomen. Dit geldt ook voor een verzekering die het inkomen aanvult na
werkloosheid.
o Echtscheiding: bij een echtscheiding moeten er allerlei zaken worden verdeeld. Denk aan verzekerings-
polissen, een gezamenlijke koopwoning, pensioen. Sommige adviesaspecten horen bij een adviseur
vermogen. Echter zal er ook op een groot aantal punten moeten worden doorverwezen naar andere
deskundigen zoals een hypotheek- of pensioenadviseur, of een extern deskundige zoals een notaris.
• Afdekken van een krediet: een klant kan haar nabestaanden willen beschermen tegen de lasten van een
afgesloten krediet. In dat geval is er behoefte aan een product dat het krediet bij overlijden aflost. Afhankelijk
van het soort krediet zal de adviseur kiezen voor een tijdelijke gelijkblijvende overlijdensverzekering of een
lineair of annuïtair dalende overlijdensverzekering die bij overlijden de restschuld aflost.
• Duidelijk spaardoel: een klant kan voor verschillende doelen geld opzij willen zetten. Hierbij kun je een
onderscheid maken tussen noodzakelijke doelen (bijv. sparen voor studie van de kinderen) of wensdoelen
(bijv. een vakantiehuis of boot). De adviseur zal de persoonlijke situatie van de klant in kaart brengen, en de
spaardoelen in volgorde van prioriteit zetten. Op basis daarvan maakt hij een berekening, en geeft hij aan of
de spaardoelen haalbaar zijn en welke producten (sparen of beleggen) het meest passend zijn.
3
,Wft Vermogen
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Beheer van het advies
Een adviseur vermogen moet adequaat reageren op veranderingen bij de klant. Hierbij kun je denken aan wijzigingen
die te maken hebben met bepaalde levensfasen zoals echtscheiding, ontslag, overlijden, arbeidsongeschiktheid,
faillissement en studerende kinderen. Je kunt ook denken aan wijzigingen in het risicoprofiel. Deze wijzigingen kunnen
namelijk aanleiding vormen tot herbeoordeling. Past het gekozen product nog wel bij de klantsituatie? Iedere wijziging
in de klantsituatie moet worden vastgelegd in het klantdossier.
Vermogensadvies of vermogensbeer
Vermogensadvies = een vorm van financieel advies die betrekking heeft op het op- en afbouwen van vermogen. De
klant blijft als belegger zelf de beheerder van het vermogen. Hij beslist dus zelf over aan- en/of verkooptransacties
binnen de beleggingsportefeuille. De vermogensbeheerder heeft hierbij een adviserende rol. De gegeven adviezen
sluiten aan op de eisen, wensen en doelstellingen van de klant.
Vermogensbeheer = het beheer van het vermogen wordt volledig overgelaten aan de vermogensbeheerder. De klant
beslist dus niet meer zelf over aan- en/of verkooptransacties, maar laat dit over aan de vermogensbeheerder.
o Individueel vermogensbeheer = beheer waarbij er sprake is van maatwerk. Er worden in overleg met de
belegger individuele keuzes gemaakt betreffende specifieke inrichting van de beleggingsportefeuille.
o Collectief vermogensbeheer = beheer van vermogens van meerdere cliënten collectief. De vermogens
worden gezamenlijk belegd in bijv. een beleggingsfonds of een modelportefeuille.
Afsluiting
Een adviseur vermogen moet over voldoende kennis beschikken om een goed advies uit te kunnen brengen. Hij moet
de kennis kunnen toepassen, en over de benodigde competenties en vaardigheden beschikken. De adviseur moet zich
bij het geven van advies houden aan de wettelijke regels (compliant zijn), en integer en professioneel handelen.
2. De wettelijke adviesregels en beloning
Advies en bemiddelen in wettelijke zin
Adviseren: volgens de wet is sprake van adviseren als een onderneming een aanbeveling doet voor een specifiek
financieel product van een bepaalde aanbieder aan een bepaalde klant. Het adviseren en/of bemiddelen over
financiële producten is alleen toegestaan met een vergunning van de AFM.
Bemiddelen: volgens de wet vallen alle werkzaamheden die gericht zijn op het als tussenpersoon tot stand brengen
van de aankoop van een financieel product door een klant, onder het begrip bemiddelen. Voorbeelden: een offerte
aanvragen voor een klant bij een financieel dienstverlener, of het doorgeven van klantgegevens aan een verzekeraar.
Wft-adviesregels: deze regels zijn van toepassing op producten die in de Wft als impactvol geclassificeerd zijn.
Impactvolle producten zijn producten die ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de consument. Hieronder vallen:
alle complexe producten (spaar- en beleggingsverzekeringen, of beleggingsobjecten) / spaarrekeningen met koppeling
tussen rente en koersontwikkeling / financiële instrumenten (aandelen, obligaties, opties) / hypothecair krediet /
consumptief krediet > € 1.000 / inkomensvervangende verzekeringen / combinaties van een product met een
impactvol product / levensverzekeringen (m.u.v. natura-uitvaart en tijdelijke overlijdensrisicoverzekeringen).
Zorgplicht natura-uitvaartverzekeringen
De Wft-adviesregels zijn niet van toepassing op uitvaartverzekeringen. In de praktijk blijkt dat er wel advies wordt
gegeven. Verzekeraars en tussenpersonen beperken zich hierbij tot het inventariseren van de uitvaartwensen. De AFM
is van mening dat het advies daarnaast mede gebaseerd moet zijn op de financiële positie en risicobereidheid van de
consument.
Wft-advies
Financieel advies = het aanbevelen van een specifiek financieel product aan een specifieke klant. Kenmerken:
• Klantprofiel = het dossier aan relevante informatie die de adviseur moet inwinnen over de klant. Hieronder
vallen diens financiële positie, kennis en ervaring, doelstellingen en risicobereidheid.
• Passend advies = advies moet gebaseerd zijn op een correct en volledig klantprofiel.
• Klant staat centraal = het gegeven advies moet altijd en volledig in het belang van de klant zijn.
• ‘Know-your-customer’ = de adviseur moet zich zo goed mogelijk verdiepen in de klant en informatie over
hem inwinnen.
• Good-advice verplichting = advies mag gezien de omstandigheden op dat moment in redelijkheid worden
gegeven. Let op: good advice betekent niet dat het advies automatisch goed uitpakt.
Let op: er geldt geen plicht om te adviseren!
4
,Wft Vermogen
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Execution only = het afnemen van een product zonder advies. De klant gaat zelf na of een product bij zijn wensen
en/of omstandigheden past. De dienstverlening van de aanbieder of bemiddelaar beperkt zich tot het aanbieden of
bemiddelen. Er wordt geen advies gegeven. De aanbieder of bemiddelaar moet dit uitdrukkelijk vermelden. Daarnaast
moet hij de klant voorzien van alle benodigde informatie zodat deze zelf een zorgvuldige afweging kan maken. Let op:
bij producten die onder het provisieverbod vallen moet de aanbieder verplicht voorafgaand aan de dienstverlening
een zogenoemde kennis- en ervaringstoets afnemen.
Deskundigheidseisen Wft: medewerkers die zich bezighouden met financiële dienstverlening moeten deskundig zijn op
het gebied waarin zij werkzaam zijn. Als een financieel adviseur een verzoek krijgt van een klant voor een advisering
waarvoor hij niet is opgeleid, dan moet hij doorverwijzen naar een adviseur met de juiste diploma’s. De adviseur mag
in dit geval alleen algemene informatie verstrekken.
Adviestraject
Het adviestraject is verplicht op grond van de Wft (voor impactvolle en complexe producten) en bestaat uit vier fasen.
Deze vier fasen bespreken we hieronder. Deze fasen hoeven niet per se in deze volgorde te worden doorlopen. Het
adviesproces is een cyclisch proces waarbij regelmatig op eerdere stappen wordt teruggegrepen.
1. Inventarisatiefase: in deze fase wordt er kennis gemaakt, de klantsituatie uitvoerig in kaart gebracht en een
klantprofiel opgesteld:
• Kennismaking:
o Positie en werkwijze duidelijk maken (advies voor welke producten en/of aanbieders)
o Klant informeren over de kosten van het advies en over de toegevoegde waarde van het advies
o Globale inventarisatie van de financiële positie en de doelstellingen van de klant
o Overhandigen van het dienstverleningsdocument (DVD). Hierin staan de aard en reikwijdte van het
advies, en de hoogte van de beloning vermeld. De adviseur beveelt de klant bepaalde vormen van
dienstverlening aan.
• Inventarisatie: de adviseur moet de klantsituatie en –behoefte in kaart brengen. De adviseur moet hiervoor
de volgende gegevens verzamelen. Dit doet hij in een persoonlijk gesprek met de klant, waar hij op specifieke
punten door kan vragen, zodat dilemma’s en conflicterende doelen blootgelegd kunnen worden.
o Persoonlijke situatie: leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, gezinssamenstelling, opleidingsniveau etc.
o Huidige en toekomstige financiële positie: bezittingen en schulden, inkomsten en uitgaven,
pensioensituatie etc.
o Beroep: in loondienst of ondernemer.
o Financiële gevolgen van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, echtscheiding en overlijden
o Doelstellingen: prioriteit van doelen, doelvermogen en wanneer moet het beschikbaar zijn, is de klant
bereid risico’s te accepteren bij het realiseren van zijn doel.
• Klantprofiel: de adviseur stelt het klantprofiel samen op basis van de volgende informatie over de klant:
o Financiële positie: omvang van vermogen, inkomen en financiële verplichtingen. Op basis hiervan stelt de
adviseur het netto vrij besteedbaar inkomen en de verwachte ontwikkeling daarvan in de toekomst vast.
De adviseur inventariseert ook gebeurtenissen die in de nabije toekomst de financiële positie kunnen
beïnvloeden (bijv. geboorte van een kind, kinderen die gaan studeren etc.).
o Doelstellingen: de adviseur gaat na of de doelstellingen reëel of mogelijk conflicterend zijn. Soms hebben
klanten tegengestelde doelstellingen of doelstellingen die niet haalbaar zijn. Er moet dan prioriteit in de
doelstellingen worden aangebracht.
Objectieve prioriteit = noodzakelijke doelen om in het levensonderhoud te voorzien. Bijv. sparen
voor een pensioentekort minder dan 10 jaar voor de pensioendatum. Hierbij kan weinig tot geen
risico genomen worden.
Subjectieve prioriteit = doel dat afhangt van de persoonlijke voorkeur of situatie van de klant. Bijv.
sparen voor een vakantiewoning of camper. Hierbij kan mogelijk een beleggingsspaarproduct met
risico worden geadviseerd.
o Kennis en ervaring: de adviseur moet vaststellen in hoeverre de klant begrijpt hoe een product werkt en
wat de bijbehorende risico’s zijn. Hierbij spelen ook opleidingsniveau en het beroep van de klant een rol.
De kennis en ervaring wordt vastgesteld door het stellen van open vragen.
o Risicobereidheid: de mate waarin de klant risico wil, kan of mag lopen. De adviseur moet in kaart
brengen hoeveel risico de klant bereid is te lopen, en wat zijn financiële draagkracht is (welk risico kan en
mag hij lopen). Dit wordt vastgesteld aan de hand van de huidige en toekomstige financiële positie,
waarbij rekening wordt gehouden met de gevolgen van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid,
echtscheiding of overlijden. De adviseur kan de risicobereidheid bepalen door de klant een aantal
scenario’s voor te leggen met verschillende rendementen.
5
, Wft Vermogen
SAMENVATTING (Versie: geldig tot 1 april 2022)
Bestaande klanten: bij de inventarisatie controleert de financieel dienstverlener de juistheid van de eerder
geïnventariseerde gegevens. Wijzigingen in gezinssamenstelling, inkomen of andere persoonsgegevens worden
aangevuld. Let op: bij beleggen in een andere vorm (bijv. verhoogd risico of extra vermogen), zal opnieuw een
risicoprofiel moeten worden opgesteld.
2. Analysefase: in deze fase wordt er een koppeling gemaakt tussen het klantprofiel en mogelijke (deel)oplossingen
voor de klantvraag. De mogelijkheden worden cijfermatig uitgewerkt aan de hand van een persoonlijk vermogensplan
waarbij rekening wordt gehouden met inflatieverwachtingen en fiscale gevolgen. Dit plan wordt besproken met de
klant.
3. Adviesfase: in deze fase wordt de oplossing gekoppeld aan een of meer concrete financiële producten. In de meeste
gevallen wordt dit ondersteund met uitgebrachte offertes van aanbieders. Het moet een passend advies betreffen.
Passend advies: het advies moet aansluiten op het klantprofiel, en in overeenstemming zijn met de relevante wet- en
regelgeving. Als de klant het advies niet overneemt, dan zal de adviseur bepaalde onderdelen van het adviesproces
opnieuw moeten doen om tot een bijgesteld advies te komen.
Afwijken van het advies: als de klant het advies niet overneemt of een ander product afsluit dan is geadviseerd, dan
moet de adviseur …
• … de klant daar duidelijk en expliciet op wijzen
• … de klant informeren over de mogelijke gevolgen
• … in het dossier vastleggen dat de klant afwijkt van zijn advies
Reproduceerbaar advies: de adviseur moet vastleggen hoe hij tot zijn advies gekomen is. De verkregen informatie en
de resultaten van de analyse, alsmede het uiteindelijke advies moeten reproduceerbaar zijn. Ook het klantprofiel moet
worden opgenomen in het klantdossier. De gegevens moeten minimaal 5 jaar nadat het product is afgenomen, worden
bewaard. De bewaarplicht geldt ook als een ander product wordt afgenomen dan geadviseerd.
4. Nazorgfase: in deze fase biedt de adviseur ondersteuning bij het aanvragen en afsluiten van de gekozen producten.
Ook wordt er een dienstverleningsovereenkomst (beheersovereenkomst) getekend. Hierin staan de afspraken
gedurende de looptijd van de producten vastgelegd. Er zullen periodiek besprekingen plaatsvinden met betrekking tot
wijzigingen in het klantprofiel.
Hierbij kun je denken aan:
• Minder werken • Geboorte van een kind
• Nieuwe baan • Echtscheiding of uit elkaar gaan
• Wijzigingen in pensioenregeling • Vervroegd pensioen
• Veranderingen in salaris • Emigratie
• Arbeidsongeschiktheid • Wijzigingen in het belastingstelsel
• Trouwen of samenwonen • Ontvangen erfenis
Als uit het gesprek blijkt dat het risicoprofiel van de klant gewijzigd is, dan dient de adviseur opnieuw een advies uit te
brengen dat aansluit bij het nieuwe profiel.
Beloning en provisie
Beloningsvormen: de klant kan de tussenpersoon op de volgende manieren belonen voor zijn inspanningen:
• Uurtarief
• Vaste vergoeding voor bepaalde verrichtingen
• Percentage over het verzekerde kapitaal
• Vergoeding op basis van een doorlopend abonnement
Wettelijke beloningsregels: op grond van de Wft (vastlegging in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen
(Bgfo)) geldt sinds 1 januari 2013 een provisieverbod. Het provisieverbod houdt in dat een financieel dienstverlener
geen provisie mag vergoeden aan de tussenpersoon voor het adviseren of bemiddelen van een financieel product. In
de praktijk betekent het dat een adviseur/bemiddelaar alleen een beloning mag ontvangen van de klant.
Het provisieverbod is van toepassing op:
• Complexe producten (levensverzekeringen en • Inkomensverzekeringen
banksparen) • Hypothecair krediet
• Overlijdensrisicoverzekeringen • Betalingsbeschermers
• Uitvaartverzekeringen
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WFTsamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $37.64. You're not tied to anything after your purchase.