Hierin staat de BOS (body of skills) lijst van Diagnostiek van het blok Levensfasen uitgewerkt, ik moet wel toegeven dat deze niet helemaal volledig is.
Kyfose/lordose
Kyfose = bolling van wervelkolom in thoracale gedeelte
Lordose = holling van wervelkolom in lumbale gedeelte
Buktest doen: als je bukt en de kyfose/lordose verdwijnt dan is het niet-structureel (dus
houdinggerelateerd). Verdwijnt kyfose/lordose niet dan is het een structurele aandoening,
bijvoorbeeld Scheuermann.
Vinger-bodem-afstand: vooroverbuigen en de afstand
tussen vingertoppen en grond is de vinger-bodem-
afstand.
Vinger-bodem-afstand (hamstrings)
GROM kyfose/lordose
Scoliose
Buktest = voorover buigen en als je bukt en gibbus verdwijnt dan is het niet-structurele
scoliose. Verdwijnt de gibbus niet dan is het structurele scoliose.
Daarnaast ook kijken naar de rotatie van een scoliose: lateroflexie maken de andere kant op
t.o.v. de scoliose. Ziet de wervelkolom er goed uit (dus rotatie verdwijnt) dan is er ook niet-
structurele scoliose.
Scoliosemeter: van boven naar beneden meten.
Staand meten en zittend meten. Als je zittend meet dan kun je een
been-lengteverschil uitsluiten. Meet je staand een aantal graden
scoliose en meet je dit zittend niet, dan ligt dit er waarschijnlijk aan
dat er een been-lengteverschil is.
Meetfout van een scoliosemeter is 5 graden.
Bij een meting van >10 graden is er sprake van scoliose
Om de officiële diagnose scoliose te stellen moet de patiënt worden doorverwezen naar
orthopeed/arts om een röntgenfoto te kunnen maken om de echte diagnose te stellen.
Stufe test
In buiklig palpatie van wervelkolom. Voel je dat een wervel hoger
zit dan de anderen (trappetje) dan is de test positief.
Van beneden naar boven voel je dan een kuiltje en van boven
naar beneden een verhoging.
Is de test positief, dan kan dit wijzen op spondylolyse of
spondylolisthesis.
, Hoe maak je het onderscheid tussen deze twee?
Trendelenburg test
Staan op één been. De test is positief als de bekkenhelft van je niet-aangedane been naar
beneden zakt.
Oorzaak is hiervan dan dat abductoren (o.a. gluteus minimus/medius) verzwakt zijn. Dit kan
mogelijk door been-lengteverschil maar kan ook zonder duidelijke oorzaak of bijv. verkeerde
houding, weinig training.
Duchenne gaat vaak gepaard met trendelenburg. Duchenne is dat je heel erg meedraait met
je bovenlichaam. Bij lichte spierzwakte van abductoren wordt voorkomen dat je bekken
wegzakt doordat het bovenlichaam in de richting van de aangedane kant wordt gekanteld
(=duchenne).
Beenlengte
Plankjesmethode of ruglig voor femur (heup en knie in 90graden flexie) en buiklig voor tibia
(knieen in 90 graden flexie).
Tot 2,0cm is normaal
Boven 3,0cm is waarneembaar in looppatroon
Tot 5cm is niet-operatief op te vangen (zooltjes)
Thorax excursie
Propriocepsis
Je bewustzijn van hoe een bepaald lichaamsdeel bijvoorbeeld staat.
Liggen in ruglig. Eerst patient met open ogen laten voelen wat gestrek, licht gebogen en
gebogen is van de knie. Vervolgende de test: knie van patiënt buigen waarbij hij zijn ogen
gesloten houdt. Dan de patiënt laten vertellen of knie gestrekt, licht gebogen of gebogen is.
Dit kan met de knie maar eigenlijk met alle lichaamsdelen.
Volgende test: vragen of patiënt zelf zijn knie in bepaalde standen wil zetten met ogen dicht.
Laxiteit, hypermobiliteit
Stabiliteit van een gewricht bestaat uit 3 factoren: vorm van het gewricht, kwaliteit van het
gewrichtskapsel en gewrichtsbanden en de spierspanning in de spieren rondom het
gewricht.
Als een knie lax is dan zou de proprioceptie op het eind van flexie of extensie lastig zijn.
Breighton score?
Schuiflade test, Lachman test
Schuiflade knie: voor voorste kruisband bedoeld. Knie in 90 graden flexie in ruglig. Fixeren
door op de voet te gaan zitten, duimen tegen femur aan (tibiaplateau, tibia omvatten). Dan
richting ventraal bewegen. Positief als je hem ver kunt bewegen t.o.v. andere zijde.
Lachman test: voor voorste kruisband. knie in 30 graden flexie. Ter fixatie je eigen knie onder
het been van de patiënt. Met 1 hand femur vasthouden waarbij je bovenste hand voor
fixatie is.
Heup?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller enjoyfysio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.37. You're not tied to anything after your purchase.