~Ademhaling: het binnen krijgen van O2 en uitstoten CO2.
O2-> rode bloedcellen met hemoglobine, bestaat uit:
Vier eiwitten + heem-groepen(fe-molecuul) Hb+O2->HbO2 = oxyhemoglobine.= dit is bijzonder,
want het lichaam kon O2 los en vast zetten van de hemoglobine, doormiddel van concentratie
verschil. Dit gaat doormiddel van eiwitten.
~ Ademhalingssysteem:
-> neus/mond: smaak en geur -> controle.
-> luchtpijp: lucht naar de longen vervoeren, kraakbeenringen, strottenklepje,
trilhaarepitheel.
-> Longen: bronchiën-> kraakbeen, bronchiole -> kleinste deeltje voor het longblaasje,
Longblaasje-> uitwisseling O2 en CO2.
~Longventilatie:
- inademen: grotere borstholte geeft een onderdruk, dus de lucht stroomt naar binnen.
- uitademen: kleinere borstholte geeft een bovendruk, dus pers je de lucht naar buiten.
~ Hyperventilatie: O2 zit in je rode bloedcellen, dit kun je niet meten. Maar je meet wel CO2
gehalte, dit meet je met chemoreceptoren in je halsslagader. Veel CO2 dan gaat er een
signaaltje naar je ademhalingscentrum -> signaal naar ademshalingspieren, middenrif –en
tussennribspieren.
Zakje blazen:
~Longvolume:
Dode ruimte-> hier kan geen uitwisseling plaatsvinden van O2 en CO2.: keelholte, luchtpijp en
bronchiën.
Ademvolume -> de hoeveelheid lucht die je ververst bij een rustige ademhaling.
Inspiratior Reservevolume -> maximale inademing= 1,5 liter
Experiatior reservevolume -> maximale inademing= 4 liter.
Dit is leeftijdsafhankelijk, conditie, roken.
Vitale capasiteit: maximale inademing en hierna maximale uitademing.
Restvolume -> lucht wat in de longen achterblijft om de longen in vorm te houden.
Gezonde longen:
1. Longkanker: roken, smog, asbest, foutje DNA waardoor cellen ongecontroleert delen.
2. Longemfyzeem: ookwel stoflong. -> minder flexibele longen.
3. Astma: allergie, overgevoelligheid -> samentrekken van longblaasjes.
4. Bronchitus: chronische gevoeligheid/ ontsteking aan je longslijmvliezen. Betekend extra slijm.
De lever bevat zeer veel bloed.
De functie van de lever is:
1. De lever zorgt voor het constant houden van het suikergehalte van het bloed. Altijd 0,1
procent.
2. De lever verwerkt chloresterol.
3. De lever maakt gal.
4. De lever bouwt overtollige vetzuren om.
5. De lever regelt vettranssporten.
6. De lever maakt overtollige amminozuren, andere aminozuren die het lichaam tekort komt.
7. De lever verbrandt overtollige aminozuren en zet giftige amoniak om in ureum.
8. Giftige stoffen uit voedsel, de opgenomen zijn in de darm, wordt afgebroken in de lever.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sunnyxpower. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.