Strafprocesrecht
Week 1: Het strafproces
Hoorcollege
Strafprocesrecht definities - ‘Het strafprocesrecht bestaat uit het geheel aan regels die
- Keulen/Kingge, 2016 (p. 1) betrekking hebben op de toepassing van het strafrecht in
- Corstens/Borgers, 2018 (p. 7) een concreet geval.’
- ‘Het strafprocesrecht bepaalt op welke manier en door
wie wordt onderzocht of een strafbaar feit is begaan en
door wie en naar welke maatstaven daarover en over de
daaraan te verbinden strafrechtelijke sancties wordt
beslist.’
Strafprocesrecht - Het strafprocesrecht biedt het model waarin het
materiële recht tot leven komt (het strafproces als
schakel tussen feit en reactie). Het heeft een dienende
functie t.o.v. het materiële strafrecht en de maatschappij
(er wordt opgetreden tegen criminaliteit).
- Het strafproces heeft ook een eigen, zelfstandige
dimensie.
- Rechtsbescherming neemt daarbinnen een belangrijke
plek in.
- Twee aspecten: bevoegdheidstoedeling enerzijds en
begrenzing van de bevoegdheden anderzijds.
Doelstellingen van het strafproces Hoofddoel: verwezenlijking van het materiële recht.
- Waarheidsvinding
- Rechtsbescherming In balans moeten zijn:
- Waarheidsvinding:
• Zoeken naar de materiële waarheid
• Toepassing van het strafrecht op de ‘werkelijk’
schuldigen
- Rechtsbescherming:
• Bescherming van de burger tegen de almacht
van de staat
• Voor verdachten, maar ook voor de burger die
zonder het te willen in het strafproces wordt
betrokken.
→ Intrinsieke inspanning
- Enerzijds biedt het strafprocesrecht mogelijkheden voor
waarheidsvinding, vaak zijn deze ingrijpend omdat ze
ingrijpen op grondrechten. Daarom moet er een
wettelijke grondslag voor zijn (legaliteitsbeginsel).
- Anderzijds biedt het strafprocesrecht voorwaarden die
ervoor zorgen dat er grenzen zijn om deze mogelijkheden
toe te passen in het kader van rechtsbescherming.
Accusatoir vs. inquisitoir proces Accusatoir proces Inquisitoir proces
Gelijkwaardige procespartijen Verdachte als voorwerp van
onderzoek
Lijdelijke rechter Actieve rechter
Formele waarheid (zoals hij Materiële waarheid
door beide partijen wordt (daadwerkelijke waarheid)
afgesproken)
Mondelinge procedure (in de Dominantie schriftelijke
rechtszaal) stukken (buiten de rechtszaal)
, Admissibility rules (voor jury, Beslis- en motiveringsregels
vooraf) (voor rechter, achteraf)
- Voordeel accusatoir: verdachte is een volwaardige
procespartij.
- Nadeel accusatoir: veronderstelt gelijkwaardigheid tussen
partijen.
- Voordeel inquisitoir: autoriteiten die onderzoek doen
hebben een open oog voor de belangen van de
verdachte.
- Nadeel inquisitoir: gevaar op tunnelvisie rechter.
Het Nederlandse strafproces - Wortels in de inquisitoire procestraditie.
- Contradictoire elementen: tegenspraak en
gelijkwaardigheid van procespartijen zijn steeds meer
ingebakken.
- De verdachte wordt nu meer als een procespartij
beschouwd, dit hebben we wel moeten leren (van
Straatsburg: art. 6 EVRM. De verdachte heeft
procesrechten).
Kenmerken Nederlands strafproces - Beroepsrechter, geen lekeninbreng (jury)
- Beroepsrechter • In andere landen wordt het vaak als grondrecht
- Vooronderzoek gezien om berecht te worden door medeburgers
- Dossier en niet door de overheid.
• In Nederland is het draagvlak hiervoor niet zo
groot, het wantrouwen in de overheid is niet zo
groot.
- Zwaar accent op het vooronderzoek
• Politie, OvJ, RC
- Het dossier vormt de ruggengraat van de
strafrechtspleging
• Vooronderzoek moet uitmonden in een kant-en-
klaar strafdossier waar alles in staat.
• De rechter hoeft alleen nog o.b.v. dat dossier
uitspraak te doen, op zitting hoeft nog maar
weinig onderzoek verricht te worden.
• EVRM grijpt hier opnieuw in, waardoor dit wel
vaker dan vroeger gebeurt. Maar het is nog
steeds eerder uitzondering dan regel.
Het Nederlandse strafproces is erg efficiënt.
Gevaren kenmerken Nederlands - Confirmation bias: onderzoek ter terechtzitting vooral
strafproces gericht op verificatie, dit zorgt voor een risico op
tunnelvisie. Er wordt met name gezocht naar
bewijsstukken die het vermoeden bevestigen.
- Het dossier wordt voornamelijk samengesteld door de
OvJ, wat vaak een eenzijdig beeld schetst. Het gevaar
heerst dat hier te makkelijk in meegegaan wordt door
rechters.
Bronnen van het strafprocesrecht - Het Wetboek van Strafvordering geeft sinds 1926 het
kader waarbinnen de justitiële afdoening van een
strafzaak moet worden verricht.
- Art. 1 Sv: ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij
de wet voorzien.’
• Formeelrechtelijke legaliteitsbeginsel.
• Primaat: wetgever.
, • Wet in formele zin (Muilkorf) (wet door regering
en Staten Generaal).
• Niet alle bevoegdheden staan in wetten in
formele zin staan, er kan gedelegeerd worden.
Wel landelijk hetzelfde.
• Materieelrechtelijke legaliteitsbeginsel: niet
perse een wet in formele zin te zijn, ook lagere
wetgevers kunnen strafbepalingen maken.
- Andere bronnen van strafprocesrecht:
• Bijzondere wetten
o Belangrijkste: Opiumwet, Wet wapens
en munitie, Wegenverkeerswet, Wet op
de economische delicten.
o Formele stuk vaak over bevoegdheden,
bv. een ruimere bevoegdheid.
• EVRM, EU-recht en (andere) internationale
verdragen:
o Toepassing strafprocesrecht:
grondrechten in het geding.
o Uitleg van grondrechten: EVRM en
EHRM (van Raad van Europa) nodig.
o Strafprocesrecht ook onder invloed van
Unierecht. EU-recht is recht van de EU.
• AMvB’s en beleidsregels:
o Bevoegdheden kunnen verder
gespecificeerd worden in AMvB’s,
gelden dan wel landelijk.
o Beleidsregels OM: vervolgingsbeleid
(richtlijnen). Vaak openbaar, hier kan
een verdachte houvast aan hebben.
• Beginselen van een goede procesorde:
o Ongeschreven beginselen
o OM en politie: beleidsvrijheid, maar
enkel handelen binnen wettelijke
kaders niet altijd voldoende.
o Hoe zit dit met het legaliteitsbeginsel?
Legaliteit zorgt voor rechtsbescherming
en de ongeschreven beginselen zorgen
voor extra rechtsbescherming van de
verdachte.
• Jurisprudentie: interpretatie
Algemene ontwikkelingen - Technische vooruitgang en digitalisering.
- Internationalisering van criminaliteit en aanpak daarvan.
- Bezuinigingen en druk op de rechtspraak.
- Afdoening buiten de rechter om (efficiënter en
goedkoper).
- Modernisering Wetboek van Strafvordering.
Fasen van het strafproces - Mogelijke indeling:
a. Voorbereidend onderzoek (art. 132 Sv):
o Art. 132 Sv: ‘Onder het voorbereidende
onderzoek wordt verstaan het
onderzoek hetwelk aan de behandeling
van de terechtzitting voorafgaat.’
o Verkennend onderzoek (art. 126gg Sv)
o Opsporingsonderzoek (art. 132a Sv)
o Onderzoek door de RC (art. 181 Sv)
, b. Hoofdonderzoek/behandeling van de zaak (art. 268 e.v. Sv)
- Andere indeling:
a. Opsporing
b. Vervolging
c. Berechting
d. Tenuitvoerlegging
Opsporingsonderzoek Art. 132a Sv: ‘Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in
verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van
justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.’
- Startpunt: in de praktijk lastig aan te wijzen.
- Verhouding tot (bestuurlijk) toezicht?
• Wereld aan opsporing die niet veel met het
strafrecht te maken heeft, maar er wel dicht in
de buurt komt.
• Bv. blaastest.
• Andere rechtspositie: meewerkplicht bij toezicht.
Vervolging - Het vervolgingsbegrip is door de wetgever niet duidelijk
omlijnd, terwijl het wel vaak van belang is.
- Teloorgang van het gerechtelijke vooronderzoek (GVO) en
de invoering van de strafbeschikking hebben geleid tot
verwatering van het klassieke vervolgingsbegrip.
- Betekenis ‘vervolging’ na afschaffing GVO?
- EVRM kent autonoom vervolgingsbegrip (criminal
charge). Dit lijkt op vervolging, maar is net iets anders.
- Art. 167 Sv
- Vervolging kan op drie manieren aanvangen:
• Rechtstreekse dagvaarding, vordering GVO,
vordering bewaring.
Berechting - ‘Onder berechting in strikte zin wordt verstaan het op
basis van het onderzoek ter terechtzitting op de grondslag
van de tenlastelegging beraadslagen en beslissen over de
vragen van artikel 348 en 350.’
- Overgang voorbereidend onderzoek - onderzoek ter
terechtzitting is niet helder geregeld. Dit komt door pro-
formazittingen, maar deze zijn ook niet altijd goed te
onderscheiden van normale zittingen.
- Modernisering WvSv: meer nadruk op voorbereidend
onderzoek en contradictoire karakter van het strafproces.
- Art. 258 Sv: rechtsgeding vangt aan met dagvaarding.
- Vervolgens twee subfasen:
• Rechtsgeding al aangevangen, maar het
openbare onderzoek ter terechtzitting nog niet.
• Behandeling van de zaak door de rechtbank.
Tenuitvoerlegging - Art. 553 Sv: ‘De tenuitvoerlegging van rechterlijke
beslissingen geschiedt door het openbaar ministerie dan
wel op voordracht van deze door het Onze Minister.’
- Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke
beslissingen (Stb. 2017, 82).
Literatuur
Hoofdstuk 1: Inleiding
Strafdoelen - Hoofddoel: verzekeren juiste toepassing materieel
strafrecht.
- Bijkomende doelen (subdoelen):
• Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de
verdachte: voorkomen dat de vervolging een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mlw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.