Een samenvatting van alle bronnen uit de handleiding + extra aantekeningen van tijdens de lessen voor het vak Onderzoek, gegeven in jaar 2 periode 2 (Voorlichter in de wijk). Ik had een 7,9 voor de kennistoets.
Voeding en Dietetiek, Fysiotherapie, Logopedie, Ergotherapie
Onderzoek
All documents for this subject (47)
1
review
By: chelseavandijk • 1 year ago
Seller
Follow
loesw
Reviews received
Content preview
Samenvatting Onderzoek
Inhoudsopgave
Week 1 Presenteren van resultaten kwantitatief onderzoek 2
Week 2 Kwalitatief onderzoek 19
Week 3 Analyse kwalitatief onderzoek 29
Week 4 Literatuur zoeken 32
Week 5 Literatuur lezen en beoordelen (kwalitatief) 33
Week 6 Literatuur lezen en beoordelen (kwantitatief) 39
Week 7 en 8 Journal club 42
,Week 1 Presenteren van resultaten kwantitatief onderzoek
De DIO
1. kan beschrijvend resultaten rapporteren en presenteren.
2. kan resultaten weergeven in grafieken, tabellen en diagrammen.
Onderzoeksvaardigheden H8 Beschrijven van variabelen
Statistiek is het verzamelen, bewerken en interpreteren van gegevens en het presenteren
ervan in tabellen en grafische voorstellingen. Statistiek kom je overal tegen en is van groot
belang. De kijkcijfers, beurskoersen en de werkloosheidscijfers zijn allemaal vormen van
statistiek, op basis waarvan beleid wordt gemaakt. Het woord ‘statistiek’ komt van de
Latijnse term statisticum collegium, wat ‘les over staatszaken’ betekent.
Statistiek kent drie verschillende deelgebieden.
1. Beschrijvende statistiek: deze vorm van statistiek beschrijft de populatie in
overzichtelijke tabellen, grafieken en figuren. Ze laat zien hoe de populatie eruit ziet.
2. Inductieve statistiek: hierbij probeer je door middel van een steekproef informatie te
krijgen over de hele populatie van je onderzoek
3. Exploratieve statistiek: hierbij gaan we uit van voorhanden zijnde data, dus niet van een
steekproef, zoals bij inductieve statistiek. Op deze bestaande data kun je inductieve en
beschrijvende statistiek toepassen.
Datamatrix
Voordat je statistiek kunt toepassen, moet je eerst een aantal stappen doorlopen. Je
kwantitatieve onderzoek heeft veel data (ingevulde enquêtes) opgeleverd en je wilt hierover
uitspraken doen. Met de datamatrix kun je je resultaten analyseren. Om de data van je
onderzoek te kunnen analyseren, moet je de antwoorden op de enquêtevragen zo veel
mogelijk cijfermatig coderen. Voorbeeld: als antwoord op de vraag ‘Wat is uw geslacht?’ kan
bij het antwoord ‘man’ 1 worden genoteerd en bij ‘vrouw’ een 2. Voordat je start met het
coderen van je antwoorden, maak je eerst een codeboek. In het codeboek zet je alle vragen
met de bijbehorende antwoordcategorieën plus hun codes. Iedere vraag geef je een
variabelennaam; een variabelennaam is een soort afkorting waaraan je de vraag herkent.
Per vraag geef je aan welk antwoord welke code heeft.
,Een datamatrix moet voldoen aan de volgende eisen:
• Per rij (van links naar rechts) staan de scores van één enquete of object.
• Per kolom (van onder naar boven) staan de scores voor één variabele.
• In een datamatrix staan alle gegevens die tijdens het onderzoek zijn verzameld. Deze
gegevens kunnen bestaan uit zowel getallen als woorden (bij open vragen). Op een
lege plaats zet je een punt; daarmee geef je aan dat er geen antwoord is gegeven op
deze vraag.
• Bij vragen waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn, worden meerdere kolommen
gebruikt (per antwoord één).
• Je geeft iedere afgenomen enquete een respondentnummer. Een
respondentnummer is een uniek nummer. Als je in de datamatrix een antwoord ziet
waaraan je twijfelt, kun je met het respondentnummer snel de enquete raadplegen.
We raden aan de datamatrix te maken in het programma SPSS. Met SPSS kun je data:
• maken, door het invoeren van gegevens
• bewerken, bijvoorbeeld samenvoegen van mensen in een aantal leeftijdscategorieën
• analyseren, bijvoorbeeld berekenen van de samenhang tussen twee variabelen of
bepalen van de statistische significantie van een verschil tussen twee groepen.
De data uit de datamatrix kun je weergeven in een frequentieverdeling en in een grafiek. Dit
zijn twee manieren om de resultaten van je onderzoek te presenteren in je
onderzoeksrapport.
Frequentieverdelingen
De frequentie is het aantal keren dat een verschijnsel voorkomt. Voorbeeld: er deden 20
mannen en 40 vrouwen mee aan het onderzoek. Als je alle frequenties in een tabel zet, heb
je een frequentieverdeling. Het doel van de frequentieverdeling is om de resultaten van het
onderzoek overzichtelijk weer te geven. Er zijn vier soorten frequentieverdelingen:
1. De ongegroepeerde frequentieverdeling.
2. De gegroepeerde frequentieverdeling.
3. De relatieve frequentieverdeling.
, 4. De cumulatieve frequentieverdeling.
Ongegroepeerde frequentieverdeling
Wordt gebruikt wanneer van een variabele slechts weinig waarden voorkomen, zoals bij de
vraag ‘Wat is uw leeftijd?’ in een klas propedeusestudenten van een hbo-instelling. Als van
een variabele veel verschillende waarden voorkomen, is een ongegroepeerde
frequentieverdeling niet overzichtelijk; zodra een variabele meer verschillende waarden kan
aannemen, neemt de overzichtelijkheid van de tabel af.
Gegroepeerde frequentieverdeling
Als een variabele veel voorkomende waarden heeft en de waarde in groepen kan worden
verdeeld, kies je voor deze frequentieverdeling. Hierbij zet je de frequentie van een groep in
een tabel. De frequentie van een groep of klasse is het totaal van de frequenties van de
afzonderlijke waarden die tot een bepaalde klasse behoren. Als je bijvoorbeeld aan 150
verschillende mensen in een supermarkt hebt gevraagd ‘Wat is uw leeftijd?’, is de kans groot
dat je veel verschillende waarden hebt. In deze situatie ligt het voor de hand om de waarden
in klassen in te delen.
Relatieve frequentieverdeling
Als je groepen wilt vergelijken kun je deze frequentieverdeling nemen. Hierbij laat je de
frequenties van de verschillende klassen als een percentage zien. Tabel 8.4 geeft de relatieve
frequentieverdeling behorend bij tabel 8.3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loesw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.