Elk hoorcollege werd gegeven door een andere docent.
College 8 tm 13
Subjects
cognitiewetenschappen
cognitie
kunstmatige intelligentie
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Kunstmatige Intelligentie
Inleiding Cognitiewetenschappen
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
roosw25
Reviews received
Content preview
Aantekeningen hoorcollege 8 – Evolutie
Deel 1
De mens is een product van de evolutie. Dus onze cognitieve vermogens waarschijnlijk ook.
Jean Baptiste Lamarck → “Eerste” begin evolutietheorie.
o Omgeving zorgt voor aanpassingen
o Verkregen eigenschappen worden doorgegeven aan het nageslacht
Darwin werkte samen met Alfred Wallace. Darwins theorie was niet alleen gebaseerd op zijn eigen
observaties, maar ook op theorieën van anderen.
Darwin: Benadrukte competitie tussen individuen van dezelfde soort om te overleven en voort te
planten.
Wallace: Benadrukte ecologische druk op variaties in eigenschappen en soorten die er toe leiden dat
deze of aangepast raken aan de locale omstandigheden, of uitsterven.
Deze twee samen zijn natuurlijke selectie.
Belangrijke observaties Darwin:
o Variatie
o Deel van de variatie is overerfbaar
o Niet ieder individu overleeft
Belangrijke conclusies Darwin:
o Variatie
o Varianten kunnen in bepaalde omstandigheden voordelig zijn
o Dit zorgt voor relatieve verhoging van overleving voortplantingssucces van dit individu
→ Ook wel: Survival of the fittest
Als een deel van een soort zo verandert dat ze onderling niet meer kunnen paren ontstaat er een
nieuwe soort.
Evolutie is niet doelgericht, maar eerder een aaneenrijging van min of meer toevallige
gebeurtenissen.
Darwins probleem: Hoe kan de staart van een pauw evolutionair gezien voordelig zijn?
↓
Seksuele selectie
o Intraseksuele selectie → Competitie (vaak man-man)
o Interseksuele selectie → Partner keuze (vaak door het vrouwtje)
↓
Dit leidt tot seksuele dimorfie: Verschil tussen de mannetjes en vrouwtjes (vooral uiterlijk)
,Deel 2
Beginselen erfelijkheid → Gregor Johann Mendel
↓
Als je twee eigenschappen bij elkaar doet krijg je geen mengsel, maar soms de ene en soms de
andere eigenschap.
Poly genetisch: Een eigenschap wordt bepaald door meerdere genen. (Bijv. oogkleur)
DNA kan veranderen door puntmutaties (nog in het embryo) of meiose (2 allelen wisselen bij 2
verschillende chromosomen).
Veel van onze structuren zijn vergelijkbaar met die van andere vertebraten. → Homologie
Geldt dit ook voor onze cognitie?
Convergente evolutie: Verschillende eigenschappen voor hetzelfde problemen.
Deel 3
Scala Naturae
o Gebaseerd op Aristoteles
o God bovenaan, dan Engelen, dan mensen, dan dieren, dan planten en dan mineralen.
“Mensen zijn de piek van de evolutie.”
o We hebben intelligentie, taal, cultuur en moraal.
Zijn wij wel het meest intelligent?
Zijn we de enige met moraal?
Antropomorfe benadering
Evolutionaire psychologie
o Benadrukt de evolutionaire functie van gedrag (denk aan de functionalisten).
o ‘Reverse engineering’ (roodkapje effect)
Grote oren → Zal wel zijn om beter te kunnen horen
Grote ogen → Zal wel zijn om beter te kunnen zien
o Doet verregaande (vaak ontestbare) aannames.
, Aantekeningen hoorcollege 9 – The network approach
Deel 1
Het brein is een netwerk.
Twee stromingen van hoe kennis gerepresenteerd is;
o Symbolisch
o Subsymbolisch
Symbolisch: Delen (stukjes) kennis worden in het netwerk gezet, één stukje kennis zit dus op één
plek.
Vroeger werd gedacht dat herinneringen worden gevormd door de groei van neuronen in het brein.
Santiago Ramon y Cajal (1852 – 1934)
→ Stelde voor dat leren zou kunnen plaatsvinden door het versterken van bestaande verbindingen
tussen neuronen.
Donald O. Hebb
→ Formuleerde dit principe in een hypothetisch biologisch mechanisme ‘Hebbian learning’:
‘cells that fire together, wire together’
↓
Als twee neuronen tegelijk vuren , wordt de verbinding sterker. Geleerde associaties ontstaan door
het sterker worden van verbindingen.
Prooning: Naarmate een baby ouder wordt verdwijnen bepaalde niet nuttig blijkende verbinden.
Connectionisme, ook wel subsymbolisme
The study of how learning can occur through the strengthening and/or weakening of connections
between representations of pieces of information and/or behavioural responses.
Een connectionistisch model is een computersimulatie van leren.
Biologische plausibiliteit: Sommige connectionisten beroepen zich op de fysieke gelijkenis van
connectionistische modellen met netwerken van neuronen in het brein. Neuronen zijn de units.
Synapsen zijn de verbindingen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosw25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.