Hoofdstuk 2, 3, 4, 5, 9, 11 en 15
February 1, 2021
16
2019/2020
Summary
Subjects
kosten
baten
duurzaam
opportunity costs
abm
kostprijs
dekkingsverschil
direct costs
indirect costs
capacity analysis
bezettingsresultaat
verkoopprijs
veiligheidsmarge
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
SOLUTIONS MANAUAL for Horngren's Cost Accounting: A Managerial Emphasis, 9th Canadian Edition. by Datar, Rajan, Beaubien & Janz All Chapters A+
SOLUTIONS MANAUAL for Horngren's Cost Accounting: A Managerial Emphasis, 9th Canadian Edition. by Datar, Rajan, Beaubien & Janz. (Complete 23 Chapters).
TEST BANK for Horngren's Cost Accounting: A Managerial Emphasis, 9th Canadian Edition by Datar Srikant, Rajan Madhav, Beaubien Louis & Janz Steve. ISBN 978-0-13-6551485. (All 23 Chapters in 2259 Pages...
All for this textbook (21)
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Accountancy
Kosten- Batenanalyse 2.3
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
rv01
Reviews received
Content preview
Samenvatting kosten-batenanalyse 2.3
Hoofdstuk 2
Cost: de geldswaarde van de middelen, die opgeofferd worden om een bepaald doel te bereiken.
Kosten worden in geld uitgedrukt = hoeveelheden opgeofferde middelen x prijs.
Actual (achteraf)/historic (vooraf): (=werkelijke) kosten moeten worden onderscheiden van
gebudgetteerde of geschatte kosten (toekomst).
Cost object: het object (product/afdeling/activiteit) waarvan we de kosten willen berekenen. De
kosten moeten afzonderlijk bekend zijn. Het kan betrekking hebben op de service, een project, een
bepaalde klant, een activiteit of een afdeling (department).
Stappen waarin een kostensysteem de kosten vastlegt:
Cost accumulation
Verzamelen van kostengegevens op een geordende wijze met behulp van een accountingsysteem (R4).
Cost assignment (kosten toewijzen)
Bij een direct verband: tracing. Het toerekenen van directe kosten aan cost objects (R6).
Bij geen direct verband: allocating. Het toerekenen van indirecte kosten aan cost objects (R5).
Zijn kosten direct of indirect?
Directe kosten: zonder veel inspanning aan een specifiek cost object worden toegerekend.
Indirecte kosten: kosten die niet zonder extra inspanning aan een specifiek cost object kunnen
worden toegerekend. Om deze kosten toe te rekenen aan cost objects zijn extra handelingen nodig
(bijv. het toepassen van de kostenplaatsenmethode).
Total costs and unit costs (per stuk)
De kosten per eenheidproduct (=gemiddelde kosten) moeten voorzichtig geïnterpreteerd worden
omdat deze kunnen veranderen als het niveau van activiteiten verandert. Het is beter om te werken
met totale kosten.
Vaste (fixed costs) en variabele kosten (variable costs)
Als de kosten omhooggaan, bij het verhogen van het costdriver level (wat de kosten doet toenemen)
dan zin het variabele kosten.
Relevant range
De range van de bedrijfsdrukte of omvang van de activiteiten waarbinnen de onderzochte relatie
tussen activiteiten en kosten geldig is.
Binnen relevant range zijn variabele kosten proportioneel variabel.
Binnen relevant range zijn vaste kosten (fixed costs) onveranderlijk.
Onderscheid tussen soorten bedrijven in relatie tot kostentoerekening
Manufacturing: productieondernemingen. Het omzetten van grondstoffen m.b.v. arbeid en duurzame
kapitaalgoederen en producten. Er is hier wel sprake van een vormverandering.
Opbouw van manufacturing costs
De veelgebruikte samenstelling van ‘manufacturing costs’ (fabricagekosten):
- Directe materialen (DM)
- Directe arbeidskosten/directe loonkosten (DL)
- Indirecte fabricagekosten: factory overhead costs of manufacturing overhead costs (FO).
Merchandising: handelsondernemingen. De levering van goederen in dezelfde staat als waarin ze zijn
ingekocht (geen vormverandering). Er is hier geen sprake van een vormverandering.
Service: levering van immateriële producten.
1
,Soorten kosten
Prime costs and conversion costs
Prime costs: de directe grondstofkosten en de directe lonen samen (DM + DL).
Conversion costs: alle fabricagekosten die nodig zijn om directe materialen om te zetten in gereed
product, oftewel directe loonkosten + indirecte fabricagekosten (=DL + FO)
Inventoriable costs and period costs
Inventoriable costs: alle (fabricage)kosten, de op de balans worden geactiveerd en pas bij verkoop
ten laste van de resultatenrekening komen (product matching).
Period costs: kosten die aan het eind van de betreffende periode rechtstreeks naar de
resultatenrekening worden gebracht en dus niet als kosten in de gecreëerde voorrang worden
geactiveerd (period matching). Bijvoorbeeld verkopen.
Income statement
Step 1:
Direct materials:
Beginning inventory
Purchases of direct materials +
Cost of direct materials
Ending inventory
Direct materials used: --
Direct manufacturing labor .
Step 2:
Manufacturing overhead costs:
Indirect manufacturing labor
Supplies
Heat, light and power
Depreciation – plant building
Depreciation – plant equipment
Miscellaneous
Total manufacturing overhead +
costs
Step 3:
Manufacturing costs incurred during
year
Beginning work-in-process inventory
Total manufacturing costs to acc. for
Ending work-in-process inventory
Cost of goods manufactured (to
income statement)
Step 4:
Revenues
COGS:
Beginning finished goods inventory
Cost of goods manufactured
Cost of goods available for sale
Ending finished goods inventory
Cost of goods sold:
GROSS MARGIN
Operating period costs:
R&D, design, mktg, dist., and cust.-
service cost
Total operating costs
Operating income
2
, Direct materials used +
Direct manufacturing labor costs +
Indirect manufacturing labor +
costs/manufacturing overhead
costs
Current manufacturing costs
Beginning work in process +
Total manufacturing costs
Ending work in process -
Cost of goods manufactured
Beginning finished goods inventory +
Cost of goods available for sale
Ending finished goods inventory -
Cost of goods sold
T-accounts
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rv01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.71. You're not tied to anything after your purchase.