Deel 1: Massacommunicatie – een inleiding
1. De media-explosie - een eerste verkenning
Tegenwoordig kunnen we niet meer zonder de media. Overal waar we kunnen bedenken komen we
producten uit de media tegen. Het informatietijdperk waarin we nu leven kunnen we ook wel de tijd
van een nieuwe mediarevolutie noemen. Iedereen heeft te maken met deze media-explosie. Zonder de
pers, televisie, internet en sociale media zouden we in dit derde millennium geen informatiewereld
kennen. De media-explosie is een metafoor (een beeld) voor de enorm snelle groei van
mediaorganisaties, mediakanalen, mediaproducten en mediaberoepen in de huidige informatiewereld.
Zeven kenmerken media-explosie:
Deze zeven kenmerken bepalen het beeld van de mediawereld (schema p. 14).
1. grote groei van communicatiemiddelen en communicatieproducten.
2. stijging van de diversiteit (verscheidenheid) van mediaproducten.
3. digitalisering: het verwerken van informatie via de computer.
4. convergentie: de informatiekanalen, dragers van informatie en de communicatiemedia gaan steeds
meer in elkaar over. Een gevolg van digitalisering.
5. vergroting van de zintuiglijke ervaring: vooral in woord en beeld.
6. geen scheidslijn meer tussen interpersoonlijke communicatie en klassieke massacommunicatie.
7. groei van het aantal professionals: het aanbod van communicatiebanen en -beroepen neemt toe.
2. Van actie naar interactie.
Communicatiewetenschap is multidisciplinair: diverse wetenschappers uit verschillende gebieden
(disciplines) bestuderen communicatieprocessen. Communicatiewetenschap is vaak interdisciplinair:
diverse wetenschappers uit verschillende gebieden (disciplines) werken samen om meer zicht te
krijgen op het communicatieproces.
Al die wetenschappers hebben verschillende visies of opvattingen. Dat hangt af van de visie, die men
heeft op de verschillende basiselementen van communicatie. Meestal worden zender, ontvanger,
boodschap en medium als de kern van het communicatieproces gezien. Iets preciezer is de indeling
van de volgende zeven basiselementen van communicatie.
Basiselementen van communicatie:
1. de verbinding tussen zender en ontvanger: koppeling is meestal via middelen, kanalen en media.
2. het transport van communicatiegegevens: het overdragen van informatie
3. de intentie van de zender: zender beïnvloedt denken van ontvanger door prikkels te sturen.
4. de rol van maatschappelijke organisaties: deze organisaties bepalen voorwaarden en
mogelijkheden in het hele communicatieproces.
5. taalgebruik en symboolgebruik: de codering die in de boodschap te vinden is. Deze codering van
kan verbaal of visueel zijn.
6. de gemeenschappelijke relatie tussen zender en ontvanger: deze relaties ontstaan door een goed
contact tussen beide spelers.
7. de reacties van de ontvangers: bij het verwerken van de boodschap gaat het om de interpretatie en
selectie door de ontvangers. Hun reacties worden hierdoor bepaald.
Het bestuderen van communicatieprocessen was begin 20e eeuw vooral gericht op de actiegerichte
zendercommunicatie. Na 1950 kwam er meer aandacht voor effectiviteitsgerichte communicatie. Pas
de laatste jaren is de interactief gerichte communicatie onderwerp van veel onderzoek.
De ontwikkeling van het denken over communicatie kun je globaal in drie fasen verdelen:
1. de actiegerichte benadering (de handeling van de zender bepaalt alles)
2. de effectiviteitsgerichte benadering (de zender houdt rekening met de wereld van de ontvanger)
Gedownload door Dit is niet echt een samenvatting (rlm.pijnenburg@gmail.com)
, lOMoARcPSD|2697772
3. de interactieve benadering: het gaat om de wederzijdse betrokkenheid tussen zenders en
ontvangers .
Als je die verschillende benaderingen apart verder uit wil werken, ga je kijken naar de verschillende
manieren, waarop de basiselementen van een communicatieproces in een bepaalde samenhang
onderzocht kunnen worden.
3. Visie en beoordeling
Er zijn veel verschillende definities van communicatie te geven. Als je die benaderingen verder uit wil
werken, geef je precies aan, welke basiselementen van een communicatieproces je wil bestuderen en
hoe je de samenhang tussen bepaalde basiselementen opvat. Dat hangt af van je eigen invalshoek: bij
iedere visie hoort een aparte selectie van de basiselementen. Iedere benadering van communicatie
brengt een andere definitie van het communicatieproces met zich mee. Die definitie bepaalt, wat je
invalshoek wordt. Je kunt de nadruk leggen op de intentie of bedoeling van de zender, op het effect,
dat je bij de ontvanger wil bereiken, of op het gemeenschappelijk beleven. Op grond van de gekozen
definities kom je tot criteria om te beoordelen, of het communicatieproces geslaagd is. Bij iedere visie
hoort een apart criterium, waarmee je kan aangeven, of een communicatieproces wel of niet geslaagd
is. Zo kun je verschillende criteria aangeven bij de actiegerichte, de effectiviteitsgerichte en de
interactief gerichte benadering. Het bestuderen van communicatieprocessen hangt af van wat je precies
wil bestuderen: de bewuste acties van de zender, de effecten voor de ontvangers of de
interactieprocessen.
1. Intentionaliteitscriterium.
De bedoeling van de zender is bepalend bij het gedrag of de actie. Het Intentionaliteitscriterium is
gericht op de intentie of bedoeling van de zender. Je bestudeert, in hoeverre de bedoeling van de
zender gerealiseerd is. Zo bepaal je of de actie van de zender geslaagd is. Ook wel actiegericht
criterium genoemd.
2. Effectiviteitscriterium.
Het effect van de mediaboodschap op de ontvangers is bepalend. Bij de effectiviteitsgerichte
benadering staat het soort “impact” op de ontvangers centraal. Omdat de zender rekening houdt met de
leefwereld van de ontvangers, wil een onderzoeker nagaan, in hoeverre de mediaboodschap
tegemoetkomt aan die beleving van de ontvangers. Dat is het effectiviteitscriterium: de wijze van
ontvangst bepaalt, of het communicatieproces geslaagd is.
3. Interactiviteitscriterium.
Bij het bestuderen van de interactieve communicatie breng je de wisselwerking of wederzijdse
betrokkenheid tussen zenders en ontvangers in kaart. Je gaat als onderzoeker na, in hoeverre die
wederzijdse betrokkenheid geslaagd mag heten.
Een korte en moderne definitie van communicatie is:
Communiceren is elkaar wederzijds informeren en beïnvloeden.
Bij iedere benadering kun je ook een onderscheid maken tussen het overbrengen van de inhoud van de
boodschap (communicatie als transportmiddel) of op het gemeenschappelijk delen en beleven
(communicatie als cultureel ritueel). Sinds de opkomst van internet is een interactieve benadering het
meest to the point.
Bij moderne massacommunicatie zijn interactiviteit en cultureel ritueel belangrijke invalshoeken.
Eenrichtingsverkeer is niet langer bepalend voor massacommunicatie. Het massabegrip is eveneens
verouderd. De uniforme massa van vroeger is een pluriform en veelkoppig publiek geworden. In plaats
van een homogene massa kun je nu per communicatiesituatie een onderscheid maken tussen
publieksgroepen, doelgroepen en stakeholders.
Gedownload door Dit is niet echt een samenvatting (rlm.pijnenburg@gmail.com)
, lOMoARcPSD|2697772
De publieke opinie van de publieksgroepen is geen eenvoudige optelsom van stabiele individuele
opinies, maar een steeds veranderend geheel van gemeenschappelijke meningen en gedeelde
stemmingen van steeds wisselende publieksgroepen. De media-explosie manifesteert zich vooral in
een groei van het aantal mediaboodschappen, informatiedragers, kanalen en mediatypen. Die enorme
mediagroei heeft zowel kwalitatieve als kwantitatieve aspecten. Wil je de invloed en de werking van
massacommunicatie achterhalen, dan is allereerst een goede analyse van de specifieke boodschap en
van de specifieke publieksgroep nodig.
Belangrijke punten van transport:
1. ieder transport is overdracht van informatie (van data of gegevens)
2. iedere boodschap kent een zakelijke kant en een emotionele en sociale kant. Bij het transport gaat
het vooral om het overbrengen van de zakelijke en rationele inhoud van een boodschap.
3. de ontvanger heeft nooit precies dezelfde kennis als de zender. Daarom is er het nodig te letten op
het effect van je boodschap op de ontvangers: kunnen ze de boodschap begrijpen?
Belangrijke punten van cultureel ritueel:
1. het gaat om de menselijke omgang met informatie en de persoonlijke verwerking van de
mediaboodschap.
2. communicatieboodschappen zijn nooit neutraal: zowel zenders als ontvangers kleuren een
mediaboodschap persoonlijk in.
3. er wordt rekening gehouden met meer sociale en emotionele kanten van de boodschap.
4. het effect hangt af van de invulling hiervan: welke appèllerende, expressieve en relationele kanten
van de mediaboodschap spelen de boventoon?
4. Massacommunicatie: de klassieke benadering
Interpersoonlijke communicatie is gebaseerd op interactie. Interactie is direct wederzijds handelen
tussen personen.. In gesprekken zijn deze personen om de beurt zenders en ontvangers. Iedere
interpersoonlijke communicatie is in principe interactieve communicatie. Interactieve communicatie
is wederzijds op elkaar betrokken communicatie. Een andere vorm van communicatie is
massacommunicatie. De klassieke massacommunicatie is de wereld van pers, boek, film, radio en TV.
Dat zijn de klassieke massamedia. Hierbij gaat het om eenrichtingsverkeer met een onbekende
ontvanger. Deze massacommunicatie is voor iedereen toegankelijk en dus openbaar.
Massacommunicatie - een klassieke en een moderne definitie
De definitie van het begrip massacommunicatie van de Duitse psycholoog Maletzke is klassiek
geworden. Onder massacommunicatie wordt door hem een vorm van communicatie verstaan,
• die plaatsvindt door de media,
• die verloopt zonder dat de zender en ontvanger van rol wisselen,
• waarbij boodschappen openbaar zijn,
• waarbij boodschappen een publiek worden overgebracht,
• die indirect is.
Het kernelement van deze definitie is dat massacommunicatie openbaar is. Deze moderne definitie
kunnen we kernachtig weergeven: massacommunicatie is openbare communicatie.
Vanuit deze benadering van communicatie gaat het erom te achterhalen, hoe dat proces van
massacommunicatie precies plaats vindt.
De klassieke beginvraag van de massacommunicatie bevat alle elementen die voor een goed begrip
nodig zijn. Die kernvraag is heel eenvoudig:
Wie zegt wat tegen wie, via welk middel en met welk effect?
We onderscheiden de zender (wie), de boodschap (wat), de ontvanger (tegen wie) en het medium
(welk middel). Ook kunnen we kijken naar de potentiële gevolgen voor personen (met welk effect).
Gedownload door Dit is niet echt een samenvatting (rlm.pijnenburg@gmail.com)
, lOMoARcPSD|2697772
Dat zijn analyse-eenheden. Je moet al die elementen van een communicatieproces vanuit meerdere
vakgebieden (disciplines) bekijken.
Analyse-eenheden: de samenhang tussen deze elementen. Het gaat om de verbanden tussen
zender, ontvanger, boodschap, middel en effect.
Multidisciplinair: wetenschappers bestuderen een communicatieonderwerp vanuit meerdere
disciplines: sociologie, psychologie, economie, taal- en letterkunde, enz.
Werken deze wetenschappers samen dan noemen we dat interdisciplinaire benadering.
Massacommunicatie is altijd openbare communicatie. Voor het schema met kenmerken van de
massacommunicatie en interpersoonlijke communicatie zie Hfst. 4, blz. 30, druk 2011.
Een moderne definitie van massacommunicatie:
Massacommunicatie is elkaar via de openbaarheid informeren en beïnvloeden. (p. 33)
5. Massa en publiek
Het begrip “Massa” wordt doorgaans opgevat als een grote hoeveelheid mensen bij elkaar op
eenzelfde plek en tijd. Bij het massabegrip hoort altijd een elitebegrip: de groep mensen, die zichzelf
niet tot massa rekent. De massa wordt vaak als gevaar voor de elite gezien. Volgens de elite hoort
vaak alles wat slecht is bij de massa. De leden van een elitegroep zijn zelf namelijk goed, beschaafd,
slim en dat is de massa niet. Dit onderscheid tussen elite en massa is steeds twijfelachtiger geworden
in onze tijd. Er werd in de 20e eeuw nogal eens een onderscheid gemaakt tussen elitecultuur en
massacultuur. Zo drong ook een bepaald begrip van “massa” door in de communicatiestudies. Men
ging spreken van massacommunicatie. Er werd in toenemende mate ervanuit gegaan, dat “de massa”
een politieke machtsfactor waar je rekening mee moest houden. De twintigste eeuw wordt ook wel de
Tijd van de Massa's genoemd.
Wat bij de massacultuur niet kan ontbreken is het verschijnsel van de massamedia. Hieronder vallen
pers (dagbladen, tijdschriften, boeken), radio, televisie en bioscopen.
Het denken in termen van massa en elite heeft veel van zijn actualiteit verloren. De vroegere massa is
tegenwoordig een modern publiek geworden. Publiek staat nu voor de verzamelnaam voor alle soorten
publieksgroepen. De boodschap is nog steeds voor iedereen toegankelijk. Daardoor is de studie van
massacommunicatie veel meer een empirische studie geworden van de relaties tussen zenders, media,
boodschappen, en verschillende soorten publieksgroepen.
Het moderne publiek bestaat uit diverse mensen:
die via media gelijktijdig of ongelijktijdig worden bereikt
die niet bij een sociale klasse of bevolkingsgroep horen
die bron en gebruiker van de media kunnen zijn
die verbonden kunnen zijn met elkaar door dezelfde doelen en belangen
die bekend of onbekend zijn voor de zender
van wie de groepskenmerken ongelijksoortig zijn
Je kunt publieksgroepen segmenteren. Segmenteren is indelen.
Je deelt een bepaalde publieksgroep in al naar gelang bepaalde criteria:
a. leeftijd, sekse, inkomen, opleiding, woongebied (de klassieke marketingsegmentatie)
b. life-style, betrokkenheid en interesse.
c. soort media-gebruik (mediakeuzes, tijdsbesteding)
d. soort zakelijke / professionele contacten en relaties.
Je kunt een publieksgroep met behulp van deze segmentatiecriteria preciezer omschrijven.
Publieksgroepen zijn geen doelgroepen. Publieksgroepen zijn aanwezig in de omgeving. Doelgroepen
niet: die kies je als organisatie om mee te communiceren. Publieksgroepen en stakeholders als experts,
opinieleiders en journalisten bepalen de publieke opinie.
Gedownload door Dit is niet echt een samenvatting (rlm.pijnenburg@gmail.com)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller collectief_samenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.