Het boek is zo verschrikkelijk moeilijk om te leren. Gelukkig is het mij uiteindelijk gelukt om het vak te halen. Mijn cijfer was een 7.3 terwijl ik maar zeven van de 9 hoofdstukken had geleerd. Hiervan heb ik zes hoofdstukken samengevat.
H1
1.1.1 Definitie nut en prijs van arbeid.
Arbeid is het verrichten van taken die nut hebben voor de mensen die ze uitvoeren, voor hun naaste
omgeving alsmede voor de maatschappij als geheel.
De waarde van arbeid is te onderverdelen in ruilwaarde en gebruikerswaarde. De ruilwaarde is de
prijs van arbeid op de markt, dat meestal is uitgedrukt in geld. De gebruikerswaarde is het nut van
arbeid voor degene die hem verricht, voor de omgeving en maatschappij als geheel.
De drie opbrengsten van arbeid zijn dus:
1. Materiële opbrengst: de beloning en andere (materiële) voordelen die via de arbeid worden
verkregen;
2. Psychische opbrengst: de geestelijke en emotionele bevrediging die de arbeid schenkt, ook
voor degene voor wie de arbeid wordt verricht, de cliënten/klanten van de zorg of
dienstverlening;
3. Sociale opbrengst: de contacten, de netwerken en de sociale status die via de arbeid worden
verkregen en de maatschappelijke behoeften die erdoor worden vervuld.
Nut heeft zowel een subjectieve als een objectieve kant. Het subjectieve nut is de opbrengst van de
arbeid voor het gevoel van degene die hem verricht, het objectieve nut is het meetbare resultaat
van arbeid.
Bij arbeid gaat het om het uitvoeren van arbeidstaken met een nuttigheidswaarde voor eigen of
andermans gebruik en op de markt.
Mantelzorg is verrichten van zorgtaken voor verwanten of vrienden binnen de familie of
vriendenkring. Thuiszorg is het uitvoeren van zorgtaken door beroepskrachten.
Sisyfusarbeid arbeid betekent nutteloze arbeid.
1.1.2 Waardering van arbeid
Humane arbeid is arbeid die rekening houdt met de wensen en verwachtingen van mensen, met hun
psychische en fysieke hoedanigheden en met de onder- en bovengrens van hun mogelijkheden.
Kinderwetje van Van Houten. Een wet die dateert uit 1874. Het kinderwetje van Van Houten gold
voor de kinderen in fabrieken onder de 12 jaar.
De arbeidswet 1919 bracht de arbeidstijd voor alle werknemers in de industrie op 8 uur per dag en
45 uur per week. De wet golf niet voor landarbeiders, thuiswerkers en dienstboden.
Steeds meer arbeidstijden en lonen gingen bij collectieve arbeidsovereenkomst geregeld worden,
waardoor er een grotere samenhang tussen arbeidstijd en beloning.
Rond 1960 werd de vijfdaagse werkweek ingevoerd en vanaf die tijd werkte men gemiddeld acht uur
per dag en vijf dagen per week.
In 1996 trad, ter vervanging van de achturenwet, arbeidstijdenwet in werking, waarin onder andere
de mogelijkheden voor avond-, nacht-, zaterdags- en zondagsarbeid werden verruimd.
, Bij overwerk kan men zich afvragen of dat komt door:
1. Onverwachte pieken;
2. Het blijvende vele werk;
3. Besparing op personeel;
4. Slechte organisatie.
Vrije tijd wordt meestal gedefinieerd in termen van de tijd die overblijft als taken als arbeid en
zorgtaken gedaan zijn.
Alle lidstaten van de Europese Unie streven naar een zo groot mogelijke arbeidsparticipatie en het
bevorderen van optimale arbeidsongeschiktheid, in het kader van actieve welvaartstaat. Deze heeft
drie doelstellingen: goed opgeleide burgers, een activerend arbeidsmarktbeleid en beperking van de
uitgaven voor sociale zekerheid.
De participatiegraad is het percentage van de gehele populatie (werkend zowel als werkloos) dat
direct beschikbaar is voor arbeid. Het doel van 2010 voor de Europese landen is het halen van een
participatiegraad van 70%. (De Lissabon-doelstelling)
1.2 onbetaald werk
Zolang wij onze sociaaleconomische orde beschouwen als een arbeidsstelsel, wordt alleen
loonarbeid erkend en gehonoreerd. Huishoudelijk werk, zorgarbeid en vrijwilligerswerk zijn vormen
van schaduwarbeid. De schaduwarbeid is een voorwaarde voor het kunnen deelnemen aan het
arbeidsbestel.
1.3 Deeltijdarbeid
Op de vraag waarom de arbeidsdeling tussen mannen en vrouwen nog zo traditioneel is als zij is,
geeft Van Doorne Huiskes antwoord vanuit het genderperspectief. Gender is een aanduiding van
sekse, niet in lichamelijke zin, maar als een sociale en normatieve constructie.
Het verschil tussen de lonen van mannen en vrouwen wordt loonkloof genoemd.
Tot informele arbeid worden activiteiten gerekend waarover geen belastingen en
socialezekerheidsbijdragen worden betaald en die ook niet worden gemeld aan de
uitkeringsorganen.
Hoofdstuk 2 Geschiedenis van arbeid en de arbeidsethos
2.1 het cyclische karakter van arbeid
Het cyclische karakter van arbeid is een belangrijk leerstuk in de arbeidseconomie en de
arbeidssociologie. De kern hiervan is regelmaat in de herhaling op de kortere of langere
termijn waarmee bepaalde verschijnselen, bijvoorbeeld werkloosheid, recessie, of inflatie
maar ook opvattingen zich daaromtrent, zich voordoen.
Alles in de arbeidswereld is cyclisch:
Wat geweest is, komt terug;
Wat is, maakt plaats voor wat het was;
Nieuw is een variant van oud.
De industriële revolutie was niet zo revolutionair verlopen als de term weergeeft. Deze
revolutie werd gekenmerkt door een grote mate van geleidelijkheid, voortdurende op- en
neergang van organisatie en techniek mede onder invloed van weerstand van de
arbeidende bevolking en zij besloeg in feite ruim een eeuw.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Danny94. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.