Lymfevaten vervullen in het lichaam een aantal belangrijke functies; zo draineren ze de weefsels en
zijn ze onderdeel van ons immuunsysteem.
De wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek en de behandeling van afwijkingen aan de
lymfevaten wordt de lymfologie genoemd.
De belangrijkste afwijking aan het lymfevaten is het lymfoedeem.
Om patiënten met lymfoedeem goed te kunnen diagnosticeren en behandelen is basiskennis van de
anatomie en fysiologie van de lymfevaten onontbeerlijk.
H29.2 Anatomie en fysiologie:
Het lymfatisch systeem is het complex van lymfe, lymfevaten en lymfoïde organen.
Men onderscheidt primaire en secundaire lymfoïde organen.
De primaire zijn:
het beenmerg en de thymus, waar de lymfocyten ontstaan en zich differnetieren tot B- en T-
lymfocyten.
Tot de secundaire lymfoïde organen rekent men:
de lymfeklieren, de tonsillen, de milt en de lymfatische weefsels van de darmen en de bronchiën.
Het lymfatisch systeem zorgt voor drainage van de weefsels en heeft belangrijke immunologische
functies.
Lymfevaten in de huid vormen twee horizontale netwerken van dunwandige lymfecapillairen, een
oppervlakkig subepidermaal gelegen reticulum met nauwe mazen en een wat dieper gelegen systeem
met wijdere mazen, die onderling verbonden zijn door schuin verlopende lymfevaten.
De lymfecapillairen beginnen als blinde endotheelzakjes, die met behulp van ankervezels verbonden
zijn met de omgevende extracellulaire matrix.
Ze zijn gelokaliseerd in de interstitiële ruimtes van alle weefsels met uitzondering van de haren,
nagels, centraal zenuwstelsel, kraakbeen en retina.
In de spleten en ruimtes in het interstitium, ook wel aangeduid als het pre-lymfatisch systeem, begint
het drainageproces, waarbij de lymfe gevormd wordt.
De endotheelcellen in de lymfezakjes liggen dakpansgewijs over elkaar heen en gaan – mee
bewegend met het omringde weefsel – afwisselend open en dicht.
Dit systeem noemt men de primaire kleppen.
De lymfezakjes gaan over in lymfecapillairen die intraluminale kleppen bevatten: de secundaire
kleppen.
Deze lymfecapillairen convergeren naar grotere structuren met meer kleppen, de precollectoren, die
op hun beurt overgaan in collectoren.
De diameter hiervan varieert van 100-600 nanometer.
De wand van de collectoren bestaat uit drie lagen, van binnen naar buiten; endotheelcellen, gladde
spiercellen en een buitenste collageen laag.
Een segment tussen twee kleppen wordt lymfangion genoemd.
Onder invloed van het autonome zenuwstelsel contraheren de gladde spiercellen in opeenvolgende
lymfangia gecoördineerd 10-12 keer per minuut, waardoor een naar centraal gerichte
voortstuwingsbeweging ontstaat en het lymfevocht uit de weefsels wordt afgevoerd.
,Ook andere factoren zoals spieractiviteit, ademhalingsbewegingen en pulsaties van arteriën spelen bij
het voorstuwen van de lymfe een rol; negatieve druk in de buik- en borstholte zorgt voor een naar
centraal gerichte aanzuiging van de lymfe in de grote lymfevaten van het abdomen en de thorax.
De kleppen zorgen ervoor dat de stroom van lymfe de goede kant op gaat en dat geen terugstroming
optreedt.
De afferente collectoren draineren naar de lymfeklieren.
Van daaruit wordt de lymfe via steeds groter wordende efferente vaten naar proximaal gevoerd.
De meeste van deze lymfevaten bevinden zich buiten de spieren, de extrafasciale ruimte en volgen
grotendeels de venen.
Er zijn onderlinge anastomosen tussen de lymfevaten, maar die zijn onregelmatig verdeeld, waardoor
sommige gebieden, de zogeheten waterscheidingsgebieden, minder goed naar elkaar draineren.
Er zijn ook lymfevaten die net onder de spierfascie of diep in de spieren gelegen zijn.
Het oppervlakkige en het diepe systeem zijn met elkaar verbonden door vasa lymphatica perforantia,
die zo heten omdat ze de spierfascie perforeren.
Deze perforaten bevatten kleppen, die van binnen naar buiten gericht zijn.
Het oppervlakkige systeem is dan ook belangrijker voor de afvoer van lymfe dan in het diepe systeem.
De lymfe komt uiteindelijk grotendeels via de borstbuis en de rechter lymfbuis in de veneuze circulatie
in de anguli venose, de hoeken tussen de linker respectievelijk rechter vena jugularis interna en de
vena subclavia terecht.
Een belangrijke functie van lymfevaten is om uit de extracellulaire ruimte in de weefsels via drainage
materialen te verwijderen, die niet direct in de bloedstroom kunnen (terug)komen zoals eiwitten en
diverse cellen.
Ook voeren ze materialen af die in de dermis zijn binnengedrongen zoals micro-organismen,
geïnjecteerde vaccins, kleurstoffen van tatoeages en percutaan geresorbeerde chemicaliën uit
bijvoorbeeld cosmetica, lokale geneesmiddelen en beroepsmatige contactstoffen.
Daarnaast zorgen de lymfevaten voor afvoer van overtollig interstitieel vocht, zodat de weefseldruk
niet te hoog oploopt.
De lymfevaten vormen bovendien een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem.
Lymfocyten en mononucleaire fagocyten patrouilleren door de huid en brengen bacteriën, virussen,
schimmels en toxinen via de afferente lymfevaten naar de lymfeklieren; langerhanscellen in de
epidermis en dermale dendritische cellen transporteren antigenen daar naartoe.
In de lymfeklieren wordt daarop een primaire immuunreactie in gang gezet.
Zonder intacte lymfevaten kan deze immuunreactie niet plaatsvinden.
H29.3
Lymfoedeem
Lymfoedeem = een zwelling van weefsels door ophoping van lymfevocht als gevolg van een
verstoring van het evenwicht tussen lymfeaanvoer en -afvloed.
80% van de gevallen is vrouw.
Primair lymfoedeem wordt veroorzaakt door ontwikkelingsstoornissen van het lymfestelsel en kan
erfelijk of niet-erfelijk zijn.
Sommige vormen manifesteren zich al bij of kort na de geboorte = congenitaal lymfoedeem,
Andere rond de puberteit of na het 35ste levensjaar.
Secundair lymfoedeem komt vooral voor na behandeling wegens mammacarcinoom, een maligniteit
van de vulva, cervix, penis, blaas of prostaat, bij patiënten met recidiverende erysipelas of chronische
veneuze insufficiëntie en bij mensen die behandeld zijn geweest wegens een maligniteit in het hoofd-
hals gebied.
De belangrijkste symptomatische behandelingsmogelijkheden zijn compressietherapie (zwachtelen,
elastische kousen en manuele lymfedrainage).
,Oorzaak/ontstaanswijze
Dynamische insufficiëntie (high output failure) = overbelasting van een normaal lymfesysteem door
verhoogd aanbod van vocht.
Er komt abnormaal veel vocht vanuit de capillairen in de interstitiële weefsels terecht, meer dan de
lymfevaten kunnen afvoeren, vloeistof hoop zich hierdoor op in de weefsels.
Transsudatie = toegenomen uittreden van vocht via haarvaatjes.
Kan ontstaan door hartfalen, infectie, vroege stadia van chronische veneuze insufficiënte, verhoogde
doorlaatbaarheid capillairwand, trauma.
De huid zwelt op en men kan er een putje in drukken =pitting oedeem
Wanneer de zwelling lang zal aanhouden leidt dit tot lymfoedeem
Statische insufficiëntie (low output failure) = afvloedstoornis van lymfe bij normaal aanbod van vocht.
Verstoring van lymfe afvloed kan ontstaan door mechanische belemmering of functionele
belemmering of een combinatie daarvan.
Mechanische belemmering: operatieve verwijdering lymfeklieren, bestraling, postinfectieus
Functionele belemmering: afwezigheid contractie gladde spiercellen, dependency (onvoldoende
spieractiviteit)
De afvloedbelemmering geeft eerst aanleiding tot pitting oedeem door toename van vocht in het
interstitium.
Later ontstaat, door ophoping van eiwitten in het interstitium, onder meer door terugvloed van lymfe,
het lymfoedeem.
Hierin kan afhankelijk van het klinische stadium, niet of veel moeilijker een putje gedrukt worden =
non-pitting oedeem
Gecombineerde dynamische en statische insufficiëntie = door de continue aanvoer van weefselvocht
(dynamische insufficiëntie) raakt het lymfatisch systeem overbelast.
Door dilatatie van de lymfevaten worden de kleppen insufficiënt en raken de vaten beschadigd.
Als gevolg hiervan stromen de lymfevloeistof via de collectoren terug naar de huid =dermale backflow,
(statische insufficiëntie) waardoor lymfoedeem ontstaat.
Klinisch gezien wordt lymfoedeem ingedeeld in primaire en secundaire vormen.
Primair = aangeboren, ontwikkelings- of functiestoornis van lymfevaten en/of klieren
Secundair = verworven, aantoonbare oorzaak
Primair lymfoedeem
Congenitaal (aanwezig vanaf geboorte of eerste levensjaar)
- Congenitale aplasie van de ductus thoracicus
- Hypo- of aplasie van de perifere lymfevaten
- Congenitale afwijkingen van de lymfevaten in de thorax of het abdomen
- Hereditair lymfoedeem type 1
- Syndromen
Lymphoedema praecox (ontstaat voor leeftijd 35 jaar, begint rond de puberteit)
- Erfelijk lymfoedeem
- Non-heriditair lymphoedema paecox
- Diverse zeer zeldzame syndromen
Lymphoedema tarda (ontstaat na leeftijd 35 jaar)
- Non-hereditair lymfoedeem
, Wereldwijd is filariasis = parasitaire infectie, de belangrijkste oorzaak van secundair lymfoedeem.
In Nederland ontstaat lymfoedeem vaak na oncologische ingrepen (mammacarcinoom 8-38%,
vulvacarcinoom 40-60%).
Adjuvante radiotherapie op regionale lymfeklierstations vergroot de kans op lymfoedeem aanzienlijk.
Recidiverende erysipelas is ook een bekende oorzaak, al blijkt dat patiënten vaak al een afvloed
stoornis hadden, wat door de wondroos manifest is geworden.
Klinisch beeld
Lymfoedeem is meestal gelokaliseerd aan de benen.
Behalve bij het ontstaan na behandeling van mammacarcinoom of een
maligniteit in het hoofd-halsgebied.
Het kan unilateraal of dubbelzijdig zijn en beperkt tot de voeten en
onderbenen of het gehele been treffen.
Primair lymfoedeem begint meestal distaal en breidt zich uit naar proximaal
=ascenderend (opstijgend) lymfoedeem.
Secundair lymfoedeem begint vaak rond de obstructie, waarna de rest van
het betreffende ledemaat geleidelijk opzwelt = descenderend (afzakkend)
lymfoedeem.
Het belangrijkste kenmerk van lymfoedeem is de aanwezigheid van oedeem,
bij lymfoedeem van de benen vooral aan de voeten en de onderbenen.
In de beginfase is het mild en vluchtig en kunnen er putjes in gedrukt worden
(pitting oedeem).
In de loop van de tijd wordt de zwelling erger en heeft minder de neiging te
verdwijnen; geleidelijk wordt de huid wat harder en het oedeem non-pitting.
Het teken van Stemmer is hierbij veelal positief; bij het oppakken van de huid
bij de basisfalanx van de 2e teen kan door de dikte van de huid geen
lengteplooi op de voetrug worden gemaakt.
De tenen krijgen het aspect van worstteentjes.
De huid gaat geleidelijk aan hyperkeratose vertonen, er ontstaan papels en
later meer uitgesproken hypertrofie van de weke delen.
Door uitrekken van de huid ontstaat vaak een steriele ontstekingsreactie, die lijkt op cellulitis.
Er wordt vaak gebruik gemaakt van een klinische indeling in drie stadia:
Stadium 1:
- Vroege, geheel reversibele, fase met ophoping van eiwitten en macromoleculen met pitting
oedeem, dat verdwijnt na hoog leggen van het aangedane ledemaat
Stadium 2a:
- Als stadium 1, maar de zwelling verdwijnt niet geheel na hoogleggen
Stadium 2b:
- Toenemende fibrosering met een non-pitting component.
Er zijn irreversibele componenten
Stadium 3:
- Lymostatische elefantiasis, huidveranderingen, vooral non-pitting zwelling.
Deze fase is geheel irreversibel.
De mate van volume verandering t.o.v. uitgangssituatie of bij eenzijdig lymfoedeem t.o.v. andere
ledemaat kan als volgt worden vast gesteld:
Graad 1: gering oedeem volumetoename <10%
Graad 2: matig oedeem volumetoename 10-20%
Graad 3: sterk oedeem volumetoename 20-40%
Graad 4: massaal oedeem volumetoename 40-80%
Graad 5: elefantiasis volumetoename 80-160%
Graad 6: gigantisch oedeem volumetoename >160%
Bij langdurig bestaan van lymfoedeem wordt de huid hyperkeratotisch, gepigmenteerd, papillomateus
en soms verruceus.
Hierin kan bij een trauma een ulcus cruris ontstaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller delore. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.95. You're not tied to anything after your purchase.