Inleiding tot het recht – Volume II
Hendrik Vanhees, 2020
Inleiding tot het recht – Volume II.......................................................................................1
1 Hoofdstuk 1: Indeling van de goederen............................................................................2
2 Hoofdstuk 2: Zelfstandige zakelijke rechten.....................................................................5
3 Hoofdstuk 3: De zakelijke zekerheden............................................................................10
1 Hoofdstuk 1: De verbintenissen in het algemeen............................................................12
2 Hoofdstuk 2: Overeenkomsten.......................................................................................16
3 Hoofdstuk 3: De grondbeginselen en de interpretatie van overeenkomsten...................18
4 Hoofdstuk 4: De geldigheidsvoorwaarden van de overeenkomst...................................21
5 Hoofdstuk 5: Hoe ontstaan overeenkomsten?................................................................24
6 Hoofdstuk 6: De uitvoering van de overeenkomst..........................................................26
7 Hoofdstuk 7: Derden en de overeenkomst......................................................................30
8 Hoofdstuk 8: Tenietgaan van overeenkomsten..............................................................32
1 Hoofdstuk 1: De koop-verkoop.......................................................................................33
2 Hoofdstuk 2: De huurovereenkomst...............................................................................33
3 Hoofdstuk 3: De voornaamste andere overeenkomsten?...............................................34
4 Wat zijn persoonlijke zekerheden?.................................................................................35
1 Hoofdstuk 1: Aansprakelijkheid: een overzicht...............................................................36
Recht en Onderneming p 1 van 37
, Deel V. Goederen en zakenrecht
1 Hoofdstuk 1: Indeling van de goederen
In het recht wordt er een onderscheid gemaakt tussen lichamelijke en onlichamelijke goederen
(categorie I) maar ook tussen roerende en onroerende goederen (categorie II). Hiervoor zijn
verschillende regels van toepassing.
1.1 Categorie I: lichamelijke onlichamelijke goederen
Lichamelijke goederen Onlichamelijke goederen
= Goederen zie zintuigelijk waarneembaar en = Deze zijn onstoffelijk. Het zijn producten van
stoffelijk zijn. Ze worden ook zaken genoemd. de menselijke geest (intellectuele rechten) of
- Je stoel, je schoenen, planten etc. abstracte ideeën van goederen uiteenlopend
van aard.
- Auteursrecht, octrooi, kwekersrecht,
merkenrecht etc.
Het eigendomsrecht wordt vereenzelvigd met het goed zelf.
- Eventueel kunnen bepaalde onderdelen van het eigendomsrecht afgesplitst worden
- Bv.: Huis = eigendomsrecht (Vruchtgebruik – erfpacht – hypotheek)
1.2 Categorie II: roerende en onroerende goederen
Roerende goederen Onroerende goederen
= Zaken die je kan verplaatsen = Zaken die je niet kan verplaatsen
- Je stoel, je schoenen, etc. - Een huis, een stuk bouwgrond etc.
De juridische verschilpunten tussen de behandeling van roerende en onroerende goederen zijn o.a.
de volgende:
- Verschillende procedure beslag
- Verschillende regelingen inzake verjaring
- Fiscaal recht: onderscheidend
o Onroerende goederen = registratierecht
o Roerende goederen = BTW; wegens de Europese reglementering inzake BTW werd
België wel verplicht om deze regeling aan te passen
1.2.1 Onroerende goederen
1/ Onroerend door hun aard = Dit zijn de goederen die niet verplaatsbaar zijn of die alleen
verplaatsbaar zijn door hun essentie zelf aan te passen
- Bv.: appartement, gronden, bomen etc.
2/ Onroerend door incorporatie = Dit zijn roerende voorwerpen die verenigd zijn met
onroerende goederen en daarom hun zelfstandigheid
hebben verloren
- Bv.: een tafel die eerst op wieltjes stond
vastgemaakt aan de grond
Dit proces wordt “natrekking1” genoemd
1
Heeft dit in gevolgen?
In praktijk wel. Zo werd geoordeeld dat kranen, zelfs indien ze gedeeltelijk verplaatsbaar zijn
Recht en Onderneming p 2 van 37
, 3/ Onroerend door bestemming = Goederen die uit hun aard roerend zijn, maar door de wet
anders worden beschouwd. Er is een bepaalde economische
of materiële band tussen het onroerend goed en een goed
dat van nature roerend is. Ze zijn ook nodig om een gebouw
te voltooien.
- Bv.: een venster, een trap, lift etc.
1.2.2 Roerende goederen
Roerend uit eigen aard Alle verplaatsbare goederen, die niet ontroerend zijn door
bestemming
- Bv.: een rugzak, een pen etc.
Roerend door wetsbepaling Door de wet bepaald dat een zaak roerend is. Dit om
betwisting te vermijden.
- Bv.: elektriciteit, aandelen, auteursrechten puur
omdat de wet het zegt
Roerend door anticipatie Het is het lot van deze goederen dat ze worden losgemaakt
van een onroerend goed en dus roerend worden. Ze worden
reeds beschouwd als roerend
- Bv.: groente en fruit (zes weken voor de oogst). Ook
zij zijn bedoeld om los te komen, afbraakmateriaal, …
1.3 Categorie III: Gebruiks- en verbruiksgoederen
Gebruiksgoederen Verbruiksgoederen
- Kan men meer dan één keer gebruiken - Gaan teniet na één keer te gebruiken
- Gaan kapot door slijtage - Bv.: etenswaren, geld, brandstof (cf. “fast
moving consumer goods”)
- Bv.: meubelen, machines en auto’s
Onderscheid is juridisch belangrijk, Bv. bij de teruggaveplicht:
- Gebruiksgoederen: je leent Bv. een stofzuiger bij je buur
o Bruikleen: Je bent verplicht om deze terug te geven
o Tenietgaan van het goed: zonder fout van de lener draagt de eigenaar van het
gebruiksgoed het risico.
- Verbruiksgoederen: je leent Bv. suiker
o Bij verbruiklening moeten gelijkaardige voorwerpen worden teruggegeven. Bv.
Teruggave van geld (het kan nooit exact hetzelfde geld zijn – natuurlijk wel hetzelfde
bedrag!)
o Tenietgaan van het verbruikbare goed: het risico ligt bij de lener.
1.4 Categorie IV: Domeingoederen
Domeingoederen zijn …
- … de goederen die toebehoren aan publiekrechtelijke rechtspersonen.
- de goederen van particulieren (die vrij beschikken over hun goederen), worden de overheidsgoederen
beheerd en vervreemd volgens strikte wettelijke voorschriften.
Er zijn twee categorieën, namelijk:
(rolkranen) door incorporatie in de havenkade onroerend geworden zijn.
Recht en Onderneming p 3 van 37
, Openbaar domein Privaatdomein
… goederen die eigendom zijn van de overheid, … zijn ook goederen van de overheid, maar niet
maar bestemd voor ons allen voor het publiekelijk belang bestemd zijn.
- Bv. voetpaden, havens etc. - Kunnen wél in beslag worden genomen
- Kunnen niet in beslag worden genomen (of verkocht, verhuurd worden etc.)
noch verjaren of worden verhuurd. - Bv.: het kantoormateriaal van
- De bestemming wordt hetzij ambtenaren
stilzwijgend, of uitdrukkelijk gewijzigd
door desaffectatie.
1.5 Categorie V: Zelfstandige zakelijke rechten en zakelijke zekerheidsrechten
V.1: Zelfstandige zakelijke rechten
- Rechten waarbij je een heerschappij hebt tegenover een zaak dat recht staat op zichzelf
o Bv.: het eigendomsrecht (dit geeft jou heerschappij op een zaak)
V.2: Zakelijke zekerheidsrechten
- Zijn onzelfstandig omdat ze enkel bestaan als bijkomend recht bij een vorderingsrecht of een
andere juridische verbintenis.
- Het zakelijk recht dient dan als een waarborg of als een zekerheid van het vorderingsrecht.
o Bv.: je hypotheek en pand
Bv.?
- Je koopt een huis of een bouwgrond: hiervoor moet je gaan lenen bij de bank. Hiervoor wil
de bank een waarborg (zekerheid dat je de lening terugbetaald/ zekerheid dat het geld
terug bij de bank komt). Hiervoor vraagt de bank een hypotheek op het huis: de bank krijgt
dus de aanspraak op een bepaald gebouw en kunnen deze verkopen indien jij het gebouw
toch niet kan betalen. Dit bestaat enkel en alleen op basis van deze lening. Dus eens de
lening over is, is dit zakelijk zekerheidsrecht ook voorbij.
V.3.: De persoonlijke zekerheden maken deel uit van het contractenrecht.
- Zij waarborgen de terugbetaling niet door een zaak, maar via een persoon (zie verder).
Recht en Onderneming p 4 van 37
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrittBeaujean. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.