Koop
Inleiding
De handel begint altijd met een koopovereenkomst. Het is echter geen gewone
koopovereenkomst. Als het gaat over commerciële/internationale verkopen, dus niet
bedoeld voor consumenten. Het is in eerste plaats wel een koop, dus alle gewone regels
hiervoor gelden ook maar er zijn een hoop bijkomende problemen. Een van deze
problemen is dat koper en verkoper zich niet op dezelfde plaats bevinden. Het
zogezegde ‘’boter bij de vis’’ is dan niet mogelijk (bij levering direct betalen). Dit levert
weer extra problemen op. De goederen moeten namelijk vervoerd worden.
- Wie gaat de transport regelen en betalen?
- Wie draagt het transportrisico? Wat als er wat gebeurd met de goederen.
- Hoe en wanneer wordt de koopprijs betaald?
- Wanneer wordt de conformiteit van de geleverde goederen gecontroleerd?
Aspect 1: vervoer
Op het moment dat koper en verkoper niet op dezelfde plaats zijn, betekent dat de
verkochte goederen vervoerd moeten worden. Er zijn hier allerlei manieren voor (zee,
binnenwateren, weg, lucht). Dit wordt het transportrecht genoemd. Als de goederen
tijdig en conform afspraak worden geleverd, dan levert dit over het algemeen juridisch
gezien geen problemen op. Maar wat als er tijdens het transport schade ontstaat? Of de
transport komt veel te laat aan? De vraag is dan wanneer de vervoerder aansprakelijk is
voor de problemen en welke verweermiddelen hij kan inroepen.
Aspect 2: betalingstechnieken – waardepapieren
Als partijen niet bij elkaar zijn dan wordt betaling problematisch. Waarom is betaling bij
internationale transacties vaak een probleem? Dit komt omdat er hier tegengestelde
belangen zijn. De partijen kennen elkaar niet en vertrouwen elkaar dus niet. Verkoper
wil het liefst betaald krijgen voordat hij de goederen gaat verschepen, maar de koper wil
natuurlijk pas het liefst betalen nadat hij de goederen heeft gecontroleerd. Een
oplossing hiervoor is een derde, betrouwbare partij. Vaak is dat een bank, of meerdere,
maar het kunnen ook andere instellingen zijn. de derde partij zorgt voor de bescherming
van de koper en verkoper. Er zijn systemen als documentair krediet en documentaire
incasso die men waardepapieren noemt. Een waardepapier is een document dat
goederen vertegenwoordigd.
1
, 2020-2021
Aspect 3: handelstussenpersonen
Je kunt alleen producten verkopen wanneer mensen weten dat jouw bedrijf en producten
bestaan. Hoe weet de koper dat (de producten van) de verkoper bestaan? In het
internationale handelsrecht wordt dan vaak een beroep gedaan op tussenpersonen:
distributeurs en bijvoorbeeld handelsagenten. In de praktijk zijn er hierbij wel een
aantal problemen. Een handelsagent kan namelijk misbruik maken van zijn positie door
bijvoorbeeld de markt te leren verkennen en zodra hij dat gedaan heeft te zeggen ik stop
met werken voor jou. Dit kan ook andersom gebeuren door de werkgever. Het gaat
hierbij over de verhoudingen tussen verkopers en tussenpersonen zowel op het moment
van handelen als wanneer de overeenkomst wordt beëindigd.
Aspect 4: intellectueel eigendomsrecht (IE)
Mensen die te maken hebben met handelstransacties hebben vaak ook te maken met IE
recht. Makers van bedrijven vinden meestal niet helemaal nieuwe ideeën uit: meestal
passen ze een bestaand idee een beetje aan. In principe mag dat want een idee als
zodanig kun je juridisch niet beschermen, maar hier zijn wel andere constructies voor
bedacht. Puur kopiëren mag niet; degene die het idee heeft bedacht wordt dan
beschermd.
Aspect 5: verzekeringsrecht
Als er dingen misgaan, kan dat grote financiële consequenties hebben. Een mogelijkheid
is dan een verzekering zodat je eigen aansprakelijkheid wordt beperkt.
Kenmerken van het handelsrecht
- Vanaf 1991 valt het handelsrecht onder het burgerlijk recht. Vroeger was het
afzonderlijk. Het onderscheidende criterium was ‘’daden van koophandel’’ tot
1934. Het handelsrecht valt tegenwoordig onder het bijzonder deel van het BW.
Er is nog wel een wetboek van Koophandel, maar in de praktijk is het Burgerlijk
Wetboek veel belangrijker geworden.
Burgerlij
Handels
k
-recht
wetboek
- Samenhangende rechtsverhoudingen: koopovereenkomst leidt tot een
vervoersovereenkomst die leidt tot een overeenkomst met financier of bank, die
tot een verzekeringspolis et cetera. In principe zijn ze juridisch afgescheiden,
maar feitelijk zijn ze wel afhankelijk van elkaar. Wat er gebeurt in een
koopovereenkomst is in principe niet van belang voor een vervoersovereenkomst.
Je kunt niet altijd de verweermiddelen uit een onderliggende overeenkomst
gebruiken! Kijk op het tentamen dus altijd over welke overeenkomst het gaat en
wat de rechten en plichten zijn tussen die specifieke partijen.
- Rechtszekerheid: voorspelbaarheid. Je moet dus vooraf al vaststellen wat de
vervolgstappen zijn in het geval er wat fout gaat.
- Internationale dimensie (hoeft niet persé). Handelsrecht kan wel vaak een
internationale dimensie hebben. Als de koper en verkoper in andere landen
wonen is de eerste vraag: welk recht pas je toe? Dat staat vaak in de
overeenkomst, anders wordt het bepaald door het internationaal privaatrecht.
Koop
Algemeen
In essentie is koop een hele eenvoudige overeenkomst. De uitleg staat in art. 7:1 BW:
koop is de overeenkomst waarbij (1) de een zich verbindt een zaak te geven (2) en de
ander om daarvoor een prijs in geld te betalen. Hier vallen ook lokale transacties onder,
zoals de aankoop van een boek. Normaal is dit makkelijk omdat de koper en de goederen
op dezelfde plek zijn. Problemen kunnen hier dan gelijk opgelost worden. Als een brood
2
, 2020-2021
in de winkel valt en die kapot gaat, heeft de koper deze nog niet gekocht en is het risico
nog voor de verkoper. Heb je hem wel gekocht en valt het brood in het water, dan is het
voor het risico van de koper.
Het wordt lastiger als het gaat om internationale (commerciële) koop, een
handelskoop. Partijen zijn dan niet op hetzelfde moment op dezelfde plaats. Dit staat
ook niet in het BW, handelskoop wordt daardoor ook door verschillende auteurs anders
gebruikt. Het staat recht tegenover de consumentenkoop. In de boeken wordt bij
handelskoop vooral gesproken over generieke goederen, commodities: goederen en
grondstoffen, zoals goud, olie, graan en koffie, die in bulk kunnen worden verhandeld.
Dit brengt een aantal consequenties met zich mee. Als graan aan komt in Rotterdam en
het dan beschimmelt blijkt te zijn, dan zal de koper meestal wel een nieuwe lading
krijgen. Het feit dat commodities onderling verwisselbaar zijn, zorgt voor een aantal
consequenties. Maar niet alle handelskoop transacties hebben betrekking op
commodities; veel handel gaat ook bijvoorbeeld over nieuw geproduceerde machines.
Ook deze zijn tot op zekere hoogte vervangbaar, maar dit kan soms maanden duren
voordat het goed opnieuw wordt geleverd.
Bij handelskoop zijn ook vaak fatale termijnen: niet-naleving van dit termijn geeft recht
op ontbinding (art. 6:83(a) BW). Dat is in andere soorten overeenkomsten minder het
geval.
Ook heb je bij handelskoop vaak te maken met traders. Dit zijn vaak ook handelaren die
kopen om zelf weer door te verkopen aan een volgende partij. Dat kan ook weer
juridische consequenties hebben omdat er uiteindelijk een keten is van juridische
koopovereenkomsten. Als er dan ergens een fout gaat in de overeenkomt, kan dit
gevolgen hebben voor volgende overeenkomsten.
Bij een handelskoop moet veel geregeld worden:
- De eigendomsoverdracht
- Het vervoer (kosten en risico)
- Betaling
- Wijze van levering
- Verzekering
- Documentatie
Standaard contracten/clausules
Er zijn verschillende mogelijkheden om deze dingen te regelen. Om het per handelskoop
helemaal vanaf 0 te regelen kost heel veel tijd en moeite, omdat je ook te maken hebt
met verschillende belangen. Er zijn verschillende oplossingen:
1. Eenvormig recht: Weens Koopverdrag (CISG). Dat verdrag regelt heel veel
zaken over internationale koop, behalve als het per overeenkomst wordt
uitgesloten. Dit verdrag is echter niet dwingend dus bepaalde bepalingen kunnen
worden uitgesloten in de overeenkomst tussen partijen. Dit gebeurt in de praktijk
ook vrij regelmatig.
2. Standaardcontracten: voorbeeld: GAFTA voor graan. Deze organisaties hebben
standaard contracten opgesteld die ze kunnen gebruiken bij de koop en verkoop
van graan. Je hoeft hier alleen nog een aantal details zoals de prijs en het gewicht
invullen.
3. Standaardclausules: geen volledig contract, maar bepaalde clausules die je
kunt invullen in een blanco contract.
Voorbeeld: INCOTERMS: international commercial terms. INCOTERMS zijn
geoptimaliseerd door de ICC, de International Chamber of Commerce. Het zijn
standaardclausules, dus alleen toepasselijk indien ze zijn opgenomen in het
contract, het is dus soft-law. Totdat ze expliciet in een contract zijn opgenomen,
hebben ze dus geen kracht. Er zijn vier groepen. Partijen mogen ook de in
overeenstemming de standaardclausules aanpassen bij gebruik.
De verschillen liggen vooral in de verhouding tussen de verplichtingen van de koper en
van de verkoper. (Kijk naar kosten, risico en verzekering):
1. EXW (Ex Works): het komt er op neer dat de verkoper zegt hier zijn de
goederen. Komt ze maar halen. De koper moet alles doen. Hij moet de transport
organiseren en betalen. De verkoper maakt dus alleen kosten bij het
fabricage/opslag proces, loopt alleen dan risico en moet alleen dan de
verzekering regelen. Vanaf de transport is alles voor zorg van de koper.
2. FOB (Free on Board): de verkoper moet zorgen dat de goederen tot aan de
laadhaven gebracht worden. De voor-transport, totdat de goederen aan het schip
gaan, komt voor rekening van de verkoper. Vanaf het moment dat de goederen
verscheept worden zijn de kosten, het risico en de verzekering voor de koper. Tot
die tijd zijn ze voor de verkoper. FOB Rotterdam betekent bijv. dat de goederen
vertrekken uit Rotterdam. De verkoper betaalt de kosten enkel tot aan de
vertrekkingshaven en al het vervoer daarna is voor de verkoper.
3. CIF (Cost Insurance and Freight): het risico gaat hier over van de verkoper
naar de koper zodra de goederen op een zeeschip worden geladen. Het verschil
met FOB is dat de verkoper wel nog het vervoer organiseert (verzekert) en
betaald, maar het risico ligt bij de koper. De verzekering is dus eigenlijk een
voordeel voor de koper, nu deze wordt betaalt door de verkoper en daarna
overgaat op de koper. CIF Rotterdam betekent dat de goederen naar Rotterdam
vervoert worden: het gaat om de kosten v/h transport dus de verkoper betaalt dit
tot in de bestemmingshaven.
4. DDP (Delivered Duty Paid): de goederen moeten op de locatie van de koper
worden gebracht op kosten, risico en verzekering van de verkoper. Dit is dus het
tegenbeeld van EXW. Hier zijn bijna alle verplichtingen voor de verkoper.
Wat regelen de INCOTERMS dus?
- Vervoer (wie moet organiseren/betalen)
- Wanneer gaat het risico over
- Verzekeringsplicht
- Vergunningen, machtigingen, veiligheidstoelatingen en andere formaliteiten
- Wijze en tijdstip van leveren goederen (conformiteit wordt gecheckt op het
moment van levering)
Maar dus niet de eigendomsoverdracht! Wanneer dan wel? Dat staat vaak in het
contract. Zo niet, dan wordt gekeken naar het toepasselijke nationale recht. Dit laatste
is meestal van toepassing, omdat er weinig waarde wordt gehecht aan dit moment. Het
wordt pas relevant op het moment dat er bijvoorbeeld gefaald wordt.
De INCOTERMS worden elke 10 jaar herzien. Op 1 januari 2020 komt de nieuwe versie.
Echter: er is sprake van soft-law, dus partijen kunnen ermee doen wat ze willen.
Basisverplichtingen partijen
De basisverplichting voor de verkoper is het leveren van conforme goederen (art. 7:17
BW). Dit is een absolute verplichting. Er zijn 2 mogelijkheden:
1. In het contract worden criteria/kenmerken van de goederen gespecificeerd. Voor
sommige goederen, zoals graan, zijn standaardcriteria, maar partijen kunnen dit
ook zelf overeenkomen.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellequist. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.