Klinische Bewegingsanalyse (KBA)
Hoorcollege 1 – introductie
Uitleg vak Klinische Bewegingsanalyse
- Centrale vraag: Hoe kunnen mechanische en coördinatieve aspecten van een pathologisch
looppatroon worden gevisualiseerd en gekwantificeerd om ze te gebruiken voor diagnoses,
prognoses en behandeling binnen een klinische setting?
o Waarom lopen deze patiënten zoals ze loopt en hoe kunnen we dit verbeteren?
- Leerdoelen
o Inzicht verkrijgen in de toepassing van bewegingsanalyse binnen de context van
revalidatie
o Specifieke leerdoelen:
1. Inzicht verkrijgen in de voornaamste kinematische en dynamische aspecten van
het lopen
2. Kennis hebben van de terminologie voor beschrijven van het looppatroon zoals
op dit moment gebruikt wordt in de literatuur en in de praktijk
3. Connecties maken tussen het geobserveerde (abnormale) looppatroon en
(veranderende) functies van het spierskelet systeem vanuit een biomechanisch
oogpunt
4. Een observationele (kwalitatieve) analyse kunnen uitvoeren van het normale en
het abnormale looppatroon
5. Een eenvoudige kwantitatieve analyse kunnen uitvoeren van het normale en het
abnormale looppatroon
6. De uitkomsten van deze biomechanische analyses kunnen interpreteren in de
klinische context
7. Begrijpen waarom en op welke manier biomechanische technieken gebruikt
kunnen worden binnen de revalidatiepraktijk en –onderzoek
Overzicht
- 5 ziektebeelden
o Polio / Post-polio syndroom
o CVA (beroerte)
o CP
o Artrose
o Multiple scerose
- Wat houdt de aandoening in?
- Consequenties voor het neuromusculoskeletale systeem
- Consequenties voor het lopen
Leerdoelen
De student:
Kent de ICF International Classification of Functions
Kent de definitie, incidentie en onderliggende pathologie van 5 verschillende aandoeningen
Begrijpt hoe de onderliggende pathologie leidt tot stoornissen
Begrijpt dat deze stoornissen het lopen kunnen beïnvloeden
1
,World Health Organisation (WHO)
- International Classification of Diseases ICD-10
- International Classification of Functions ICF
o Houdt in dat we het ziektebeeld van de revalidatie op drie niveaus beschrijven
Body functions / structures (lichaamsfuncties) – wanneer er hier iets mee mis
is, dan wordt het een stoornis genoemd er is dus iets mis in het lichaam
Activities – wanneer er hier iets mee mis is, dan wordt het een limitation
genoemd als je het hebt over lopen, wat gebeurd in het dagelijks leven en
dit (lopen) kan dus moeilijk gaan. Is gerelateerd aan taken en acties bij een
individu
Participation – wanneer er hier iets mee mis is, dan wordt het restrictions
genoemd gaat over hoe je deelneemt in de maatschappij, dus dan heb je
het bijv. moeilijk met naar school of naar werk gaan
Body functions / structures, activitities en participation beïnvloeden elkaar
en worden beïnvloedt door de ziekte of de trauma
Er spelen ook persoonlijke (eigenschappen van persoon, manier hoe je naar
het leven kijkt) en externe (land, omgeving of ouders) factoren een rol.
Dynamische relatie aandoening – consequenties
Hebben het over de directe consequenties, maar
dit kan leiden tot het vermijden van activiteiten en
compensaties wat weer kan leiden tot secundaire
consequenties, zoals over- en onderbelasting. Dit
is voor elke patiënt anders!
- Wat houdt de aandoening in?
Polio/post-polio syndroom - Consequenties voor het neuromusculaire systeem?
- De ziekte - Wat zijn de consequenties voor het lopen?
o ICD-10: A80
o Het is een virale infectie (fecaal / oraal)
o In 1950 virus geïsoleerd en vaccin ontwikkeld
o Bij 1% van de gevallen wordt het centrale zenuwstelsel aangetast en vooral de
motorneuronen in de wervelkolom. Dit leidt tot spierkracht verlies of zelfs paralyse
van de spieren
- Incidentie
2
, o Begin van 20ste eeuw kwam het nog veel voor, maar na vaccin nam het aantal
meldingen af. Daarna is de ziekte in Nederland helemaal tot bijna verdwenen.
o Polio kan leiden tot het post-polio syndroom en dit komt nog wel veel voor.
Migranten hebben dit vaak en worden dan behandelt in Nederland
- Consequenties van poliomyelitis
o Virus infecteert de lagere motorneuronen: Alpha en Gamma motorneuronen
o Upper en lower motor neurons
Bovenste motorneuronen
Cellichamen in cerebrale cortex
Corticospinal, corticobulbar
Initieert vrijwillige beweging
Beïnvloedt reflexieve bewegingen door facilitatie of inhibitie van
transmissie op het niveau van de synapsen
Als er hier iets mis dan, dan is er iets mist in de controle en
coördinatie
Onderste motorneuronen
Alle neuronen in craniale en spinale zenuwen
Innerveren de spieren
Als er hier iets mis is, dan kan er iets mis gaan bij het uitvoeren van
de beweging
o Herstel van motorneuronen door de ontwikkeling van ‘Giant Motor Units’: Her-
innerveren van spiervezels door overgebleven motorneuronen. Gaint motor units
krijgen het heel zwaar, waardoor ze kunnen uitvallen. Men denkt dat uitval de
oorzaak is voor het post-polio syndroom.
- Post-Polio Syndroom (PPS) – de ziekte
o ICD-10: B91
o 20-30% van de patiënten ontwikkelen PPS: tekenen van paralyse
o Kunnen wel tegelijk functioneren, maar op een gegeven moment gaan de giant
motor neuronen het niet meer redden vezels kunnen het niet meer aan en gaan
dan uitschakelen. Dit leidt tot spierzwakte (uitschakelen onderste motorneuronen),
pijn in spieren en gewrichten, vermoeidheid (centraal & perifeer) en
ademhalingsproblemen (bij ademhalingsspieren)
o Oorzaak is waarschijnlijk door de Giant Motor Unit Burn Out
- Typisch looppatroon na polio:
o Overstrekken van de knie tijdens standfase, voet tijdens zwaaifase hangt slap naar
beneden, bovenlichaam helt over aan het aangedane been (is dunner)
- Consequenties Polio & PPS op het lopen
o Spierzwakte (slappe parese, patiëntafhankelijk verlies van innervatie)
o Contracturen niet normale stand
o Pijn
o Verlies van balans
o Vermoeidheid
o Compensatoir looppatroon kan leiden tot deformiteiten (bv. genu recurvatum;;
knie die helemaal naar hyperextensie kan) = misvorming
- Ortheses
o Om te voorkomen dat er genu recurvatum ontstaat
- Samenvatting
o Polio en PPS worden gekarakteriseerd door patiënt-specifieke spierzwakte
o Dit resulteert in compensatoire bewegingen en locale overbelasting tijdens het lopen
3
, CVA (stroke, beroerte) - CVA = CerebroVasculair Accident ongeluk in vaten in de hersenen
- De ziekte
o ICD-10: I61, I64
o Tijdelijke of permanente stoornis aan het brein als gevolg van disfunctioneren van de
bloedvaten
o TIA = transient ischaemic attack: gevolgen verdwijnen binnen 24u
Bloedophoping gaat snel weer los
o Infarct (80%): trombose en embolie
Bloedophoping gaat niet snel los bloedophoging, en er komt geen
zuurstof
o Bloeding (20%): intra-or extracerebraal
Bloedvat kan kapot gaan, waardoor iets afsterft of kapot gaat
- Stoke: een ischemia or haemorrhage stroke
o Ischemic stroke = herseninfarct
Oorzaak: bloedpropje geen zuurstof meer op plek en hersenen
beschadigen daardoor
o Haemorrhage stroke = hersenbloeding
Oorzaak: teveel bloed in gebied van de hersenen en hersenen beschadigen
daardoor
Oorzaak is dus anders, maar bij beide beschadiging van de hersenen
- Prevalentie en incidentie
o Incidentie NL(hoeveel met jaar): 45.000 per jaar
o 75% >65y
o Prevalentie (aantal gevallen in de populatie): 174.000 stroke survivors
- Consequenties hangt af van in welk gebied CVA voorkomt
o Bewegingsproblemen: hemiplegie (unilateraal één zijde van de hersenen en
daardoor ook één zijde van het lichaam (kruislings))
Eenzijdige parese (arm, romp en/of been)
Spasticiteit / spastische parese
Verlies aan kracht
Verlies aan balans
Contracturen (secundair aan de primaire stoornissen)
(Aangeleerd) non-use (secundair/compensatie)
Waardoor aangedane zijde functie kan verliezen, omdat het minder
gebruikt wordt
Deformiteiten (secundair)
CVA is vaak wel op late leeftijd, dus de deformiteiten komen niet
door de groei
o Neuropsychologische stoornissen hier gaan we vooral op focussen
Apraxie (problemen met complexe handelingen)
Hemi-neglect (problemen met aandacht richten op één kant)
Afasie (taal/spraak)
- Typisch looppatroon
o Eén zijde is aangedaan, knie erg buigen bij zwaai en een draaiing
- Samenvatting
o CVA is een hersenbeschadiging door bloeding of infarct. Leidend tot de dood, ofwel
volledig herstel binnen 3 maanden, ofwel blijvende stoornissen
o Verstoord functioneren:
Verlies aan spierkracht
Spasticiteit aan de contralaterale zijde
Balansproblemen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller m_vu_bws. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.99. You're not tied to anything after your purchase.