Survey = veel mensen hebben er geen zin in, methode van onderzoek waarin vragen worden gesteld
aan groot aantal mensen, effecten/relatie meten, grote mate van standaardisatie, iedereen zelfde
vragen, modus van afname gelijk houden, verschijnselen in de maatschappij, reactief onderzoek;
uitgelokt gedrag >> kan bias opleveren
Open vragen:
> Te gebruiken wanneer antwoord makkelijk is
> Voordeel; geeft geen sturing
> Nadeel; kost veel werk
Gesloten vragen:
> Voordeel; makkelijk voor respondent en voor data invoer
> Nadeel; mogelijke beïnvloeding door antwoordopties
Manifest = direct waarneembaar, helder wat gemeten wordt
Latent = complexe begrippen, 1 score voor 1 probleem en kan meerdere aspecten meten,
betrouwbaardere meting, aansluiten bij doelgroep
Semantische differentiaal = twee tegengestelden, verschillende woorden die het concept
omschrijven, geschikt bij vergelijkingen, betekenis toeschrijven, meer sturend
Likert schaal = eens tot oneens, meningen en gedragingen, snel veel aspecten meten, meerdere
items>interval, bestaande schaal wordt vaak gebruikt, interval meetniveau
Goede vragen = passend taalgebruik bij doelgroep, geen multi-interpretabele vragen, geen double
barreled questions (2 vragen in 1 vraag>trek ze uit elkaar), vragen zo neutraal en objectief mogelijk,
geen dubbele ontkenningen, leidt gevoelige onderwerpen in, vragen kort en duidelijk, routing =
alleen relevante vragen voor doelgroep, pilot testen van je vragen en erna niet meer wijzigen
Goede antwoordmogelijkheden = antwoord sluit aan bij vraag, antwoorden duidelijk,
lijstantwoorden; uitputtend (alle relevante antwoorden zijn opgenomen) en wederzijds uitsluitend
dus geen overlap mogelijk
Respons vertekening = door sociale wenselijkheid zijn antwoorden niet oprecht (niet valide), komt
vooral voor bij gevoelige onderwerpen, komt door verwachtingen van de maatschappij, sterker
aanwezig bij fysieke interviewer, voorbeeld = heb jij je boek gelezen
Oplossingen: maak het minder beladen, garandeer anonimiteit, gebruik interviewer
Survey/vragenlijst onderzoek: vragen stellen aan een groot aantal, niet voor causale relaties, zelfde
meting voor iedereen
Geschikt voor meten van: verdelingen van verschijnselen in de maatschappij, kenmerken van
personen, gedrag, mening
Meetmomenten:
1. Cross-sectioneel = eenmalig
2. Longitudinaal = herhaald (trendsurvey=groepsniveau, in tijd variëren met andere mensen, op
individueel niveau niks te zeggen), verschillende respondenten
3. Panel-survey = herhalen dezelfde vragen en dezelfde respondenten, veel meer individueel
zeggen maar praktisch niet haalbaar
, Modus van afname:
1. Persoonlijk (capi) = langzaam, (zeer) hoge complexiteit vragenlijst, (zeer) hoge kosten, goede
respons
2. Telefonisch (cati) = snel, hoge complexiteit vragenlijst, hoge kosten, redelijke respons
3. Schriftelijk (casi) = langzaam, lage complexiteit vragenlijst, (redelijk) lage kosten, matige
respons
4. Email (cawi) = zeer snel, lage respons, hoge complexiteit vragenlijst, (zeer) lage kosten,
redelijk-matige respons
Meet-/constructvaliditeit = kwaliteit van je meting, vragen die je stelt, of vragen de variabelen
dekken
Externe validiteit = generaliseerbaarheid van je onderzoek (bij survey hoog), soort steekproef
Interne validiteit = kwaliteit van onderzoeksdesign, zijn er andere verklaringen? Ecologische en
populatie validiteit (bij survey laag)
Betrouwbaarheidsmaten survey:
1. Interne consistentie meting = consistentie items binnen 1 meting, 1 meetmoment
2. Test-hertest meting = consistentie van twee gelijke metingen op verschillende momenten,
zelfde test op verschillende momenten
3. Test-paralleltest = consistentie van twee verschillende metingen op hetzelfde moment, op 1
meetmoment verschillende vragen bedenken voor hetzelfde concept (2 keer naar leeftijd
vragen)
4. Split-halfbetrouwbaarheid = consistentie van twee helften van meting op verschillende
momenten,
Steekproefkader = overzicht van alle populatie eenheden, onderdekking = niet iedereen ziet in je
steekproefkader, overdekking = er zitten mensen die niet in je steekproefkader horen
Kans-steekproeven (beter voor representativiteit):
1. Enkelvoudige aselecte steekproef = iedereen heeft evenveel kans om in de steekproef te
komen, hoge representativiteit maar niet altijd haalbaar
2. Systematische steekproef = random startpunt en vanaf daar doortellen
3. Gestratificeerde steekproef = populatie in strata (relevante groepen) verdelen en dan
random selectie eenheden uit strata, meest gebruikt inhoudsanalyse bijv: studenten maak je
werkgroepen van en dan random % mensen pakken uit werkgroep
4. Clustersteekproeven = clusters verdelen > random clusters selecteren > hele cluster mee
laten doen voorbeeld: studenten, werkgroepen en dan random hele clusters ondervragen
5. Getrapte/multistage steekproef = zelfde als clustersteekproef alleen doet niet iedereen mee
Niet-kanssteekproeven (lage externe validiteit):
1. Census steekproef = hele populatie doet mee (vaak niet haalbaar)
2. Quota steekproef = selectie op kenmerken van bepaalde groepen (gevaar; vertekening/bias
door manier van selecteren)
3. Sneeuwbalsteekproef = respondent vraagt volgende respondent, handig voor specifieke
doelgroep, kan ook bias opleveren
4. Gemaks-steekproef = net wat voorhanden is, lage representativiteit, vaak via social media,
lage representativiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eekebosker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.