100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting deeltentamen 2: Inleiding in de Communicatiewetenschap $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting deeltentamen 2: Inleiding in de Communicatiewetenschap

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het vak inleiding in de Communicatiewetenschap, in het Nederlands, met bijgevoegde plaatjes.

Preview 3 out of 20  pages

  • Yes
  • February 2, 2021
  • 20
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ICW deeltentamen 2

Week 7: media en publieke opinie

Luyendijk = media zijn uitzonderingen op de regel, en we leren van die uitzonderingen en
hierdoor leer je niet hoe het normaal gaat

CNN-effect (CNN had veel invloed):
Berichtgeving -> publieke opinie -> druk op regering

Pseudo-event/media-event:
Nieuws is dramatisch, gepland, duidelijk afgebakend qua tijd en plaats, nieuws zou zonder
media niet plaatsvinden(!!!), vaak een soort van interview en tis gepland en niet spontaan
(Bush maakte hier gebruik van, Wilders ook)

Aandacht van de media:
1. Peter Boukaert legt uit waarom foto belangrijk is = ouders hebben de jongen die
ochtend aangekleed om hem voor te bereiden op de gevaarlijke tocht
2. Farida Vis legt uit hoe foto verspreidde op social media = eerste twee uur
internationale journalisten en Peter Bouckart (verschillende belangrijke personen) en
dan gaan twitteraars de tweet ook delen
3. Peter Bouckaert legt uit waarom deze foto is gebruikt en geen andere = schoenen zijn
herkenbaar en jongen is identificeerbaar voor publiek en dat zonder publiek,
schoenen, het was het voorspelbare resultaat van het beleid van de UK

Voorbeelden:
1. Verspreiden van foto’s; internationale artiesten, andere personen verspreiden het
2. Toespraak Bush = hij wilt land aan ‘zijn kant’ krijgen

Media-logica:
> De macht om te bepalen wie en wat (politiek) relevant is, wordt voor een groot deel
bepaald door de media
> Esser en Stromback vinden het een procesgericht concept = mediatizering = toenemende
invloed van de media (is het wel echt een proces want dat betekent dat er een einde is) ,
hier zijn 4 fasen van die aangeven in hoeverre de politiek gemedieerd is (vooral in de
rechterkant):

Mediatie = je kan een debat volgen door televisie

,Afbeelding is een voorbeeld van mediatisation in de POLITIEK plaatsvindt
Fase 1: Wat is belangrijkste bron van informatie: ervaring en interpersoonlijke communicatie
VS. de media
Fase 2: Is media afhankelijk of onafhankelijk (belangrijkste= kritisch op gebeurtenissen en
plitici) van politieke instituties
Fase 3: Wordt media bepaald door politieke logica of door media logica (journalisten hebben
steeds sterkere invloed)
Fase 4: Wordt de politiek bepaald door politieke logica of door media logica (politieke
actoren reageren op de media)

Veranderende journalistiek:
1. Partij logica (tot 1970)
2. Publieke logica (1970-1990)
3. Media logica (>1990)

Partij logica:
> Media identificeren zich met partij (denk hierbij aan de verzuiling waarbij elke partij een
eigen zender had)
> Publiek wordt geadresseerd als onderwerp, publiek moet geinformeerd worden
> De rol van de journalist is afhankelijk, de journalist wordt gezien als spreekbuis
> Type rapportage is gekleurd en inhoudelijk
> Schoothond

Media-logica:
> Media identificeren publiek
> Publiek wordt gezien als consument
> Journalist is dominant, moet entertainen en is cynisch
> De rapportage is interpretatief en minder inhoudelijk
> Journalistieke metafoor is een waakhond
> 3e stukje mediatization

, Nieuwswaarden:
> Wie bepaalt het nieuws?:
- The gatekeeper = Mr Gates, keek naar nationaal en international nieuws, kijken naar
redenen waarom nieuws werd ‘weggegooid’, conclusie: nieuws is subjectief! Journalist
beslist wat nieuws is
- Individu heeft weinig invloed in nieuwsbepaling = demografische kenmerken
beperkte invloed, persoonlijke normen en waarden afhankelijk van rol/macht van individu
(Jinek, Matthijs Nieuwkerk)
- Andere factoren = negatief, kenmerken, plaats (proximity)

Ongeschreven regels voor wat nieuws is/nieuwswaarden Galtung & Ruge:
1. Frequentie = komt iets vaak voor is het makkelijker te rapporteren, of weinig
2. Drempel = gebeurtenis moet een bepaalde drempel overschrijden (vb: meer
slachtoffers)
3. Ondubbelzinnigheid = het moet makkelijk te interpreteren zijn, makkelijk thema
4. Betekenisvol = het moet cultureel relevant zijn (Nederlanders vinden Duits nieuws
interessant)
5. Consonance = als de journalisten al een idee hebben dat iets gaat gebeuren zullen ze
hier opin spelen (bijvoorbeeld protesten)
6. Onverwachts = zeldzaam of onverwachte gebeurtenis (gek nieuws)
7. Continuïteit = zodra een gebeurtenis eenmaal in het nieuws is zal het hier makkelijker
blijven (Brexit, boerenprotesten)
8. Samenstelling = gebeurtenis past beter (compositie) in bijv een krantenkop
9. Verwijzen naar elite naties (VS)
10. Elites
11. Personen algemeen
12. Negatief nieuws

> Galtung & Ruge commentaar:
O’neil en Harcup keken naar buitenlands nieuws en hadden commentaar:
1. Moet iets altijd een gebeurtenis zijn?
2. Worden er echt kenmerken van de gebeurtenis beschreven of is het de constructie van de
journalist?
3. Nieuwsfactoren zijn lastig te beoordelen
4. Videobeelden moeten ook meegenomen worden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eekebosker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added