3VE Geneeskunde: Nefrologie
1 Nierfuncties
1.1 De excretoire functies
1.1.1.1 Het watermetabolisme
- Volwassen man (water = 58% v lichaamsgewicht)
- Volwassen vrouw (water = 53% v lichaamsgewicht)
- Kind (water = 70% v lichaamsgewicht)
- Bejaarde (water = 45% v lichaamsgewicht)
Water verdeeld over lichaamscompartimenten
- Intracellulair compartiment: 60% v lichaamswater
- Extracellulair compartiment: 40% v lichaamswater
o Waarvan ¼ intravasculair = plasmawater
o Waarvan ¾ extravasculair
Vochtbalans
- Input o Zweten (500ml) en ademhaling
o Metabool water (500ml) (400ml)
o Water via voedsel en drank o Urineproductie
o Infusen o Extra verliezen: maagsondes,
- Output drains, braken, …
o Water via faeces (min 100ml)
Vochtbalans praktisch
Input Output:
- Drinken: - 500ml
- Infusen: - Urineproductie:
- Extra-verliezen:
- Totaal: - Totaal:
Input > output = positieve vochtbalans Output < input = negatieve vochtbalans
Cave: overvulling Cave: ondervulling
Gewicht stijgt, BD stijgt, CVD stijgt, perifere Orthostatische hypotensie, gewicht d
oedemen, longoedeem
1.1.2 Elektrolyten – homeostase
De nieren houden elektrolyten in ons lichaam constant om belangrijke elektrolytenstoornissen te
voorkomen
De belangrijkste elektrolyten zijn:
- Natrium: vooral extracellulair - Kalium: vooral intracellulair
Natrium
- In ons lichaam als natriumchloride NaCl - Natrium-homeostase: in = out
- Serumspiegel normaal ca 140 meq/l - Na-inname: bepalen van 24u natriurie
Natriurie meq/l: 17 = gram NaCl inname
- Chronische nierinsufficiëntie
Na en chronische nierinsufficiëntie
- Overtollige zoutinname leidt tot overvulling
- Renale zoutexcretie meestal beperkt zoutarm dieet (<6g/ dag), eventueel lisdiuretica
1
, o Geen vervangzout = kaliumchloride
o Geen zeezout = natriumchloride
- Soms salt-loosing vb. analgetica-nefropathie geen ZA-dieet, cave diuretica, cave diarree,
braken
Kalium
- Serumspiegel normaal 4-5 meq/l - K in groenten, fruit, aardappelen
- Chronische nierinsufficiëntie verminderde kaliumexcretie vooral bij creatinineklaring v minder
dan 15ml/min
Kalium + chronische nierinsufficiëntie
- Risico op hyperkaliëmie, K>7meq/l cave hartstilstand
- Geen vervangzout = kaliumchloride
- Opletten met medicatie: NSAID, ACE-inhibitoren, AII-blokkers, kaliumsparende diuretica, beta-
blokkers
- Fruitinname beperken, groeten en aardappelen in 2x afkoken
- Hyperkaliëmie: correctie acidose, hypertoon glucose met insuline, calcium kayexalaat, (dialyse)
1.1.3 Het zuur-base evenwicht
- pH = negatieve logaritme v concentratie waterstofionen (H+) in ons bloed
- Normale pH = 7,40 - Acidose: pH <7,40 - Alkalose: pH >7,40
- Normale voeding productie v 40-80 meq waterstofionen (=zuur) per dag vooral door
metabolisatie v dierlijke eiwitten = metabole acidose
- Om metabole acidose te voorkomen moeten nier 40-8° meq H+ per dag elimineren
Bij nierinsufficiëntie
- Bij nierinsufficiëntie verminderde excretie van H+
- Renale metabole acidose
o Geeft hyperkaliëmie
o Afbraak spieren, minder albumine aanmaak
o Verhoogde botafbraak (renale osteodystrofie)
- Inname dierlijke eiwitten beperken
- Inname v natirumbicarbonaat (NaHCO3) om de H+ te neutraliseren (bufferen) en zo een
plasmabicarbonaat boven 22meq/l te voorkomen
1.1.4 Het elimineren van afbraakproducten van de stofwisseling
Ureum:
- Eindafbraakproduct v voedingseiwitten - Ureumconcentratie in bloed 10-35mg/dl
- 100g eiwitinname geeft 35g ureum - Ureumproductie = renale ureumexcretie
- Chronische nierinsufficiëntie verminderde renale ureumexcretie stijging v uremie
- Ureum zelf is niet zo toxisch maar goede maat voor stijging andere toxische stoffen
Creatinine
- Eindafbraakproduct v spiermetabolisme
- Spiermassa = constant creatinineproductie = constant
- Serumcreatinine is normaal 0,8 – 1,2 mg/dl
- Creatinineproductie = renale excretie
- Bij nierinsufficiëntie is er minder renale creatinine-excretie en stijft het serumcreatinine
- Creatinineproductie is constant serumcreatinine goede maat voor nierfunctie
Creatinine als nierfunctieparameter
- Serumcreatinine stijgt = nierinsufficiëntie
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stefaniepieters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.