Multiple (type) errors in the text. There was also a lot of displaced medication types (effect) in certain syndromes, which was not or barely present in the exam. In addition, triage U0 to U5 was used in the summary, while CHE works with T1 to T3.
By: Laura2ooo • 3 year ago
Translated by Google
Indeed, the subject of medication was hardly included in the exam. It was in the course, so that's why I did name it. In my opinion, you need this theory in practice as well. Excuse me for the errors you found, I'm going to change it.
By: ElineKammenga • 3 year ago
By: MinouLaar • 3 year ago
Seller
Follow
Laura2ooo
Reviews received
Content preview
Lichamelijk Functioneren 7
Thema 1: Onderzoek
1. Laboratorium
Laboratoriumonderzoek is vaak zinvol bij het stellen van de diagnose van
een aandoening, of het verloop van ziekte, een aandoening of de therapie
daarvan te volgen. Het gaat daarbij onder meer over het vaststellen van
infectieziekten, auto-immuunziekten, hormonale ziekten, allergieën,
aandoening aan nier en lever, etc. Validiteit is de mate waarin een test
erin slaagt een nauwkeurige representatie te geven van de in
werkelijkheid aanwezige ziekte (of gezondheidstoestand). De specificiteit
is het percentage terecht negatieve testuitslagen onder de niet-zieke
personen.
De uitslag van een test kan worden onderverdeeld in vier mogelijkheden:
- Een uitslag is positief en een ziekte is aanwezig
- Een uitslag is negatief en de patiënt heeft de ziekte niet
- Een uitslag is fout-positief. Daarbij is de uitslag positief terwijl de
patiënt de ziekte niet heeft
- Een uitslag is fout-negatief. Daarbij geeft de uitslag aan dat de
patiënt de ziekte niet heeft, terwijl dit wel het geval is
De normaalwaarde ook wel referentiewaarde genoemd bestaat uit twee
getallen waarbinnen de uitkomst van dat onderzoek dient te vallen, wil er
sprake zijn van een “normale waarde”.
Bloed
Bloed is het meest bekende menselijk materiaal dat onderzocht wordt.
Bloed wordt afgenomen voor:
- Algemeen klinisch onderzoek
- Hematologisch onderzoek
- Stollingsonderzoek
- Voorbereiding op bloedtransfusie
- Immunologisch onderzoek
- Endocrinologisch onderzoek
- DNA-onderzoek
Daarnaast kan er ook onderzoek worden gedaan naar de voorlopers van
bloedcellen in het beenmerg.
Bloedafname kan op drie verschillende wijzen:
- Via een vingerprik of hielprik (baby): capillair
- Via een ader in de elleboogholte of soms de hand: veneus
- Via een slagader in de pols of lies: arterieel
Urine
Via urineonderzoek verkrijgen we belangrijke gegevens over de
stofwisseling van het lichaam (b.v. diabetes), het functioneren van de
nieren en de urinewegen en over eventuele infecties. Urinesediment is het
bekijken van een concentraat van urine onder de microscoop.
Ontlasting
,Faeces kan worden onderzocht om aandoeningen in de tractus digestivus
op te sporen of te onderzoeken.
2. Röntgen
Röntgenstraling (ook wel x-straling genoemd) is elektromagnetische
straling, in het elektromagnetische spectrum liggend tussen ultraviolet
licht en gammastraling. Röntgenstraling wordt door de aardatmosfeer
tegengehouden en kan in stoffen waar hij op valt chemische reacties
teweegbrengen. Als de bestraalde stof levend weefsel is, kan dit leiden tot
stralingsschade aan het DNA, en dus tot mutaties, en eventueel tot
kanker. Röntgenstraling is elektromagnetische straling met een kortere
golflengte dan zichtbaar licht, die vrij gemakkelijk door weefsels heen
dringt en selectief wordt tegengehouden door zwaardere materialen
daarin. Röntgenopnamen vormen meestal een schaduwbeeld van een
object. Beenderen laten weinig straling door en blijven op de film
onbelicht. Luchthoudend longweefsel wordt donker afgebeeld doordat het
veel straling doorlaat. Bloed, vet, spieren en organen krijgen een grijstint.
Een orgaan of weefsel dat röntgenstraling niet doorlaat heet radio-opaak
(ook wel radiopaak). Een gebied dat meer straling doorlaat dan de
omgeving heeft ook wel hypodens of radiolucent.
Een van de meest gebruikte toepassingen van de röntgenologie is het
waarnemen of uitsluiten van botbreuken. Ook de thoraxfoto is populair.
Een foto van het abdomen wordt genomen om darmobstructies,
nierstenen en dergelijke op te sporen. Er kan gebruik worden gemaakt van
methode om het contrast wat te vergroten, zoals het inblazen van lucht
en/of een contrastvloeistof in de darm of nier.
3. Overige beeldvormende onderzoek
CT-scan
CT is de afkorting voor Computer Tomografie. Bij een CT-scan wordt er
gebruikgemaakt van röntgenstraling. Bij het maken van een CT worden er
heel veel röntgenfoto’s gemaakt, vanuit verschillende hoeken. Aan de ene
kant van de patiënt bevindt zich een röntgenbron, aan de andere kant een
röntgendetector. De bron geeft een smalle bundel straling af die in een
rechte lijn door de patiënt heen gaat en door alle weefsels. De sterkte van
de resterende straling wordt gemeten door de detector. Dan worden de
bundel en de detector iets verschoven en wordt een nieuwe meting
gedaan. Dit wordt heel vaak herhaald. Vervolgens wordt er met behulp
van een computer een driedimensionale afbeelding (3D) gemaakt. Het is
een hele snelle techniek. Een nadeel is uiteraard de stralingsbelasting, die
is vele malen hoger dan bij een röntgenfoto.
Met de scan kun je afwijkingen aan de bloedvaten, herseninfarcten,
tumoren en botbreuken opsporen. Als je bijvoorbeeld een buikonderzoek
moet ondergaan, wordt alleen dit deel van je lichaam in de tunnel
geschoven. Het is noodzakelijk dat je stil ligt. Het is geheel pijnlijk en duurt
ongeveer 30 – 60 minuten.
,MRI
Een MRI-scanner is de benaming van een medisch apparaat voor
beeldvorming van het binnenste van het lichaam. De afkorting betekent
Magnetic Resonance Imaging. Isotopen met een oneven aantal
kerndeeltjes hebben een magnetisch veld. Dit magnetische veld kan
leiden tot een 3D beeld. Gebieden waar geen water is, zoals lucht en bot,
geven geen signaal en zijn zwart op de MRI-scan. MRI-beelden zijn
gedetailleerd in het vertonen van de verschillende weefsels, maar een
nadeel is dat het bot zelf niet zichtbaar is.
Een sterke magneet in de MRI zorgt ervoor dat water in de weefsel
gemagnetiseerd wordt. Dat berust hierop dat in het weefsel de
wateratomen zich als miniatuurmegneetjes kunnen gedraegn. Verder
worden vanuit de scannertunnel radiogolven uitgezonden van een
golflengte die de watermagneetjes als het ware doen meetrellen waarbij
ze energie uit de radiogolven in zich opnemen.
Met MRI-onderzoek kan de aard van het weefsel nader worden onderzocht
met behulp van spectroscopie. Men kan ook een speciaal contrastmiddel
(Gadolinium) inspuiten om de tumor nog beter in kaart te brengen. Een
open en gesloten MRI-scan leveren dezelfde kwaliteit.
MR-angiografie
Combinatie van angiografie en MR-scan, waarbij via een MR-scan de
bloedvaten in beeld worden gebracht. Meestal krijgt u een
contrastvloeistof toegediend, zodat er een goed onderscheid kan worden
gemaakt tussen stromend water in de bloedvaten en stilstaand water in de
omgevende weefsels.
Echografie
Echografie, ook wel echoscopie, is een techniek die gebruikmaakt van
geluidsgolven die zich door het lichaam verplaatsen en op grensvlakken
tussen zachte en hardere structuren reflecteren. Deze techniek maakt het
mogelijk om organen in beeld te brengen. Het geluid dat voor medische
echografie wordt gebruikt heeft een zo hoge frequentie dat het
voor mensen niet hoorbaar is. Dit wordt ultrasoon of ultrageluid
genoemd. Dit ultrageluid wordt in het lichaam gebracht door
een transducent. Het transducent oftwel de kop van het
echoapparaat dat de signalen uitzend wordt op de huid
gehouden. Tussen de transducent en de huid wordt een laagje gel
aangebracht omdat de geluidsgolven niet door een luchtspleet, hoe dun
ook, heen komen.
Het dopplereffect wordt gebruikt om de ernst van vernauwingen of
lekkages in de bloedsomloop en in het hart te beoordelen. De
reflecterende deeltjes in kwestie zijn de rode bloedcellen, waarvan de
stroomsnelheid, richten en hoeveelheid dus kan worden bepaald.
Echografie geeft een goed beeld van organen die uit zacht weefsel
bestaan, de zogenaamde weke delen van het lichaam, bijvoorbeeld
, spieren en zacht weefsel, mits deze geen lucht bevatten, dus de longen
niet.
Scintigrafie
Scintigrafie is het registreren van radioactieve vervalprocessen door
middel van een permanent medium, meestal als een beeldvormende
techniek in de geneeskunde. Hiertoe worden aan de patiënt een
radioactieve stof toegediend die zich bij voorkeur in een bepaald orgaan of
afwijking ophoopt, waarna met een detector wordt nagegaan waar de
toegediende activiteit zich na enige tijd concentreert.
Scintigrafie kan in combinatie met inspanningsonderzoek
waardevolle informatie opleveren over angina pectoris. Niet
alleen kan scintigrafie het bestaan van ischemie bevestigen,
maar ook de plaats en de omvang van het aangetaste deel
van de hartspier zichtbaar maken, evenals de hoeveelheid
bloed die de hartspier bereikt. Ook op de schildklier kan scintigrafie
toegepast worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Laura2ooo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.