Par. 2 Sociale ongelijkheid: op basis van verschillen wordt er onderscheid gemaakt tussen mensen.
Er zijn drie aspecten van sociale ongelijkheid:
- Op basis van nature- (aangeboren eigenschapen) of nurture-eigenschappen (eigenschappen
verworven door socialisatie);
- Consequenties voor maatschappelijke positie – er wordt betekenis gegeven aan de
verschillen.
- De verschillen leiden tot ongelijkheid:
o Verdeling van schaarse zaken. Oorzaak hiervan is de verdeling van macht doordat
mensen met meer macht meer hulpbronnen hebben;
o Ongelijkheid in waardering;
o Ongelijkheid in behandeling.
Ongelijke verdeling van bezit leidt tot verschillen in bijvoorbeeld kennis en inkomen.
Ongelijke verdeling van status leidt tot verschillen in waardering en behandeling.
Sociale stratificatie: de verdeling van de maatschappij in groepen (sociale lagen) waartussen sociale
ongelijkheid ontstaat.
Maatschappelijke ladder: rangorde van de sociale lagen. Beroepsprestigeladder: rangorde op basis
van status van het beroep. Een verdeling op basis van inkomen en macht is ook mogelijk. Door
positietoewijzing en -verwerving kan iemand van beroep veranderen en ontstaat er sociale
mobiliteit.
Positietoewijzing: de maatschappij bepaalt welke positie iemand/een groep heeft, ze kunnen er zelfs
niks aan veranderen. Positieverwerving: door prestaties te leveren komt iemand op een hogere plek
op de maatschappelijke ladder.
In een gesloten samenleving is er weinig sociale mobiliteit, in een open samenleving veel meer.
Par. 3 Paradigma’s over sociale ongelijkheid
Het functionalisme-paradigma stelt dat sociale ongelijkheid niet per se een probleem is, maar
dat de verschillen tussen mensen juist een functie hebben. Herbert Gans zag voordelen van
armoede:
- Voor het kapitalistische systeem is het goed dat er mensen zijn die laagbetaald werk doen;
- Arme mensen zorgen voor werkgelegenheid (schuldhulpverleners etc.);
- Zij zorgen voor vraag naar goedkope producten;
- Zij dienen als waarschuwing voor rijke mensen.
Het functionalisme kijkt dus meer naar de structuur (kapitalistisch systeem) dan naar actoren.
Het conflict-paradigma stelt dat ongelijkheid ingebakken in de samenleving zit. Marx stelde
dat de mensen zonder kapitaal alleen arbeid kunnen leveren aan mensen met kapitaal en dat zij
worden uitgebuit door de bezittende klasse. De verschillen tussen rijk en arm worden alleen maar
groter.
Het sociaal-constructivisme-paradigma (interactionisme) onderzoekt de sociale wereld van
mensen die uit gedachten en ideeën bestaat. Verschillen tussen personen leiden tot verschillen in
waardering en dus sociale ongelijkheid. Ongelijkheid is dus gebaseerd op interactie tussen mensen.
Het rationele-actor-paradigma stelt dat ieder zijn eigen belang najaagt dus dat sociale
ongelijkheid een gevolg van eigen keuzes is. Adam Smith stelt dat sociale ongelijkheid het gevolg van
persoonlijk handelen is, maar dat er geen maximale ongelijkheid mag ontstaan. Mensen moeten ook
medelijden kennen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jrva. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.