100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting voor de gehele stof van het tentamen van SBG2 $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting voor de gehele stof van het tentamen van SBG2

 30 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De samenvatting bevat alle informatie uit de hoorcolleges, met extra uitleg. Alle aandoeningen zijn daarnaast ook toegevoegd. De anatomie van het hart en de hersenen in ook te vinden in de samenvatting.

Preview 3 out of 22  pages

  • No
  • Leefstijl en gezondheid, hart- en vaatziekten, longen, astma en copd en diabetes mellitus, overgewi
  • February 2, 2021
  • 22
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
SBG2

Leefstijl en gezondheid

Gezondheid = iemand zit lichamelijk, sociaal en psychisch goed in zijn/haar vel.
 Dit wordt zelf bepaald door mensen


Je leefstijl aanpassen kan altijd, dit heeft altijd effect.
 Preventie wordt steeds belangrijker  voorkomen


De epidemiologie brengt de gezondheidstoestand van een groep in kaart.
Gezondheidsindicatoren:
 Mortaliteit = sterftecijfer  hoeveel mensen overlijden ergens aan.
 Levensverwachting = hoe oud iemand wordt met de ziekte.
 Ervaren gezondheid = hoe gezond ervaar je jezelf sinds de ziekte.
 Verloren levensjaren = gemiddelde leeftijd – levensverwachting van iemand met de
ziekte.
 Morbiditeit = hoeveel mensen hebben de ziekte.
- Prevalentie = hoeveel mensen hebben op ‘dit moment’ de ziekte.
- Incidentie = hoeveel mensen hebben ‘dit jaar’ de ziekte gekregen


Mensen die nu geboren worden hebben een verschillende levensverwachting kijkend naar
de verschillende plekken van opgroeien.
Epidemiologie = studie naar het voorkomen van ziektes in menselijke populaties:
 Etiologische factoren = factoren die de ziekte veroorzaken/ verergeren.
 Diagnostische factoren = vaststelling van de ziekte.
 Prognostische factoren = verloop van de ziekte.
Epidemiologische breuk = aantal ziekte gevallen : omvang (deel) populatie.
Determinanten leefstijl (BRAVO):
Beweeg voldoende
Rook niet
Alcohol matig/niet
Voeding gezond en veiligheid
Ontspan voldoende

,Hart en vaatziekten

Een pacemaker zorgt voor het eerste stroompje.


ECG = electric cardio gram


Weg van prikkels in het hart:
SA-knoop  AV-knoop  bundel van His/ AV-bundel  purkinje vezel.


Depolarisatie = de waarde in de veranderd  positiever of negatiever.
Repolarisatie = de cel komt weer tot rust. Er verandert niks meer qua waarde.


Vagus = deel van het parasympatisch systeem. Bevindt zich in de hersenen. Zorgt dat als je
in rust bent de hartslag daalt.
Functies vaatstelsel:
 Afgifte voedingsstoffen
 Vervoeren zuurstof
 Verwijderen afvalstoffen
 Temperatuurregulatie
 Zuurgraad regelen


Vasodillatie = het verwijden van het bloedvat.
Vasoconstrictie = het vernauwen van het bloedvat.


Twee soorten pompen:
 Spierpomp  geeft druk op het bloed  bloed stroomt omhoog  deuren gaan
dicht waardoor het bloed niet terug kan stromen
 Ademhalingspomp  door ademhalen ontstaat er drukverschil. Als de druk van het
bloed hoger is dan die van de longen zal het bloed verder omhoog stromen.
Systolische druk = bovendruk  ventrikel gevuld met bloed  band strak  120 mmHG.
Diastolische druk = onderdruk  ventrikel loopt leeg  band geen verschil  80 mmHG.


Mannen hebben 5-6L bloed
Vrouwen hebben 4-5L bloed

, Bloed bestaat uit 55% plasma en 45% gevormde elementen.
 Plasma = 90% H2O/ 7% eiwitten/ 3% overige stoffen.
Gevormde elementen:
 Rode bloedcellen  vervoeren zuurstof en voedingsstoffen (botten).
 Witte bloedcellen  vechten tegen infecties.
 Bloedplaatjes  stollen van het bloed.


Hemoglobine zit in de rode bloedcellen. Hemoglobine bindt zich aan zuurstof, waardoor de
rode bloedcellen zuurstuf kunnen vervoeren.
 Het ijzer in de hemoglobine zorgt dat de binding plaats kan vinden.


Hematrocriet waarde = waarde over de vaste deeltjes in het bloed.
Hematocriet = vaste deeltjes : totaal bloed volume  45% : 100% = 45
Hoog hematocriet  meer zuurstof, maar als deze te hoog komt, is er sprake van doping
gebruik.


Viscositeit = stroperigheid van het bloed.


Hoeveelheid bloed is afhankelijk van:
 Lengte
 Gewicht
 Spiermassa
 Getraindheid


Bloeddonatie:
+
 /- 500 ml.
 Je moet daarna veel drinken  zorgt voor grotere hoeveelheid plasma meer bloed.
 Na +/- 6 weken zijn de rode bloedcellen weer aangevuld.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayleedamen14. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29
  • (0)
Add to cart
Added