Alle hoorcolleges van het vak Medialandschap aan de Universiteit van Amsterdam. Gegeven aan het tweede studiejaar communicatiewetenschap. Alle colleges zijn oorspronkelijk Engelstalig maar zijn hierin vertaald. Wel zijn concepten ook Engelstalig vermeld.
Nederlandstalige aantekeningen hoorcolleges ‘Medialandschap’
- Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam, 2020
Hoorcollege week 1
Wat is de media-industrie?
• Omroep-, print-, film- en opname-industrie
• Traditioneel concept
• Reclame, marketing, PR
• Sociale mediabedrijven
• Er is geen perfecte pasvorm: waar zou Netflix bijvoorbeeld passen. Netflix was oorspronkelijk geen
sociaal mediabedrijf maar door het aanpassen van de strategie van het bedrijf is het dit wel
geworden. Google is geen sociaal mediabedrijf omdat de primaire functie niet het distribueren of
het maken van content is.
• Mediabedrijf: een bedrijf met als primaire functie et produceren en verspreiden van media
inhoud.
Massamedia (definiëren) inhoud
• Massamedia: traditionele media: radio, tv, print kranten, tijdschriften.
5 hoofdkenmerken:
1. Eenrichtingsverkeer > identieke boodschap overbrengen aan een massa publiek.
2. Experimentele goederen >
• Waarde: immateriële attributen
• Originaliteit, intellectuele eigendommen, verhalen verteld.
3. Hoge vaste, ‘eerste uitgave/consumptie’ kosten
• Lage marginale kosten
• Schaalvoordelen: prijs per eenheid daalt naarmate de hoeveelheid output toeneemt)
4. Potentie voor goedkopere versies hierna
• Prijs per eenheid daalt als de totale productie/ afzet grote wordt.
• Doorverkopen in verschillende formaten leidt tot besparingen.
• Maar ook: spin-offs, merkproducten (merchandise)
• Besparingen: de gemiddelde productiekosten nemen af naarmate de output toeneemt. Over hoe
meer media uitzenders je uitspreidt als producent hoe lager de kosten worden (Netflix + bioscoop
+DVD)
5. Een hoog risico
• De smaak van de consument is wispelturig en moeilijk te voorspellen.
• Hoge kosten voor de eerste productie worden gemaakt ongeacht het aantal klanten.
De 5 kenmerken zijn niet alleen van toepassing op films maar ook op kranten, magazines, boeken,
radioprogramma’s en televisieshows.
Definiëren van de massa mediamarkt
• Dual product markt: makers maken content en geven deze aan publiek en publiek geeft zijn
kijkgedrag.
• Mediaproducenten produceren twee dingen:
1. Inhoud, verkocht aan doelgroepen (consumenten).
2. Doelgroep, verkocht aan adverteerders
• Aandacht economie
• Aandacht is het echte product dat verkocht/gekocht wordt.
• Resultaat: advertentie doelen beïnvloeden de inhoud/strategie van een bedrijf.
• Vooral problematisch voor journalistiek.
,• Er is sprake van een grote spanning tussen de creatieve industrie en de commerciële behoeften.
Maar, de massamedia verandert
• Focus voor de volgende weken: voor auteur digitalisering/ digitale technologieën grootste kracht.
• 4 belangrijke resultaten/veranderingen:
1. Convergentie: voorheen gescheiden kanalen worden samengevoegd (convergentie)
2. Interactiviteit: een-wegs wordt vervangen door twee-wegs communicatie > gebruikers worden
massaproducenten (interactiviteit)
3. Diversificatie: verhoogde gebruikerscontrole en keuzes, fragmentatie/ uitbreiding van inhoud
(fragmentatie/verandering)
4. Mobiliteit: media ‘onderweg’ wordt de norm, ‘always on’ cultuur (mobiliteit)
Een andere compilatie
• Mediaorganisaties (op z’n minst sommigen) moeten maatschappelijk verantwoordelijk zijn.
• Een aantal kernverantwoordelijkheden:
1. Forum voor uitwisseling van ideeën/meningen
2. Integreren van invloed in diverse samenlevingen
3. Bescherming van kernwaarden/ kwetsbare doelgroepen
- deze verantwoordelijkheden gelden meestal voor journalistiek, maar ook voor anderen?
Hence: sterke reacties op veranderingen
• McLuhan’s optimisme
• Technologie zelf doet ertoe.
• Nieuwe technologie vergoot zintuigelijke ervaringen
• Nieuwe ‘coole’ media:
1. Bevrijd publiek van hiërarchieën/isolatie
2. Weg van het officiële domein in de richting van gesprekken op alledaags niveau.
3. Op weg naar een global village
(Meer) sterke reacties op veranderingen
• Postman’s pessimisme:
1. Druktijdperk: details relevant, gelokaliseerd, coherent, rationeel
2. Post telegraaf: oogverblindende verhalen van veraf vervagen de relevante lokale verhalen.
3. tv/afbeeldingen> oppervlakkig
4. Aandacht, rationaliteit afgenomen
5. Passief publiek
Kritiek op de kritieken
• Beide technologisch determinisme
• Technologie zelf: primaire oorzaak van sociale veranderingen
• Vereenvoudigt en overdrijft (hoge verwachting) technologie en negeert de sociale context.
• Negeert machtsverhoudingen achter de ontwikkeling/ het gebruik van technologieën.
• Optimisme: technologie als oplossing voor de door de mens veroorzaakte problemen.
• Pessimisme: geeft de techniek de oorzaak van sociale problemen.
• Problematisch omdat…
Een andere aanpak?
• Du gay’s et al. (1997) ‘cultuurcircuit’ (circuit of culture)
• De betekenis/ het gewicht van Technologie kan het best worden begrepen door middel van 5
processen.
1. Productie: hoe, wanneer, waarom is het ontwikkeld?
2. Vertegenwoordiging/representatie: hoe wordt er over de technologie gesproken?
, 3. Regulering: hoe wordt de technologie gecontroleerd?
4. Consumptie: hoe wordt de technologie gebruikt?
5. Identiteit: wat zegt het over ons wanneer we de technologie gebruiken?
Dus…
• De media industrie kent verschuivende grenzen, definities
• De producten, marktstructuren zijn uniek.
• Het ondergaat enorme veranderingen.
• Theoretici reageren sterk/ heftig op deze veranderingen (en bedrijven ook)
• Maar we zijn er voortdurend mee bezig
• Nu.. het ‘media leven’ idee van Deuze (media life)
Het media leven/media life (Deuze, 2011)
• De media is nu zo centraal dat we het niet eens meer opmerken.
• We leven niet meer met de media maar in de media.
• 2 duidelijke manifestaties:
1. Persoonlijke/individuele ruimte van informatie
2. De wereldwijde connectiviteit is altijd beschikbaar.
• 2 belangrijke gevolgen:
1. De grenzen zijn ‘vloeibaar’ en dus veranderlijk tussen werk, interactie, vermaak
(work/play/alone/interaction)
2. Het leven is veranderd om de media te accommoderen/huisvesten.
• Herinner je diversificatie, interactiviteit, mobiliteit en convergentie?
• Deze zijn hier allemaal weerspiegeld.
• Technologische veranderingen/ de reacties hierop creëren deze nieuwe geïndividualiseerde
connectiviteit
Samenvatting
• Media-industrie, massa media en markt
• Unieke kenmerken en vage grenzen
• Sociaal resp/creatieve commerciële spanning uniek
• Opkomst van digitale media = verdere uitdagingen, veranderingen
• Systematisch tegengestelde reacties op veranderingen
• Media leven: een benadering van theoretici van de media
• Geïndividualiseerde informatie ruimte ‘individualized information spaces’
• Versterkte individualiteit in eigen leefomgeving (woon/werk enzovoort)
Week 1 kernconcepten:
- 5 kenmerken van massa media
- Schaalvoordelen > economies of scale and economies of scope
- Dual product markt
- Convergentie, interactiviteit, diversificatie, mobiliteit
- De kernverantwoordelijkheden van de media
- Het optimisme van McLuhan en het pessimisme van Postman
- Technologisch determinisme
- Circuit van cultuur (circuit of culture)
- Media leven (media life)
Hoorcollege week 2
Selected timeline
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jonnob. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.