Hierbij bied ik mijn samenvatting aan van het vak Daders. De samenvatting bevat een samenvattig van alle literatuur, alle hoorcolleges en werkgroepen. Een zeer uitgebreide samenvatting die een goede voorbereiding is op je tentamen
Sometimes the author uses very short and concise sentences, which makes it unclear what she means. she has written the summary more in a way she understands herself.
Seller
Follow
maximebanastasia
Reviews received
Content preview
Week 1
Chemistry for crime
Daders worden beïnvloed door de situatie zoals emotionele ups en downs en ieder reageert anders
op bepaalde omstandigheden. Drie verschillende criminele situaties:
1. Roofzuchtige misdaden: één persoon valt andere persoon aan. bewaking grote rol.
2. Consensuele misdaden: twee mensen die samenwerken. Manager grote rol.
3. Vechten: twee partijen
Riskante settingen: Barker bestudeerde meerdere mensen hun dagelijkse bezigheden en noteerde
dit. Elke gedraging beïnvloed iemand zijn keuzes. Een omgeving is een plaats voor huidige gedrag op
bepaalde tijden. Criminele setting beïnvloed crimineel gedrag. Vlak naast cafés en scholen wonen
verhoogd kans op het ondervinden van criminaliteit. Een bar zet een setting voor (auto)diefstal,
hinderlaag, illegaal verkoop en gevecht. Gevaarlijke settingen (crime hotspots):
- Publieke routes
- Recreatie omgevingen zoals bar
- Openbaar vervoer
- Winkels
- Woningen
- Scholen
- Kantoren
- Menselijke diensten zoals ziekenhuis
Fase van criminele activiteit:
- De inleiding: waardoor kwam het tot dit
- Het incident: de criminele activiteit
- Nasleep: wat gebeurt erna of wat gebeurt er hierdoor
Elementen van criminele activiteit:
- Slachtoffer
- Dader: hoe het leven loopt bepaalt of je crimineel gedrag gaat vertonen
- Afwezigheid van bewaking: niet persé politie maar ook gewone burgers. Ze dienen als een
herinnering dat er iemand meekijkt waardoor ze delict niet plegen.
Eck’s crime triangle: kenmerken van een criminele actie:
- Dader, doelwit, plek/setting waar het plaatsvind.
de dader moet drie toezichten ontwijken:
1. Handler: ouder, leraar, coach die slecht gedrag kan controleren.
2. Place manager van de plaats moet absent zijn. hotelmanager bijv
3. Guardian: van het doelwit zoals persoon van het geld.
Roofzuchtige delicten: kan zo zijn dat iemand een slachtoffer heeft maar hoeft niet
altijd direct een slachtoffer te hebben. Kan persoonlijk zijn de aanval maar vaak niet-persoonlijk zijn
en gaat het dus niet om de persoon maar bijv zijn geld.
Crime attractors: settings trekken daders aan
Crime generators: dader en slachtoffer ander doel in setting maar criminele activiteiten ontstaan.
Kan overgaan in crime attractors als een bepaalde setting een dader succesvolle criminele ervaringen
er aan overhoud.
Hoe crimi verminderen? managers, bewaking en peacemakers. Een manager kan echter niet altijd
alles zien.
- Private space: in je huis. Eigenaar duidelijk toezicht wie er in komt
- Semipravite space: net buiten je huis zoals lobby.
- Semipublic space: denk aan je tuin en oprit. Minder toezicht. Anderen kunnen het wel
betreden maar doen het niet snel
- Public space: heb je weinig controle over zoals de straat. Niemand direct toegewezen om op
te letten.
Hot products worden eerder gestolen.
,Items dat diefstal uitnodigt: Clarke maakt CRAVED:
- Conceable
- Removable
- Available
- Valuable
- Enjoyable
- Disposable
Voorbeeld is geld. De omgeving waar je de daad wil doen is van belang. Zijn er bijv mensen in de
buurt. Hoe makkelijker de toegang hoe groter de verleiding is. de target verschilt per motief van de
dader. Hoe zwaarder het object hoe verder het word getransporteerd omdat e het dan met de auto
doen en niet te voet omat het te zwaar is zoals een tv. Dingen die in de mode zijn worden eerder
gestolen.
General chemistry of crime: setting bepaalt de daad. Drukte? Pickpocketing. Waar meer kans op
crime:
1. Nodes: setting trekt bepaalde crimineel gedrag aan zoals huis trekt diefstal aan.
2. Paths: wegen tussen plekken
3. Edges: plek waar twee area’s elkaar raken grotere kans op crimi.
Sneaky thrills
Upper-middle class setting gaat misdaad niet om materiaal ‘the taste of pizza doesn’t lead to
crime, crime makes pizza tasty’.
Sneaky thrill (sensatie) word gecreeerd door een persoon:
- Stilzwijgende word verleidt tot afwijkend gedrag
- Herovert haar emoties en probeert normale verschijningen aan te nemen
- Waardeert de weerkaatsende betekenis van haar prestatie in een euforische sensatie
Gaat erom dat ze een kick krijgen van de criminele activiteit en niet persé bijv iets van een ander
willen heroveren.
Flirting with the project
Zodra een product uit zijn beschermde omgeving is gehaald, is het object een stuk minder
aantrekkelijk. Verschil per periode welke items interessant zijn. shoplifters hebben vaak niet bepaald
item op het oog wat ze willen stelen. Om een bepaald object te stelen komt doordat het zelf zo
uitnodigt (magical environment) en stopt het in haar zak.
It would be so easy
Een object word aantrekkelijk doordat ze een product projecteren in hun wereld.
The reemergence of practical reason
Shoplifters proberen zo normaal mogelijk onopvallend te doen avoiding suspicion (normal
appearance). Wanneer men dit normale gedrag zal vertonen verschilt per daad. Bij bijv het stelen van
een auto en na het dumpen hiervan kunnen ze daarna pas zo normaal mogelijk doen als ze van de
auto af zijn. bij diefstal in een winkel proberen ze voor de daad al zo normaal mogelijk te gedragen en
onopvallend mogelijk zodat niemand hen zou verdenken.
- Veel kleding passen in kamertje waardoor de verkoopmedewerker de tel niet bij kan houden
- 2 dezelfde stukken op elkaar waardoor lijkt 1 stuk vast te hebben
- Nadruk op stuk dat je toch terug gaat leggen
Verschillende emotionele pieken wat je in de paskamer juist niet hebt omdat er geen toezicht op
jouw dan is:
- Winkel binnentreden
- Product pakken
- Verkoopster vraagt of je wat hebt gevonden
- Verlaten van de winkel (drop ik de spullen of niet)
Moeilijk om rationeel te blijven denken odmat je alles als verdacht opvat
,Being thrilled
Zodra je de winkel hebt verlaten en je dus de misdaad hebt afgerond krijg je de derde staat van de
sneaky thrill euforie/opluchting/excitement. Sommigen voelen zich schuldig/schaamte.
Why some offenders stop
Gebruik van life-histories van mensen die stopten met plegen van crimi en mensen die doorgingen.
2 groepen die afstand namen van crimi:
1. Jongeren (7-17) voor niet-gewelddadige misdaden zijn gearresteerd en vervolgens als
volwassenen niet zijn gearresteerd voor roofzuchtige misdaden. (non-violent desisters)
2. Volwassenen die in jeugd voor hun gewelddadige misdaden zijn opgepakt maar als
volwassenen niet zijn gearresteerd voor roofzuchtige misdaden. (violent desisters)
Van groep 1 4 mensen (ca. 9x opgepakt, nooit geweld) geinterviewd en van groep 2 15 (ca. 12x
opgepakt geweld, zitten langer in gevangenis). Allebei ca. 1,4 jaar in gevangenis.
Leon (huwelijk als keerpunt)(70 jaar): arm, dronken misdadige ouders, groot gezin en
mishandelingen, veel verhuizen, skipte school omdat hij 3 klassen lager moest dan leeftijdsgenoten
chaotisch leven. 11 jaar al 3 x opgepakt voor inbreken. Criminaliteit begint dus al erg vroeg. Moest
naar Lyme school om criminele doelwitten te ontwijken. Zijn volwassen leven erg stabiel: baan en
vrouw. Hoe deze verandering tussen jeugd en volwassenleven? keerpunten:
- Militaire service gehad: verantwoordelijkheid ontwikkelen
- Huwelijk: gaf support. Was graag thuis dan buiten op straat. Zijn moeder was tegen het
huwelijk omdat zij katholiek was en hij met een protestantse vrouw ging trouwen. Hoe kan
huwelijk helpen?
1. Reactie op de investering van zijn vrouw in hem.
2. Leon zijn contact met zijn oude vriendengroep werd verbroken en kreeg vrienden uit zijn
vrouw der vriendengroep
3. Meer met familie van zijn vrouw omgaan dan zijn eigen
- Werk
- Lyman School: leon zag het als een leeromgeving.
Hun zoon (45 jaar) overleed aan alcohol en drugs. Zijn huwelijk met vrouw was slecht want zij hielp
hem zijn problemen te dekken voor anderen. Vreselijk leven voor die vrouw. Na de dood vond zij een
goede man en kreeg een goed leven.
Why some offenders persist (vasthouden)
Twee groepen:
1. ‘Mannen gearresteerd als jongeren (7-17),, jongvolw (17-32) en ouder (32-70) voor
gewelddadige daden.’
2. ‘’ minsten 2 of 3 fasen in levensloop.
Boston-Billy: goede jeugd, normale slimme ouders stabiliteit. Obstakels:
- Geen interesse in school skippen
- Op straat bezig zijn
Steelt auto’s en is dronken (15). Hij werd sterk beïnvloed door de vriendengroep.
Steelt uit winkels (6)
Allemaal geleerd van anderen.
Hij heeft slecht inzicht, suggestief en eigenwijs. Word naar Shirley school gestuurd maar ziet het niet
als een straf. Daarna weer thuis omgaan met de verkeerde vrienden. Tussen 17 en 25 wist hij dat hij
geen goede baan kon krijgen meer crimi (lost hope)
Zag zijn familie steeds minder door gevangenis etc. na gevangenis ging hij van hot naar her. Rond zijn
60e behaalde hij een diploma en werd hij een soort advocaat.
3 paden die leiden tot niet begaan van crimi:
- Sterke binding werk billy had geen/amper werk. Steeds heel kort
- Sterke binding echtgenoot kort huwelijk
- Succesvolle militaire ervaring afgewezen ivm strafblad of wegens slechte gezondheid
, Hij had geen keerpunten in zijn leven. Enige keerpunt was dat zijn vader niet wilde helpen auto
betalen dus toen besloot hij autos te gaan stelen.
Hoorcollege week 1
Dadertheorieën:
mainstrain theorie: levensloop en gelegenheidstheorie
Mensbeelden in de criminologie:
Oorsprong ver terug te vinden (o.a. Beccarua)
- Rationele dader: homo economicus:
Gelegenheidstheorieën. Gelegenheid maakt dat er criminaliteit plaatsvind. Waarom plegen
mensen crimi? gelegenheid maakt de dader. Gelegenheid is daartoe. (RAT, routine activity
theory). Daderschap door (kans op crimineel gedrag)
Gemotiveerde dader
Aantrekkelijk doelwit
Afwezigheid van toezicht
Eck’s crime triangle (derde week nog meer uitleg):
Handler: dader. Een persoon of object die controle uitoefent op de dader.
Manager: locatie
Guardian: doelwit
Gelegenheid beperken door bijv camera’s op te hangen zodat doelwit minder aantrekkelijk word.
Rationeel persoon maakt een afweging wat levert het mij op en wat zijn de kosten.
De gemotiveerde dader:
Maakt snelle beslissing
Snel plezier (baten) en geen pijn (kosten) bounded rationality
de rol van gelegenheid:
Signalen (cues) uit de directe omgeving over doelwit en toeicht
Gelegenheid bepaalt de afweging en keuze
Hot products en hot spots. Sommige doelwitten zijn per definitie al eerder aantrekkelijk zijn.
soms ook plekken die al eerder aantrekkelijk zijn om crimi te plegen.
Rationele dader hoeft niet perse altijd voorbereid zijn. ze zijn juist vaak impulsief. Omdat op dat
moment opeens iets voordoet en je je afvraagt of je het gaat doen of niet en moet je dus snel
handelen. Bankovervallen vaak onvoorbereid. De gelegenheid deed zich voor waardoor ze het
opeens besloten. impulsieve keuze. Zinloos geweld daardoor ook te verklaren omdat uit niks
komt.
- De invloed van de sociale omgeving: homo sociologicus. Een mens dat afhankelijk is van
omgeving. Handelt vanuit omgeving. Hierbij hoort levensloopcriminologie. Shared
beginnings, divergent lives. Iedeer hetzelfde vertrekpunt maar ieder kan ergens anders
eindigen. Die studie in het kort:
500 delinquente jongens die op een tuchtschool zaten en hebben die vergeleken met 500
niet delinquente jongens. Wat hebben ze meegemaakt in hun leven waardoor sommige het
verkeerde pad op gaan en sommigen niet. Drie meetmomenten, 14, 25 en 32 jaar. Laub en
Sampson hebben 500 jongeren van dat onderzoek opgespoord en weer 52 geinterviewd, life-
histories met leeftijd van 65 jaar.
Centrale vraag: op welke manier criminele carrieres begonnen. Waarom stoppen sommige
daders en waarom gaan anderen wel door met misdaden.
Focus op: levensfasen, keerpunten, sociale omgeving (gezin, werk, activiteiten)
Conclusie:
1. persisters (wildplegers, mensen die vroeger crimi pleegden en nu nog steeds, Billy. Hij is
nooit opgehouden). Willem Holleeder een persistente dader.
2. desisters(first-offenders. Vroeger crimi plegen en nu niet meer)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximebanastasia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.