100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting introductie tot Financieel Management $6.51   Add to cart

Summary

Samenvatting introductie tot Financieel Management

 90 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Introductie tot Financieel management gegeven aan Thomas More Mechelen. De inhoud bestaat uit het boek Finance is fun, Powerpoints en belangrijke zaken die vermeld werden tijdens de lessen.

Preview 4 out of 43  pages

  • February 2, 2021
  • 43
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting handboek “Finance is fun” + Powerpoints + lessen

1 Geldstromen in een bedrijf

1.1 Inkomende geldstromen

Geld komt binnen op 2 manieren:

1) Externe middelen
= Het bedrijf trekt geld van externen aan
 Door Investeerders
 Privé=mensen dat investeren om geld te renderen, mensen willen investeren in bedrijf ipv op
spaarrekening te zetten bv. vrienden, familie --> privegeld
 Institutionele investeerders= bv overheid, belfius
 Venture capital =business angels = mensen die veel geld hebben verdiend in business en die
startende ondernemingen geld geven om te groeien en hoog rendement te hebben. + geven hun
ook kennis en ervaring.
 Eigen vermogen =geld van investeerders dus aandeelhouders
= het bedrijf hoeft het geld niet terug te betalen, als er winst is beslis ik wat ermee gebeurt in
de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering. Geld enkel terug door aandelen te verkopen.
o Ter beschikking gesteld door de aandeelhouders
o Geld wordt gedurende langere tijd ter beschikking gesteld
o In geval van winst beslissen de aandeelhouders (AV) wat er met
de winst gebeurt. Als er verlies van vorig bj is kan da nrml ni
uitgekeerd worden behalve als je in het verleden winsten hebt
opgebouwd en dus drmee kan compenseren (dus dan kan
dividend uitkeren wel)
o Dividenduitkering in geval van winst (beslissing van de AV) winst
≠ winst bj
o Dividend = aandeelhouders krijgen stuk vd winst.
Onder 2 voorwaarden mogelijk:
 Bedrijf maakt winst
 Algemene vergadering beslist de winst uit te keren
o Rendement voor de aandeelhouder (bij voorkeur meer dan de
marktrente)
o Aandeelhouders kunnen koerswinst/verlies realiseren
o Als er winst is: -uitgekeerd naar aandeelhouders (een deel, dus
dividend)
-blijft in bedrijf en komt bij reserves toe
 Schulden of vreemd vermogen= gevolg van inkomende geldstromen
= het bedrijf moet geld terugbetalen aan mij, en ik wil op voorhand exact weten welke
vergoeding ik ga krijgen. Bv. Banklening schuld terugbetalen + vergoeding onder vorm van
interest betalen omdat je geld mocht lenen.
o Banken: schuld terugbetalen+ interest
o Leveranciers: de betalingsuitstel op factuur dat je krijgt van
leverancier
o Overheid: rsz betalen

, o Schulden in RC rekening courant dus onder 0 staan

Wat is beter ev of schulden (vv)?
30%ev en 70%vv, als je 0 schulden wilt ni goe ma als ge 100% schulden wilt ook niet want dat betekent
dat je geen kapitaal hebt

Voordelen eigen vermogen:
 je hoeft aandeelhouders niet terug te betalen; geen winst = geen dividend moeten betalen.
Een aandeelhouder verwacht een rendement hoger dan de interest die uw bedrijf betaalt op de
bankleningen. Omdat de aandeelhouder een groter risico neemt dan de bank (krijgt geld terug +
vergoeding).

Aandeelhouder heeft macht bij algemene vergadering en beslist wat er met winst gebeurt.

Raad van bestuur
 Gaat de belangen verdedigen.
 Moet verantwoording geven aan algemene vergadering.
 Raad van bestuur duidt CEO aan.
 Raad van bestuur houdt zich bezig met algemene strategie




CEO
 Leiden het bedrijf in de juiste richting
 Moet ervoor zorgen dat de aandeelhouders hun rendement behalen

‘Een goede aandeelhouder’
 Heeft een langetermijnvisie, en verwacht niet meteen rendement.
 Winsten eerste jaren in onderneming laten, en niet meteen rendement verwachten.

Nadelen van schulden:
 Ze moeten terugbetaald worden (in tegenstelling tot eigen vermogen)
 Bij zowel winst als verlies maakt u schulden (en moet er interest op betaald worden).

Voordelen van schulden:
 Beperkt tot het geleende bedrag (in tegenstelling tot dividend)
o De bank kan dus niet meer vragen bij hogere gemaakt winsten.
o Bij aandeelhouder kan dit wel
 Veel winst = veel dividend uitkeren
 Geen winst = geen dividend

, 2) Interne middelen
= Het bedrijf genereert zelf geld door producten of diensten rendabel te verkopen
= als er winst is en je behoudt het in bedrijf onder vorm van reserve
 in geval van winstgevende activiteit wanneer opbrengsten groter dan kosten = positieve interne
middelen
 door R&D kan bedrijf winstgevend worden: in de aanvangsjaren werken met verlies = negatieve
interne middelen (activiteit kost meer dan ze opbrengt)
o Indien voldoende financiering (via externe bronnen) geen faling
 Faling gebeurt enkel als schulden niet meer betaald worden (gebrek aan cash)
o Te veel cash zit vast in inventaris, klanten, enz…
 Geen faling zolang de schulden worden afgelost


Voorwaarden faling: 1 staking van betaling (u kan niet meer afbetalen) + 2 geschokt krediet (uw
schuldeisers hebben het vertrouwen in u verloren)  leveranciers zijn vertrouwen in u verloren of
bv bank dat niet meer toelaat om in het rood te gaan op rekening.

Wanneer gaat een bedrijf failliet?: het bedrijf kan zijn schuldeisers niet meer betalen en kan ook
geen investeerders meer overtuigen om geld in de zaak te pompen.

Een faillissement heeft alles te maken met cashproblemen:
 Verlies = bedrijfsactiviteit brengt meer
 Verlieslatende bedrijven kunnen blijven voortbestaan zolang er cash is.
 Zolang negatieve interne middelen door externe geldstromen (EV of schulden) worden
gecompenseerd  geen cashproblemen/failliet gaan.

Ontbinding= ontbinding van de vennootschap= de buitengewone AV (minimum aantal aandeelhouders
moet aanwezig zijn= buitengewoon) van aandeelhouders beslist om te stoppen met de onderneming-> is
ni altijd door faling
Vereffening= men gaat kijkenhvl geld er in onderneming zit en hvl schulden en met beschikbaar geld
schulden afbetalen, dus alle schulden moeten op 0 worden gezet met het beschikbare geld. 3stappen:
1 ontbinding 2vereffenisactiviteiten: kijken hvl geld er is in voorraad, kas of rekening, hvl gebouwen
zijn er bv. Die je kan verkopen om schulden af te betalen 3alle schuldeisers zijn betaald en vereffening
eindigt dus bedrrijf stopt met bestaan.
Ontbinding en vereffening gebeuren na faling maar kan ook door iets anders
Curator= als er faillisement is wordt een curator aangezet meestal advocaat, kijkt aan wie je de
beschikbare gelden kan toekennen : eerst overheid schulden betalen
Rechter-commissaris= is er een eerlijke verdeling van beschikbare middelen gebeurd?

1.2 Uitgaande geldstromen
Uitgaven verbonden aan externe middelen
-Vergoeding van het Eigen Vermogen = dividend die bedrijf betaalt
-Terugbetaling vreemd vermogen of schulden (EV niet terugbetalen)
-Vergoeding van vreemd vermogen =interest op VV die bedrijf aan bank of andere schulden betaalt
Uitgaven verbonden aan interne middelen
-Kosten=Operating Expense=Opex
= uitgaven die op minder dan een jaar/op kt geld opbrengen

, • Aankoop goederen
• Diverse diensten en goederen
-Investeringen=Capex=Capital Expenditure=
• Aankoop goederen met een economische levensduur van meer dan 1 jaar. Wordt ook
wel genoemd. Bv. machine  bedoeling om verschillende jaren te gebruiken.
interne regels kunnen afwijken
 Uitgaven op korte termijn (=- 1 jaar) zijn kosten. Uitgaven op lange termijn
(=+1jaar) zijn investeringen

1.3 financiële basisdocumenten:
• Geldstromen worden gestructureerd voorgesteld maar de financiële gegevens gaan veel verder
dan loutere cash stromen
1. Balans = moederdocument
2. Twee afgeleide documenten:
a. Resultatenrekening/Profit & Loss/Income statement
b. Kasstromentabel/cash flow statement

Vereffening:
= alle gelden die nog in onderneming aanwezig, dat die worden besteed voor betaling aan de schulden
die er nog zijn.

1. Bestluit om tot vereffenig over te gaan:
alle schulden die moeten worden afbetaalt, dat ze nog worden afbetaalt worden

2. Vereffening zelf:
 vereffenaars worden aangesteld (de staat komt op nummer 1, banken nummer 2,
leveranciers 3, aandeelhouders,…)

3. Sluiting van de vereffening:
goedkeuring om vereffening te sluiten




Business Model Canvas




Business Model Canvas Persoonlijk

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayshin. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51  2x  sold
  • (0)
  Add to cart