Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Ik heb de leerdoelen die in de lesbeschrijving van periode 1 voor medische kennis zijn gegeven, uitgewerkt. Daarbij heb ook mijn samenvatting erin verwerkt die ik aan de hand van het boek Martini en de kennisclips heb gemaakt.
Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Medische Kennis
All documents for this subject (117)
2
reviews
By: hannekevaatstra • 3 year ago
By: tamaradegoede • 3 year ago
Seller
Follow
ilsepieters1969
Reviews received
Content preview
Leerdoelen week 1
De student kan benoemen wat de belangrijkste organisatieniveaus in levende organismen
zijn en uitleggen wat de doelstellingen en werkwijzen van het vakgebied anatomie en
fysiologie zijn
Anatomie = hoe ziet het lichaam eruit
Systematiek van ontleding
- topografisch (regionaal, ligging ten opzichte van een ander deel
- functioneel (systematisch)
Mediane laparotomie = snijden in de buiken want:
Mediaan = in het midden
Lapa = buik
Tomie= snijden
Microscopische anatomie = iets bekijken met het blote oog
Macroscopische anatomie = onder een microscoop iets bekijken
- Histologie = weefselleer, cellen t.o.v. elkaar in weefsel, is heel belangrijk voor
diagnostiek
- Cytologie = celleer, afzonderlijke cel
Fysiologie= hoe werkt het lichaam
Het lichaam, het geheel is meer dan de som der delen. Alle bouwsteentjes van het lichaam
maken samen het geheel.
De student kan globaal de bouw, liggen en samenhang van de verschillende orgaansystemen
en belangrijke lichaamsholtes beschrijven
Vooraanzicht lichaam bovenkant
Cerviaal Nek
Axillair Oksel
Brachiaal Arm
Carpaal Pols
Digitaal Vingers
Thoracaal Borstkas
Sternaal Borstbeen
Mamaal Borst
Ambdominaal Buik
Umbilicaal Navel
, Vooraanzicht lichaam onderkant
Inguniaal Lies
Pubisch Genitaal
Femoraal Dijbeen
Patellair Knieschijf
Cruraal Onderbeen
Tarsaal Enkel
Pedaal Voet
Digitaal Teen
Hallux Grote teen
Achteraanzicht lichaam
Opticaal Achterhoofd
Vertebraal Wervelkolom
Lumbaal Onderrug
Saccraal Heiligbeen
Gluteaal Billen
Perineaal Tussen anus en genitaliën
Popliteaal Knieholte
Calcaneaal Hiel
Plantair Voetzool
Als je latijnse benamingen kent, kun je al veel afleiden:
Femoraal = bovenbeen
Femur = bot
Arteria femoralis = het bloedvat
Nervus femoralis = de zenuw
Femur = bot fractuur
De student kan een aantal belangrijke anatomische termen in relatie tot de topografie
benoemen
Aanzicht menselijk lichaam is rechtop met het gezicht naar voren. Handen en benen uit
elkaar, dit wordt dan verdeeld in:
Sagittaal = linker en rechter deel (zij aanzicht)
- Links = dexter
- Rechts = sinister
- Mediane vlak = precies in het midden, links en rechts wordt makkelijk aangegeven
- Mediaal = dichtbij het midden (hart ligt mediaal van de bovenarm)
- Lateraal = verder van het midden, richting de zijkant
(Bovenarm ligt lateraal van het hart)
Coronaal = verdeling in voor en achter
- Ventraal = richting de voorkant
- Dorsaal = richting de achterkant (wervelkolom ligt dorsaal van het borstbeen)
,Transversaal= verdeling in boven en onder
- Craniaal = richting de schedel (schedel ligt craniaal van de schouderbladen)
- Caudaal = richting de voeten (schouderbladen liggen caudaal van de schedel)
Distaal (ledematen) = verder van het midden af, richting het uiteinde
Proximaal (ledematen)l = naar het midden toe, richting het aanhechtingspunten (het dijbeen
ligt proximaal van het scheenbeen)
Superior = craniaal = richting de schedel
Inferior = caudaal = onder de schedel
Anterior = ventraal = richting de voorkant
Posterior = dorsaal = richting de achterkant
De student kan het belang van homeostase en regelkring in de fysiologie beschrijven
Het hele lichaam bestaat uit 3 basisonderdelen:
- Cel
- Interstitium (tussen ruimte)
- Bloedbaan
Doel lichaam = cellen in leven te houden door middel van homeostase.
Om homeostase te kunnen handhaven moet het lichaam stoffen kunnen opnemen. Zuurstof
(gassen) is een van de belangrijkste voorbeelden hiervan. Door zuurstof op te nemen en
koolstofdioxide uit te scheiden wordt de homeostase gehouden en de cel dus ook in leven te
houden.
Homeostase = het constant houden van het milieu interne. Balans.
- Temperatuur
- Zuurgraad (ph)
- Zuurstof (gassen)
Homeostase is van belang zodat het lichaam goed kan blijven functioneren
De cel heeft nog meer dingen nodig om in leven te kunnen blijven:
- Water & zout = worden opgenomen uit de darm en worden uitgescheiden via de
nieren of door de huid (zweten)
- Bouwstoffen = worden opgenomen in de darm, via voeding en wordt uitgescheiden
via de lever (uitscheiding, feces). Ook kunnen bouwstoffen via de nier uitgescheiden
worden, urine.
- Energie = worden opgenomen in de darm, via voeding en wordt uitgescheiden door
verbranding (warmte, beweging, groei)
De aansturing van het hele geheel wordt voorzien door 2 manieren van communicatie in het
lichaam
- Zenuwstelsel
- Hormoonstelsel
, De uitvoering van het hele geheel wordt door 11 stelsels gedaan:
Zenuwstelsel:
- Maakt reactie op prikkels mogelijk (impuls)
- Coordineren activiteiten van andere orgaanstelsels
Hormoonstelsel (endocriene stelsel):
- Reguleert langdurige veranderingen
De huid:
- Reguleert temperatuur
- Beschermt tegen gevaren van buitenaf
Beenderstelsel:
- Biedt ondersteuning
- Beschermt weefsels
Spierstelsel:
- Maakt beweging mogelijk
- Zorgt voor stevigheid
Cardiovasculaire stelsel:
- Transporteert cellen en opgeloste stoffen
- Transporteert voedingsstoffen en afvalstoffen
Lymfestelsel:
- Verdedigt tegen infecties en ziekten
Ademhalingsstelsel:
- Transporteert lucht
- Zorgt voor gaswisseling
Spijsverteringsstelsel:
- Verwerkt voedsel
- Neemt voedingsstoffen op
Urinaire stelsel:
- Verwijdert afvalstoffen
Voortplantingsstelsel (man of vrouw):
- Maakt hormonen aan
- Produceert geslachtscellen
De student kan de ph-schaal en de rol van buffers in lichaamsvloeistoffen beschrijven
Buffers zijn aanwezig om de homeostase in het lichaam te kunnen behouden.
De student kan de medische terminologie toepassen
Een orgaan bestaat uit weefsel. Je hebt verschillende type weefsels.
Als je dit soort weefsels van dichtbij bekijkt, dan zie je allerlei soorten cellen. Bekijk je dit
weer van dichtbij dan zie je organellen. Organellen zijn de ‘organen’ van een cel. Die bestaat
weer uit moleculen.
Moleculen zijn samenstelling van atomen en ionen.
Klein molecuul = O2
Groot molecuul = hormoon
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsepieters1969. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.