100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting AFP Examen Beautylevel 2 (compleet en uitgebreid) $17.83
Add to cart

Summary

Samenvatting AFP Examen Beautylevel 2 (compleet en uitgebreid)

7 reviews
 156 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Ik heb deze samenvattingen per hoofdstuk makkelijk, overzichtelijk en uitgebreid gemaakt om mijzelf voor te bereiden voor het AFP examen in leerjaar 2. Over het algemeen is dit examen erg pittig door de vele hoofdstukken (17) die je moet weten. Ik heb dit examen in 1x behaald met een 8. Goede voorb...

[Show more]

Preview 4 out of 81  pages

  • Yes
  • February 3, 2021
  • 81
  • 2019/2020
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: samirates2015 • 2 weeks ago

review-writer-avatar

By: tjeska • 2 year ago

Translated by Google

Everything you need to know is in it. Clearly described.

review-writer-avatar

By: fleurmaurik • 1 year ago

review-writer-avatar

By: xkussnikitaa1 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: mariekekooijman-nieuwstraten • 3 year ago

Translated by Google

Great!

review-writer-avatar

By: hesterdejong12 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: pasqualevdoren • 3 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1 cellen en weefsels:
Cellen:
Een cel is de kleinste, zelfstandige eenheid van een levend organisme.
Bouw van de cel:
- celmembraan
- cellichaam
- celkern
Celmembraan  vormt de celwand en is semi-permeabel (halfdoorlaatbaar).
Cellichaam  bestaat uit cytoplasma en voor 70% uit water.
Celkern  bestaat uit kernplasma en regelt alle levensprocessen in de cel.
Kernplasma = nucleoplasma
Cytoplasma + kernplasma = protoplasma
In de celkern ligt chromatine, dat opgebouwd is uit chromatinekorrels
(eiwitkorrels).
Als de celkern zich gaat delen, vormen de chromatinekorrels draden. Dat zijn de
chromosomen.
Chromosomen bestaan uit DNA.
In DNA ligt erfelijke informatie; genen.
Functies van de cel:
Lichaam bestaat uit verschillende soorten cellen, met hun eigen bouw en functie.
Sommige bewegen, anderen zitten aan elkaar vast.
Animale levensverrichtingen: Plotselinge veranderingen
functies die in het lichaam in staat stellen te reageren op plotselinge
veranderingen van de omgeving zoals:
- prikkelbaarheid  warmte, kou, druk en licht
- beweging  vorm en plaats


Vegetatieve levensverrichtingen: Functie
Functies die de groei, ontwikkeling en het voortbestaan van het individu en soort
mogelijk maken zoals:
- groei  aantal cellen toenemen
- stofwisseling  stofwisseling is de opname van voedingsstoffen en zuurstof en
de afgifte van afvalstoffen.
- voortplanting  samensmelting van een zaadcel en een eicel (bevruchting)


Celdeling:
- levensduur van een huidcel is circa 28 dagen
- levensduur van een rode bloedcel is circa 120 dagen
Directe celdeling:
- celkern en cellichaam delen zich tegelijkertijd
- vindt plaats bij eencellige organismen

,Indirecte celdeling:
- de kern deelt zich als eerste door verdubbeling of reductie (vermindering)
van chromosomen
- daarna volgt de deling van het cellichaam
 mitose en meiose (of reductiedeling)
Mitose:
Mitose komt voor in lichaamscellen, hier ontstaan een exacte kopie van de
oorspronkelijke cel. Hier vind verdubbeling plaats van het aantal chromosomen.
Verdubbelen
Meiose:
Meiose wordt ook wel de reductiedeling genoemd. Dit is zo omdat tijdens de
meiose de hoeveelheid chromosomen in de cellen gehalveerd wordt. Voor de
mens geldt dan dat een cel met 46 chromosomen bij de man in de teelballen en
bij de vrouw in de eierstokken. In de rest van het lichaam vindt er nergens
meiose plaats. Halveren Geslachtscellen
Bevruchting:
Vindt plaats in de eileiders van de vrouw. Mannelijke zaadcel en vrouwelijke eicel
smelten samen. Bevruchte eicel met 46 chromosomen.
XY  jongen
XX  meisje
X staat voor de eicel (v) en de Y voor een zaadcel (m)
Groepen cellen bij elkaar met dezelfde vorm, functie, celtussenstof en celafkomst
vormen een weefsel.
Ontwikkeling van een bevruchte eicel:
Na de bevruchting gaat de eicel zich delen; moerbeistadium.
- endoderm  binnenste kiemblad (bloedvaten + luchtwegen)
- mesoderm  middelste kiemblad (bindweefsel + skelet)
- ectoderm  buitenste kiemblad (opperhuid, nagels + zenuwstelsel)

,Weefsels:
Epitheelweefsel  beschermt het lichaam en scheidt klierweefsel stoffen af
Spierweefsel  maakt beweging mogelijk
Steunweefsel  zorgt voor steun en stevigheid
Epitheelweefsel kunnen we indelen naar:
- aantal lagen (1)
- vorm van de cellen (2)
- functie (3)

(1) Aantal lagen:
- eenlagig of meerlagig
- eenlagig  endotheel
- meerlagig tref je onder meer aan in de opperhuid

(2) Vorm van de cellen:
- plaveiselepitheel (plat)
- kubisch epitheel (vierkant)
- cilindrisch epitheel (rechthoek/hoog)
Plaveisel epitheel:
- eenlagig  binnenkant bloedvaten en lymfenvaten
- meerlagig  slokdarm en opperhuid
Kubisch epitheel:
- eenlagig  eierstokken
- meerlagig  opperhuid
Cilindrisch epitheel:
- eenlagig  binnenzijde van de darmen en de maag
- meerlagig  /
Trilhaar epitheel (hoort bij cilindrisch epitheel):
- bevindt zich in de luchtpijp, neusholte, eileiders en in de buis van Eustachius.


(3) Functie:
- bedekkend of afscheidend
- beschermt het lichaam tegen schadelijke invloeden van buitenaf
- bekleedt de binnenkant van de inwendige organen
- de opperhuid is een bedekkend epitheel
- afscheidend epitheel noemen we ook wel klierweefsel;
- eencellige klieren
- meercellige klieren




Eencellige klieren:
Bekercellen van het neusslijmvlies

, Meercellige klieren:
- wijze van afscheiding (1.1)
- vorm (1.2)
- functie (1.3)

(1.1) Wijze van afscheiding:
De manier waarop een klier zijn product kwijtraakt.
- exocriene klier (1.1.1)
- endocriene klier (1.1.2)
- endo-exocriene klier (1.1.3)

(1.1.1) Exocriene klieren:
Klieren met een afvoerbuis
- eccriene klieren  cel blijft behoudt
- apocriene klieren  deel van de cel gaat verloren
- holocriene klieren  hele cel gaat verloren
(1.1.2) Endocriene klieren:
Hormoonklier en heeft geen afvoerbuis
(1.1.3) Endo-exocriene klieren:
Scheiden hormoonklieren af
(1.2) Vorm:
- buisvormig  tubulair zweetklieren
- trosvormig  alveolair talgklieren, melklieren en speekselklieren
- gemengd  tubulo-alveolair oorspeekselklieren
(1.3) Functie:
- secretie/incretie  afscheiden van stoffen
- exretie  uitscheiden van afvalstoffen




Vier groepen weefsels:
- epitheelweefsel
- zenuwweefsel (hoeft niet voor de toets!)
- spierweefsel
- steunweefsel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanetten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.83  15x  sold
  • (7)
Add to cart
Added