samenvatting van: celbiologie partim. histologie en cytologie
gebaseerd op: powerpoints en extra stof uit lessen
hoofdstukken: inleiding, celorganellen, nucleus en nucleolus, apoptose en necrose, cytoskelet, celverbindingen, epithelia, epithelia mannelijk genitaal stelsel, AP verslag, kraakbe...
Inleiding
Examen:
- practicumdeel 50% vd punten
- 20 MC vragen met gisc. (vragen v vorige jaren)
- 2/4 open vragen (blackboard)
(mitose en meiose ook knnn: zelf herbekijken)
Celorganellen
Mitochondriën
Buitenste membr: zeer doorgankelijke
binnenste: minder permeabel
1
,Histologie en cytologie - 1ste Bach Sem 2 KV
Voorkomen:
• In alle eukaryote clln
⤷ meestal op plaatsen wr E ndg is
• Knnn tot 2/5 v cytoplasma innemen
⤷ zeer dynamisch, knnn aangemaakt w wanneer ndg
• Eivormig/langgerekt, soms vertakt
• Zeer heterogene verdeling over cytoplasma bij versch celtypes,
vaak ophoping in gebieden wr veel E verbruikt w
• # is afh v E behoefte vd cel (knnn splitsen en fusioneren)
⤷ giant mitochondria: bv alcoholiekers cel kan niet voorzien in E → giant w gemaakt
Bouw
→ dubbel membr met intermebr ruimte
→ membraan zeer fluide, dynamisch
⤷ drm cytoskelet vr stabiliteit
• Buitenste
⤷ transport v grote eiwitten, bevat veel transporteiwitten
⤷ permeabel vr niet al te grote molec
⤷ samenstelling intermembranire ruimte afspiegling v omliggend cytoplasma
⤷ bevat enzymen die conversie v bep substraten bewerkstelligen
⤷ bevat enzymen vr vetsynthese/vetzuurmetabolisme
• Binnenmembr
⤷ cristae → opp.vergroting tov matrix
→ om plaats te maken (vr gradienten over membranen veel enzymen ndg)
⤷ met transporters
⤷ bstt vr ¾ uit eiwittn (ademhalingsenzymen, transporteiwitten)
⤷ hoe hoger metabole activiteit v/e cel, hoe meer uitgesproken de plooiing
• Intermembranaire ruimte
• Matrix
⤷ bevat veel enzymen v vetzuuroxidatie en v deel v citroenzuurcyclus
⤷ ronde matrixkorrels = neerslagen v calcium en magnesiumzouten
⤷ hier gebeurt oxidatie v lipiden, oxidatie v pyruvaat en citroenzuurcycl
Bijzonderheden
→ Mitoch bevatten eigen circulair DNA en ribosomen
(en enzymen om prot te synthetiseren)
↓
mitoch knn dus instaan vr eigen groei en vermenigvuldiging
→ Mitochondriaal DNA en geassocieerde enzymen lijken sterk op deze die in bact vrkmn
→ # en grootte v mitoch kan veranderen wanneer E behoeft vd cel verandert
Functie
• Mitochondriale activiteit produceert ong 95% vd E die dng is vr in stand hdn vd cel
• Vormen ATP dr afbraak organische moleculen in reactieketen waarbij O2 verbruikt w en CO2
aangemakt
2
,Histologie en cytologie - 1ste Bach Sem 2 KV
• Metabolisme: katabool + anabool
Synthese v mitochondriale proteïnen
→ Meeste mitoch prot w buiten het organel geproduc
⤷ dr cytosolische ribosomen (= niet gebonden aan ER)
→ Opname dr binding aan receptor prot op het opp vd mitoch
⤷ via specifieke uptake-targetting sequences aan de neiuwe proteïnen
→ Aanwezigheid v dubbel memebr vereist vr sommige prot een sequentiële actie v
2 sequenties en 2 membraangebonden receptorsystemen
Ribosomen
Compleet functioneel ribosoom: - kleine subunit
- grote subunit
⤷ gemaakt in nucleolus
Maligne vs. benigne: - Celdeling → zeer arbeidsintensief, zeer veel eiwitten aanmaken
- kankercellen delen veel: dus veel eiwitprod
- veel ribosomen ndg
- grote nucleolus ndg (kenmerk maligne cel)
Alg kenm:
• Ronde/langerekte dltjs
• 2 subeenheden, ongelijke grote
• Voornaamste bestanddeel: rRNA
• Andere bestanddelen: 10tallen versch eiwitten
• 2 vormen: - memebraangebonden
⤷ produceren eiwitten in vesikels vr vrijgave
- vrije ribosomen
⤷ eiwitten vr intern gebruik
• Gevormd in nucleus
Functie:
1. Assemblage v aminozuren tot polypeptideketens (primair eiwit)
⤷ kmn in lumen terecht v ER
⤷ hierna ng veel posttranslationele modificaties
belangr: suikergroepen op plaatsen
2. Essentieel vr instandhouding vd cel
(Hormonen= eiwitten uitgescheiden in bloedbaan)
20 versch aminozuren
Ribosomen kmn meestal vr in groepjes: polyribosomen of polysomen
⤷ bij elkr gehdn dr streng mRNA
3
, Histologie en cytologie - 1ste Bach Sem 2 KV
Vorming v prot op ribosomen (in eukaryote clln!):
1. Initiatie
- versch initiatiefactoren
- assemblage v functioneel en competent ribosoom
- mRNA moet met startcodon (AUG= methionine) gepositioneerd z in P-site (peptidylsite)
en moet gepaard z met initiator-tRNA
2. Elongatie
- verschillende elongatiefactoren (EF) spelen een rol
- EF bindt met aminoacyl-tRNA, plaatst het op A-site
- binding met tRNA in P-site
- elongatie v petide
3. Terminatie:
- versch releasefactoren
- herkenning v stopcodons (UAG, UAA en UGA)
- beëindigen polypeptidesynthese
- release v proteïne v tRNA
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KTVA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $19.54. You're not tied to anything after your purchase.