werkgroep 9
De zitting
Literatuur
A. Franken, ‘De zittingsrechter in strafzaken’, Delikt en Delinkwent 2012/34.
W. Ferdinandusse, ‘De actieve rechter’, Strafblad 2018/13.
L. Ansems, K. van den Bos & E. Mak, ‘Speaking of Justice: A Qualitative
Interview Study on Perceived Procedural Justice Among Defendants in Dutch
Criminal Cases’, Law & Society Review 2020 (54), afl. 4, p. 643-678. Zie
https://doi-org.vu-nl.idm.oclc.org/10.1111/lasr.12499.
Algemeen
Onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzitting wordt in het wetboek van Sv geregeld vanaf art. 268 t/m 331 Sv. Het
ott kenmerkt zich van het overgaan van de leiding van de ovj naar de zittingsrechter. Uit de MvT blijkt
dat het ott vooral als functie heeft te resulteren in een juiste toepassing van het materiële strafrecht.
Dit betreft de uitkomstrechtvaardigheid. Hoewel een belangrijk punt daarbij, is het vinden van de
materiële waarheid niet het hoofddoel in het strafproces. De waarheidsvinding staat ten dienste van
de juiste toepassing van de wet. Daarmee wordt bedoeld dat het onderzoek naar de waarheid op de
zitting en ook niet verder hoeft uit te strekken dan voor een verantwoorde besluitvorming nodig is.
Dus niet alles wat kan worden onderzocht hoeft ook onderzocht te worden. Het gaat erom dat het
strafproces de kans op een onjuiste beslissing tot aanvaardbare proporties dient te reduceren.
Wat betekent dit voor de houding die de zittingsrechter moet aannemen? Waar moet zijn leiding op
het onderzoek toe leiden? In de doctrine wordt doorgaans een rechtstreeks verband gelegd tussen
de materiële waarheidsvinding en de niet-lijdelijke rechter. Materiële rechtsvinding impliceert in die
opvatting een actieve rechter die persoonlijk de overtuiging moet hebben bekomen dat de feiten
juist zijn. De voorwaarde dat de rechter deze persoonlijke overtuiging moet hebben, zal, zo wordt
verondersteld, de kans op fouten verkleinen. En dient in die zin een waarborg voor voldoende
waarheidsvinding. In het Wetboek van Sv komt deze opvatting van de niet-lijdelijke rechter in
verschillende artikelen naar voren. Bv in art. 272 lid 2 Sv, de rechter heeft de leiding over het
onderzoek en geeft daartoe de nodige bevelen. En art. 281 Sv de rechter schorst het ott indien het
belang van het onderzoek dit vordert. En art. 315 Sv, de rechter kan getuigen/ deskundigen
oproepen indien hem de noodzaak hiertoe blijkt. In de loop der tijd is het beeld van de actiever
rechter echter enigszins bijgesteld. De vraag kan gesteld worden of de actieve rechter nog wel de
norm is. Het bestaan van andere waarborgen tijdens het proces, zoals de aanwezigheid van
rechtsbijstand voor de verdachte, heeft in de praktijk geleid tot een subsidiair karakter van de actieve
rol en de eigen verantwoordelijkheid van de rechter. Wanneer de verdediging bv nalaat te klagen
over het gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs, wordt veelal aangenomen dat de rechter hier
niets mee hoeft te doen, zelfs al het overduidelijk is voor de rechter dat het bewijs onrechtmatig is.
De zitting
Deze week staat in het teken van de zitting. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de rechter.
Daarnaast staan in het strafrecht de burger en de overheid tegenover elkaar. Het woord ‘proces’
behelst meer dan alleen maar de uitkomst. Onder dit begrip vallen ook alle handelingen die worden
verricht tijdens het ott. Het gevoel dat partijen daaraan overhouden is van belang. De rol die de
rechter heeft blijkt van invloed te zijn op het gevoel dat procespartijen overhouden aan het ott. De
centrale vraag is of het processueel rechtvaardig voelt. Het is per land verschillend hoe
procespartijen dit ervaren, dit is bv afhankelijk van het procesmodel. Ons strafproces is vooral gericht
op het vooronderzoek en bewijzen worden dan ook vaak op papier geleverd. Ook de rol van de
Nederlandse rechter verschilt met die van andere landen. In Amerika is de rechter passiever,
waardoor er eerder een clash tussen partijen zal ontstaan. Het rechtvaardigheidsgevoel van
, procespartijen komt naar voren in de 1) betrouwbaarheid van informatie waaraan de beslissing ten
grondslag ligt, 2) de onpersoonlijke benadering en toon waarmee werd gesproken op het ott, 3)
aandacht die een rechter heeft voor de zaak, 4) neutraliteit van de rechter, 5) nauwkeurigheid van de
behandeling. Wat is het belang van de procedurele rechtvaardigheid?
uitdrukkelijk onderbouwd standpunt
Volgens het Wetboek van Sv heet de zittingsrechter een actieve rol. Het beeld van de zittingsrechter
is de afgelopen tijd echter bijgesteld. Steeds vaker lijken rechters zich lijdelijk op te stellen. Ze laten
hun oordeel vooral afhangen van hetgeen de ovj en de verdediging naar voren brengen. Ingrijpen
vindt bv pas plaats bij ernstig nalaten van de advocaat van verdachte of indien er helemaal geen
verdediging aanwezig is. Het bevelen van extra onderzoek indien dit vereist is voor een betere
waarheidsvinding, lijkt ook niet regelmatig te gebeuren. De verdachte wordt dan gewoon
vrijgesproken. Zoals we ook hebben kunnen lezen in het artikel van werkgroep 5 over de rechter die
de band van de ovj plakt, bestaat er veel discussie over de vraag of de rechter al dan niet in een
eerder stadium dient in te grijpen en zich actiever zou moeten opstellen. Die actievere houding zou
kunnen bestaan uit het ambtshalve bevelen van extra onderzoek voor de waarheidsvinding of door
zelf actief mee te denken over welke getuigen gehoord zouden moeten worden.
Voorargumenten
De oorspronkelijke rol van de zittingsrechter ogv de wet en de parlementaire geschiedenis is actief.
De rechter heeft ogv de huidige wet dan ook al verschillende bevoegdheden om actief deel te nemen
aan het ott.
Indien de ovj of verdediging hun werk niet goed doen, is het aan de rechter om mensenrechten
conform internationale mensenrechtenverdragen te waarborgen. De rechter dient dus te kijken naar
de gehele procedure, tot dan toe. Indien er voor de rechter reden is om te denken dat verder
onderzoek nodig is voor een betere waarheidsvinding, kan hij de ovj daar op wijzen. Daarnaast kan
de rechter actieve alternatieve scenario’s of verweren onderzoeken. Het kan niet de bedoeling zijn
dat de uitkomst van de zaak afhangt van de kunde van de ovj of de advocaat.
Op grond van het EVRM heeft de overheid een zelfstandige verplichting om in te grijpen waar
fundamentele waarden worden bedreigd. Het is dus taak van de overheid om de mensenrechten
conform de internationale mensenrechtenverdragen te waarborgen. Denk hierbij bv aan de
voorbeelden gegeven door W. Ferdinandusse, ‘De actieve rechter’, Strafblad 2018/13. Over de twee
zedenzaken waar relatief simpele onderzoekshandelingen er hadden toe kunnen leiden dat
verdachte wel werd veroordeeld. Zo zegt Ferdinandusse dat de vrijspraak voor de verkrachting op
het brettenpad lijkt mij dat dat welbeschouwd een schending van de rechten van het slachtoffer
onder art. 3 en 8 EVRM.
Tegenargumenten
indien de zittingsrechter een actievere houding aanneemt, kan er mogelijk een schijn van
partijdigheid ontstaan. Dit kan het geval zijn indien de rechter, in de ogen van de ene partij, de
andere partij te veel ‘helpt’. Indien de verdediging partijdigheid vermoedt, bestaat er een grotere
kans dat de rechter gewraakt zal worden.
De hoge werkdruk bij de rechterlijke macht. Als de rechter zich actiever gaat opstellen, brengt dit
met zich mee dat zittingen mogelijk vaker worden aangehouden. Ook kan dit meer wraking met zich
meebrengen. Dit houdt in dat de zitting opnieuw door dezelfde of een andere rechter moet worden
voorgezeten. Ook zal de rechter zich nog uitgebreider moeten verdiepen in het dossier. Ipv dat hij
slechts hoeft te kijken of het strafbare feit kan worden bewezen op het aangevoerde bewijs, moet hij
ook nog zelf kijken of er bv nog andere mensen gehoord kunnen worden of dat er op ander vlak
verder onderzoek dient te worden gedaan. Met dit tegenargument hangt samen dat een actievere
rechter ook financieel nadelig kan zijn. Ook de zittingscapaciteit speelt hierbij een rol.
Conclusie
Hoewel de hoge werkdruk en het financieel onvoordelig is om een actievere rechter te hebben en dit
praktische belemmering vormt. Mag dat niet van doorslaggevend belang zijn. Het gaat om het
waarborgen van mensenrechten en iedere partij zal daar uiteindelijk bij gebaat zijn. Wat betreft de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ingridp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.