Literatuur
D.H. de Jong, ‘De strafprocesrechtelijke grondslagleer. In perspectieven van rechtsvergelijking en
een nieuw wetboek van strafvordering’, Nederlands Juristenblad 2017, p. 1856-1863.
B. de Wilde, ‘Pleidooi voor een ruimere interpretatie van de grondslagleer’, Ars Aequi 2017, p. 490-
498.
L. de Weerd, ‘Als de officier van justitie een lekke band heeft mag de rechter die best plakken. Geen
scheidsrechter maar rechter’, Trema 2013, p. 156-160, én ‘Reacties en naschrift Geen
scheidsrechter maar rechter, Trema 2013, p. 243-248.
HR 24 juni 2014, NJ 2014, 339, m.nt. Reijntjes (Tenlasteleggen grootschalig bezit kinderporno).
J.L. Baar, ‘Een schurftig schaap steekt de hele kudde aan. De tenlastelegging in dierenzaken’,
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht en Handhaving, maart 2017/nr. 1.
Algemeen
Grondslagleer Nederland
- Strafrechter gebonden aan de tenlastelegging (aan de delictskeuze van het om, aan de
formulering van de beschuldiging)
- Ovj verantwoordelijk voor de tenlastelegging
- Strafrechter mag tenlastelegging niet veranderen
- Ratio: duidelijkheid wat van de procesdeelnemers inzet geding is. Zo weet de verdediging
waarop zij verweer moet voeren.
- Verdediging weet waartegen verweer moet worden gevoerd
- Doelmatigheid o.t.t.z. Het o.t.t.z. wordt zo gekanaliseerd.
- Over de kwalificatie van de delicten kan een meningsverschil bestaan tussen het om en
de rechter. Vandaar de discussie over de tenlastelegging.
Belangrijke wetsartikelen grondslagleer
- Art. 68 Sr: ne bis in idem. Je mag maar één keer een proces krijgen voor hetzelfde feit
- Art. 261 Sv: Eisen dagvaarding: het feit (verweten gedraging), pleegtijd en pleegplaats.
De ovj heeft verder veel vrijheid over hoe hij de dagvaarding opstelt.
- Art. 312 Sv mondelinge aanvulling tenlastelegging. Mogelijkheid om mondeling
strafverzwarende omstandigheden ten laste te leggen.
- Art. 313-314 Sv: wijziging tenlastelegging
- Art. 348 Sv: onderzoek op grondslag tenlastelegging. Formele vragen. Rechtbank
onderzoekt op grondslag van de tenlastelegging. Duidelijke uiting van de grondslagleer.
- Art. 350 Sv: materiële vragen (bewezenverklaring). De grondslagleer is relevant voor de
eerste vraag van art. 350: ‘Kan het ten laste gelegde feit worden bewezen?’. Ook hier
gebeurd de beraadslaging van de rechtbank ogv de tenlastelegging.
- Art. 415 Sv: wijziging tenlastelegging hoger beroep
Oude (strikte) en huidige grondslagleer
In de oudere jurisprudentie werd aangenomen dat de rechter gebonden was aan de
letterlijke tekst van de tenlastelegging. De Hoge Raad gaf bij het arrest Brasserskade
blijkt van een strenge opvatting van de grondslageer. De HR oordeelde dat het oordeel
van de rechtbank dat bewezen was verklaard dat verdachte tegen een boom in de berm
was gereden een ongeoorloofde grondslagverlating opleverde. Tegenwoordig kan uit de
jurisprudentie worden afgeleid dat de Hoge Raad niet alleen maar uitgaat van de
gebondenheid aan de letterlijke tekst van de tenlastelegging, maar eerder aan een
gebondenheid aan de essentie van de tenlastelegging. De Hoge Raad gaat nu duidelijk uit
, van een coulantere interpretatie van de grondslagleer dan voorheen. Dat is in het
bijzonder het geval als het gaat om verschrijvingen of andersoortige vergissingen. Op dit
moment is het uitgangspunt dat de feitenrechter de tenlastelegging zelf mag
interpreteren en in beginsel zelf mag bepalen of een bewezenverklaring in
overeenstemming is met de tenlastelegging, mits de uitleg van de feitenrechter te
verenigen is met de bewoordingen van de tenlastelegging en er uberhaupt een motivatie
is van de feitenrechter. Dit uitgangspunt kan dus zo worden opgevat de verschillen
tussen de tenlastelegging en de bewezenverklaring toelaatbaar zijn zolang kan worden
aangenomen dat de rechter enkel hetgeen bewezenverklaard waarvoor de ovj heeft
willen vervolgen. Uit de jurisprudentie blijkt alleen niet hoeveel de rechter van de
tenlastelegging mag afwijken.
De tenlastelegging
Er zijn alternatieven voor de Nederlandse wijze van tenlastelegging. De ovj legt strafbare
feiten dikwijls niet enkelvoudig op, maar op alternatieve manieren.
- Primair-subsidiair: daarbij wordt dezelfde feitelijke gedraging van de verdachte als twee
zelfstandige feiten in de tenlastelegging opgenomen, waarbij verschillende
delictsomschrijvingen van toepassing zijn. Met de primaire vordering wordt aangegeven
welke vordering het belangrijkste is.
- Alternatief, dat lijkt op primair-subsidiair maar hierbij mag de rechtbank vrij kiezen
tussen het eerste en het tweede feit. Het is dus een of/ of tenlastelegging.
- Cumulatief-alternatief is een en/of tenlastelegging waarbij de rechtbank één van de
feiten bewezen mag verklaren of juist beide.
- Ook binnen de omschrijving van 1 strafbaar feit komen veel alternatieven voor. Zo
neemt de ovj vaak meer bestanddelen van de delictsomschrijving op wanneer deze
alternatieven bevalt. Zo zal hij op de tenlastelegging voor diefstal, art. 312 Sr in de
tenlastelegging opnemen met geweld en/of met bedreiging van geweld.
Rechtsvergelijkend
Als we ons stelsel vergelijken met andere landen in Europa blijkt dat Nederland een veel
striktere grondslagleer aanhangt. In Duitsland wordt een veel ruimere interpretatie
gehanteerd. De beschuldiging daar bestaat uit twee onderdelen. 1) De Abstrakte
Anklagesatz waarin de term van de delictsomschrijving wordt opgenomen en de 2)
Konkrete Anklagesatz waarbij een concrete omschrijving wordt gegeven van de
gedraging die de verdachte wordt verweten in een feitelijke verhalende vorm. De rechter
is niet gebonden aan de kwalificatie die de ovj in de Abstrakte Anklagesatz hanteert,
maar de verantwoordelijkheid voor de kwalificatie wordt door de rechter en de ovj
gedeeld. Mocht de rechter een andere kwalificatie maken dan de ovj, moet hij dat wel
expliciet benoemen en bij belangrijke wijzigingen moet de rechter de mogelijkheid
bieden om de zaak aan te houden. In Italië moet er aandacht worden besteed aan de
juridische kwalificatie, maar vooral aan de omschrijving van de feitelijke toedracht. De
Italiaanse rechter is wel gebonden aan het omschreven feitencomplex, maar heeft de
mogelijkheid om de kwalificatie van de feiten te wijzigen. In België heeft de rechter
ruimte om in de bewezenverklaring af te wijken van zowel de feitelijke omschrijving als
de juridische kwalificatie van de ovj. In Frankrijk stelt de ovj een citation directe op, dat is
een globale omschrijving van de gedraging van de verdachte. Na het gerechtelijk
vooronderzoek stelt de onderzoeksrechter de Ordonannance op, inhoudende de
formulering van de beschuldiging en een samenvatting van de bewijsmiddelen. Het is
uiteindelijk de rechter die de bewezen feiten zelfstandig kwalificeert.
Ruimere interpretatie van de grondslagleer
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ingridp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $3.77. Je zit daarna nergens aan vast.