100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Verdieping formeel strafrecht werkgroep 4. Het dossier $3.74
Add to cart

Class notes

Verdieping formeel strafrecht werkgroep 4. Het dossier

 29 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Verdieping formeel strafrecht werkgroep 4. Het dossier. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt.

Preview 2 out of 5  pages

  • February 3, 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Stevens
  • Werkgroep 4
avatar-seller
Week 3, werkgroep 4
Het dossier: samenstelling en toegang


Literatuur
 P. van Kampen & D. Hein, ‘Strijd om stukken: de wet processtukken’, Nederlands Juristenblad
2013/57.
 M.J. Borgers, ‘De rechterlijke toetsing ter zake van het permanent niet-voegen van relevante
stukken in het dossier’, in: A. Dijkstra, B.F. Keulen, G. Knigge (red.), Het roer recht, Zutphen:
Paris 2013, p. 43-55, te raadplegen via
https://research.vu.nl/ws/portalfiles/portal/884233/Liber.Vellinga.Vellinga-
Schootstra.bijdrage.Borgers.processtukken.pdf
 EHRM 16 februari 2000, EHRC 2000/32 (Fitt t. Verenigd Koninkrijk), m.nt. Spronken).
 Rechtbank 's-Gravenhage 14 oktober 2015, NBSTRAF 2015/276.

Leerdoelen

 Studenten verwerven inzicht in de regeling in het Wetboek van Strafvordering inzake
samenstelling van en toegang tot de processtukken.
 Studenten analyseren Europese rechtspraak inzake de toegang van de verdediging tot het
procesdossier.
 Studenten kunnen een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt innemen over de Nederlandse

Algemeen
Juridisch kader
Op 1 januari 2013 is de Wet Processtukken in strafzaken in werking getreden. Het probleem met
de oude regelgeving was dat de term processtukken niet was gedefinieerd. Daarom werd
vastgehouden aan de definitie uit het Def Sol-arrest. Deze definitie luidde: ‘In het dossier dienen
te worden gevoegd, stukken die redelijkerwijs van belang kunnen zijn, hetzij voor de verdachte
belastende, hetzij voor de verdachte ontlastende stukken’. Dit wordt ook wel het
relevantiecriterium genoemd. De Wet Processtukken definieert de term processtukken in artikel
149a Sv. Uit lid 1 volgt dat de ovj tijdens het opsporingsonderzoek verantwoordelijk is voor de
samenstelling van de processtukken. In lid 2 volgt de definitie, ‘tot de processtukken behoren alle
stukken die voor de ter terechtzitting door de rechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van
belang kunnen zijn, behoudens het bepaalde in art.149b Sv. Art. 149b Sv geeft de ovj de
bevoegdheid om de voeging van gedeelten van stukken achterwege te laten indien hij dit met
het oog op de in art. 187d lid 1 Sv, drie genoemde belangen noodzakelijk acht. Deze bevoegdheid
is met enkel waarborgen omkleed. Ten eerste moet er sprake zijn van één van de drie genoemde
belangen. Deze belangen zijn: 1) Als de getuige ernstig overlast zal ondervinden of in de
uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig zal worden belemmerd. 2) Dat een zwaarwegend
opsporingsbelang wordt geschaad. 3) Of dat het belang van de staatsveiligheid wordt geschaad.
Daarnaast moet de ovj hiervoor een schriftelijke machtiging van de RC ontvangen, 149b lid 1. De
vordering van de ovj en de beschikking van de RC moeten bij de processtukken worden gevoegd,
ook moet de ovj een proces-verbaal opstellen met de redenen waarom voeging achterwege
moet worden gelaten, 149b lid 2. Ten slotte is de ovj verplicht om de niet-gevoegde stukken,
zolang de zaak nog niet is geëindigd te bewaren, 149 lid 3.


Zittingsrechter

, Ogv art. 315 lid1 Sv kan de zittingsrechter bevelen indien daartoe de noodzakelijkheid blijkt dat
bescheiden of stukken die niet op de terechtzitting aanwezig zijn worden overlegd. Gelet op art. 328
Sv kan de verdachte om stukken in de zin van artikel 149b in het dossier te voegen. De zittingsrechter
dient dan te beoordelen of de voeging noodzakelijk is. De vraag is hoe de zittingsrechter een oordeel
moet vellen over dit verzoek. De zittingsrechter heeft namelijk niet de mogelijkheid om de stukken
volledig in te zien. Dit volgt uit de wetsgeschiedenis, het beginsel van interne openbaarheid dat stelt
dat de zittingsrechter geen informatievoorsprong mag hebben op de overige procesdeelnemers en er
kan gewezen worden op artikel 301 lid 4 Sv op grond waarvan ten bezware van de verdachte geen
acht mag worden geslagen op stukken die niet zijn voorgehouden ter terechtzitting. De
zittingsrechter moet zijn oordeel dus vellen op basis van de verslaglegging van de procedure, van art.
149b Sv. Dat wil zeggen het p-v, art. 149b lid 2 Sv en de motivering en de beschikking van de rechter-
commissaris. Indien de zittingsrechter van oordeel is dat het verzoek van de verdachte in aanmerking
komt voor toewijzing dient de procedure van art. 149b Sv opnieuw in gang te worden gezet, waarbij
het de bedoeling is dat de RC tot een hernieuwde beoordeling komt, daarbij de eventuele
overwegingen van de zittingsrechter in acht nemend. Dit doet niet af aan het feit dat de
zittingsrechter ogv art. 315 lid 1 beslist over de voeging van de stukken.

Mogelijke problematiek art. 6 EVRM
Deze procedure bij de zittingsrechter wordt vaak bekeken in het licht van art. 6 EVRM, recht op een
eerlijk proces. Het is vaste rechtspraak van het EHRM dat de vervolgingsautoriteiten aan de
verdediging alle materiële bewijzen die zijn in hun bezit hebben openbaar maken. Dat wegens
zwaarwegende belangen openbaarmaking achterwege mag blijven. Dat deze beperkingen strikt
noodzakelijk dienen te zijn en eventuele moeilijkheden die de verdediging ondervindt hierdoor
voldoende moeten worden gecompenseerd.

Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt
De procedure bij de zittingsrechter omtrent het beslissen over het al dan niet voegen van stukken
aan het procesdossier voldoet niet aan artikel 6 EVRM. De zittingsrechter moet de stukken kunnen
inzien voordat hij kan beslissen op het verzoek tot voeging aan het procesdossier.
Voorargumenten
-De zittingsrechter kan nu niet op een verantwoorde wijze zijn oordeel vellen over de betreffende
zaak. Hij kent immers de inhoud van de stukken niet. Ook gaat het om relevante stukken die kunnen
meewegen om tot een verantwoorde eindbeslissing te komen.
-Wanneer het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt wordt wederom de rechter-commissaris
bij de procedure betrokken. Hierdoor is van een onpartijdige rechter geen sprake meer. De RC heeft
al eerder zijn oordeel gevormd over het processtuk dus waarom zou zijn oordeel later veranderen?
- Het recht op tegenspraak ontbreekt. Dit recht is van groot belang in het licht van art. 6 EVRM. Geen
enkele rol voor de verdediging in deze procedure. Geen deelname aan besluitvorming. Geen
mogelijkheid om te worden gehoord en er staat geen rechtsmiddel open tegen de afwijzing van zijn
verzoek.
Tegenargument
-Het is nog maar de vraag of überhaupt sprake is van schending van art. 6 EVRM. De omschreven
procedure moet namelijk worden gezien als onderdeel van het hele strafproces tegen de verdachte.
Aangezien het afgeschermde stuk, zolang het niet wordt gevoegd niet kan worden gebruikt door de
zittingsrechter, kan er geen sprake zijn van schending van art. 6 EVRM omdat de verdachte nooit in
zijn verdediging wordt geschaad.
- Als de zittingsrechter wel kennisneemt van het stuk lost dat het probleem nog niet op. De
verdediging kan immers nog geen kennisnemen van het stuk voordat de rechter beslist het stuk toe
te laten. De positie van de verdediging blijft daardoor zwak. De verdediging wordt dus ook niet méér
bij de procedure betrokken. Hij is afhankelijk van hoe nauwkeurig het stuk is omschreven door de
ovj.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ingridp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added