Week 2, werkgroep 3
Opsporing in het digitale tijdperk
Literatuur
Commissie modernisering opsporing in het digitale tijdperk (Commissie Koops),
Regulering van opsporingsbevoegdheden in een digitale omgeving, s.l. 2018, te
vinden via deze link. Ter voorbereiding van de werkgroep lees je tot en met
hoofdstuk 4.
Artikel 2.7.39 (titel 7.3 van boek 2), en artikel 2.8.8 (titel 8.2 van boek 2) van de ambtelijke
versie juli 2020 wetsvoorstel Wetboek van Strafvordering, en de bijhorende memorie van
toelichting (respectievelijk p. 408-415, en p. 495-496), te raadplegen via deze link:
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2017/11/13/documenten-
modernisering-wetboek-van-strafvordering
B.J. Koops, ‘Privacyconcepten voor de 21e eeuw’, Ars Aequi 2019, p. 532-544.
Rechtbank Den Haag 7 december 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:14245.
Leerdoelen
De student krijgt inzicht in, en kan een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt innemen over
hoe nieuwe digitale opsporingsmethoden (niet) worden gereguleerd op basis van
(toekomstige) strafvorderlijke regelgeving.
De student krijgt inzicht in wat (het recht op) privacy behelst, en kan een uitdrukkelijk
onderbouwd standpunt innemen over hoe het toekomstige Wetboek van Strafvordering een
evenwicht zou kunnen vinden tussen het waarborgen van privacy en een effectieve (digitale)
opsporing.
Algemeen
- Project modernisering Wetboek van Strafvordering. Uitgangspunt: Een
toekomstbestendig Wetboek te ontwerpen. Bepalingen en bevoegdheden zo goed
mogelijk techniek onafhankelijk te formuleren en rekening te houden met de
ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën. Uit onderzoek is gebleken dat de
bevoegdheid tot inbeslagneming van voorwerpen en het daaraan verrichten van
onderzoek in de opsporingspraktijk vaak wordt gebruikt om de beschikking te krijgen
over digitale gegevens die zijn opgeslagen op bv een computer of smartphone. Deze
vorm van gegevensvergaring is in het huidige wetboek van sv niet wettelijk geregeld. Het
huidige wetboek bevat wel regels over het onderzoek aan gegevensdrager of een
geautomatiseerd werk en de vastlegging van daarop opgeslagen gegevens wanneer dit
tijdens een doorzoeking gebeurd (125i ev Sv), maar regels mbt het onderzoek aan
dergelijke voorwerpen nadat zij in beslag zijn genomen zijn in het huidige wetboek niet
opgenomen.
- Rapport Commissie Koops: Aanbevelingen voor een toekomstbestendig criterium voor
bevoegdheidstoekenning dat onderscheid maakt tussen opsporingsbevoegdheden die
een geringe, meer dan geringe of zeer ingrijpende inbreuk maken op de persoonlijke
levenssfeer. Voor dit criterium wordt aansluiting gezocht bij het
stelselmatigheidscriterium zoals dat nu wordt gehanteerd in de wet BOB.
, Het nieuwe Wetboek van Strafvordering:
- Veranderende technologie hoofdthema van modernisering Wetboek van Sv.
- Technische ontwikkelingen met name op het gebied van opsporingsbevoegdheden heel
belangrijk: deze regeling in Boek 2 is dan ook heel uitgebreid.
- Voor artt. 2.7.39 en 2.8.8. is aansluiting gezocht bij het stelselmatigheidscriterium, welke
ook wordt gehanteerd in de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden.
Artikel 2.7.39 gaat over stelselmatig onderzoek van gegevens in een digitale
gegevensdrager of geautomatiseerd werk of ten aanzien van gegevens die daaruit zijn
overgenomen. Deze onderzoek kan door een opsporingsambtenaar alleen worden
verricht op bevel van de ovj. Indien sprake is van ingrijpend stelselmatig onderzoek, kan
het bevel hiervoor alleen worden gegeven indien het belang van dit onderzoek dit
dringend vereist en na een daartoe verleende machtiging van de RC.
Art. 2.8.8 bepaalt dat in geval van een verdenking van een misdrijf de ovj kan bevelen dat
een opsporingsambtenaar stelselmatig, al dan niet op geautomatiseerde wijze,
persoonsgegevens uit publiek toegankelijke bronnen overneemt. Dit bevel wordt voor
een periode van ten hoogste drie maanden gegeven en kan steeds met een periode van
drie maanden worden verlengd.
Het smartphone-arrest, HR 4 april 2017
De Hoge Raad buigt zich in dit arrest over de vraag of artikel 94, 95 en 96 een voldoende
wettelijke grondslag vormen voor het onderzoek aan elektronische gegevensdrager. Het
huidige wetboek is wat verouderd als het gaat om technologische ontwikkelingen. Het
onderzoek aan een inbeslaggenomen voorwerp door een opsporingsambtenaar is
mogelijk ogv art. 94, 95 en 96 Sv. Dit is gunstig in het licht van de waarheidsvinding, maar
hier staat tegenover dat er wel een inbreuk wordt gemaakt op het recht op respect voor
het privéleven uit art. 6 EVRM en art. 10 Grondwet.
De Hoge Raad geeft een toetsingskader voor de beperking van het recht op respect voor
het privéleven. De Hoge Raad maakt onderscheid tussen een beperkte inbreuk en een
meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Als er slechts een beperkte
inbreuk wordt gemaakt dan biedt art. 94, 95 en 96 voldoende legitimatie voor de
opsporingshandeling. Volgens de HR is sprake van een meer dan beperkte inbreuk als er
min of meer een compleet beeld van bepaalde aspecten van het persoonlijk leven wordt
verkregen. Hiervan is in het bijzonder sprake indien het gaat om onderzoek van alle
opgeslagen of beschikbare gegevens met gebruikmaking van technische hulpmiddelen.
Indien het hierbij gaat om een niet zeer ingrijpende inbreuk is een bevel van de ovj
vereist. Indien sprake is van een wel zeer ingrijpende inbreuk is een machtiging van de RC
vereist, hiervan is sprake indien op voorhand redelijkerwijs voorzienbaar is dat de
inbreuk zeer ingrijpend zal zijn.
De HR heeft dit criterium ontleend aan het stelselmatigheidscriterium. Met dit criterium wordt de
inbreuk die de opsporingsbevoegdheid maakt op het recht op privéleven geclassificeerd. Dit is ook
het criterium dat wordt voorgesteld door de Commissie Koops. Hierbij wordt onderscheid gemaakt
tussen een geringe, meer dan geringe en zeer ingrijpende inbreuk. Het is een materieel criterium dat
voldoende abstract is om toekomstbestendig te kunnen zijn. Stelselmatig betekent dat er een min of
meer compleet beeld van één of meer aspecten van het persoonlijk leven wordt verkregen, dit dient
op voorhand redelijkerwijs voorzienbaar te zijn. Dit betekent dat er dus vooraf wordt gekeken hoe
groot de inbreuk zal zijn. Stel dat er dus wel een min of meer compleet beeld van één of meer
aspecten van het persoonlijk leven wordt verkregen, maar dit op voorhand niet redelijkerwijs
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ingridp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.