Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Katholieke Hogeschool VIVES (VIVES)
Verpleegkunde
Anatomie - Fysiologie
All documents for this subject (5)
1
review
By: inederock • 2 year ago
Seller
Follow
studentverpleegkunde1
Reviews received
Content preview
1. hoofdstuk 6: Het beenderstelsel
1.1. Keypoints van dit hoofdstuk
• Welke zijn de vijf belangrijkste functies van het beenderstelsel?
1. Ondersteuning -> voor het gehele lichaam. Afzonderlijke beenderen en beendergroepen bieden
raamwerk voor aanhechting v. zachte weefsels en organen.
2. Opslag. Calciumzouten v. beenderenweefsel vormen waardevol mineraalreserve met behulp ->
normale concentraties v. calcium en fosfaat in lichaamsvloeistoffen kan worden handhaaft.
Energiereserves opgeslagen in vorm v. vetten in delen die met geel beenmerk zijn gevuld
3. Vorming bloedcellen. RB, WB in rode beenmerg; inwendige holte v. beenderen zijn met rood
beenmerg gevuld
4. Bescherming. Weefsels en organen omgeven door onderdelen v/h skelet. Ribben -> bescherming
aan hart, longen. Schedel -> hersenen. Wervels -> ruggenmerg en bekken omgeeft spijsverterings-
en voorplantingsorganen.
5. Beweging. Veel beenderen fungeren als hefbomen -> grootte en richting v. krachten die spieren
uitoefenen. Resulterende bewegingen lopen uiteen v. subtiele bewegingen v. vingertop tot
omvangelijke veranderingen in positie v. hele lichaam
• Welke vier typen beenderen heeft een mens?
1. Lange beenderen ( zijn langer dan breed, terwijl afmetingen bij de korte beenderen ongeveer
gelijk zijn) : bv beenderen van de arm (humerus of opperarmbeen), dij (femur of dijbeen)
2. Platte beenderen: bv ossa parietalia v/d schedel, ribben, schouderbladen (scapulae) zijn dun en
in verhouding breed.
3. Onregelmatige beenderen: ingewikkelde vorm niet gemakkelijk in andere categorie past. Vb:
wervels en enkele schedelbeenderen.
4. Korte beenderen: bv: handwortelbeentjes
• Welke twee typen beenweefsel zijn er? Bespreek.
1. Compact beenweefsel: ( de substantia compacta of kortweg compacta)
o Vrijwel massief ( minder holtes bevattend)
o Botcellen in concentrische lagen rond een centraal kanaal/kanaal v. Havers gelegen
o Meestal aangetroffen op plaatsen waar de belasting slechts uit een beperkt aantal
richtingen bestaat
2. Spongieus beenweefsel: ( de substantia spongiosa of kortweg spongiosa)
o Netwerk van benige staafjes/balkjes, door holten van elkaar gescheiden
o Aangetroffen op laatsen waar beenderen niet zwaar worden belast ( minder
belastbaar dan compact bot, kan wel in andere richtingen belast worden)
, • Teken en bespreek de structuur van een lang bot (zie fig 6-2 pag 172)
o Bevat centraal gelegen mergholte
o Met beenmerg in
Epifyse
o Uiteinde van bot
o Bedekt met gewrichtskaanbeen
• Welke drie primaire celtypen komen in beenweefsel voor? Bespreek.
1. Osteocyten: volwassen botcellen. Gebruikt calciumzouten opnieuw
2. Osteoclasten: reusachtige ccellen. Zuren en enzymen worden afgegeven, lossen botmatrix op en geven
de opgeslagen mineralen of via osteolyse of resorptie
3. Osteoblasten: cellen die nieuw botweefsel aanmaken -> proces: ossificaite genoem. Vormen nieuwe
botmatrix en bevorderen afzetting calciumzouten. Willekeurig moment -> deel v/ matrix door
osteoclasten verwijderd en wordt door osteoblasten nieuwe matrix gevormd. Oesteoblast volledig
omgeven -> differentieert deze tot botcel.
• Verbening en botgroei:
o Wat is het verschil tussen verbening en botgroei?
• verbening
o synoniem: botvorming, ossificatie, oestogenese
o proces waarbij beenderen bestaan
o bestaan uit: vezelig membraan en kraakbeen= afzetten v. calcium-zouten à
calficatie
• botgroei
o proces v. toename v. botweefsel
o Welke twee soorten verbening kent u? Bespreek
• Intramembraneuze verbening (botvorming
o Begint wanneer osteoblasten zich binnen embryonaal of
foetaal vezelig bindweefsel defferentiëren
o Vindt plaats in de diepere lagen van de lederheid
o Bot groei vanuit het membraan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentverpleegkunde1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.