GS Samenvatting - Historische Context 2 & 3
Paragraaf 2.1
Conferentie van Berlijn
Bismarck streven naar voorkomen oorlog tussen EU mogendheden na eenwording DL. > Dictaat van
Kissingen:
Afzien van iedere Duitse gebiedsuitbreiding in Europa;
Strikte distantie t.o.v. de overzeese koloniale politiek van de andere EU’se mogendheden.
bezig houden met veiligstellen economische belangen DL in Afrika. Na snelle
industrialisatie waren er veel grondstoffen nodig + extra afzetmarkten voor grote hoeveelheid
eindproducten waren welkom. Voor DL was het particuliere initiatief bij verwerving van koloniale
gebieden het belangrijkste. >> Togo, Kameroen, Duits-Oost Afrika en Duits-Zuidwest Afrika werden
uitgeroepen tot protectoren vh Duitse Rijk.
FR en GB bekeken dit met groot wantrouwen. Bismarcks nodigt de EU’se mogendheden uit om te
voorkomen dat onderlinge verhoudingen op scherp werden gezet. >> Veel afgevaardigden in Berlijn
bijeenkomen om te praten over toekomst Afrika. Afrikaanse gebieden die nog geen kolonie waren ve
(Europees) land werden verdeeld tussen de deelnemers vd Conferentie.
Paragraaf 2.2
Spartacusopstand (1919)
Toestand westelijk front voor Duitse leger hopeloos in najaar 1918 > verandering situatie thuisfront +
leger verloor vertrouwen in een goede afloop. Conservatief rechts en linkse arbeiders tegenover elkaar
door dreigende verlies oorlog + honger. >> voorwaarden revolutie geschapen.
Revolutie uitbreken omdat het besluit vh opperbevel vd marine was dat ze nog één keer een grote
zeeslag uit te vechten met de Britse vloot. > matrozen zagen dit als verloren zaak en weigerden. >
muiterij > intrekken bevel > muitende matrozen werden opgepakt en veroordeeld. 4 nov 1918 brak er
een matrozenopstand uit (geïnspireerd door Russen) waarin het bevel over schepen overnamen, rode
vlag hesen en matrozenraden vormden. > controle over hele stad >>> revolutie raasde in no tempo
door heel DL en moest met militair ingrijpen worden gestopt.
Soldaten en arbeiders wilden heersende klasse neerhalen en wilde een democratischer staatsbestel.
Deze revolutionairen waren meer sociaaldemocratisch ipv communistisch (= Spartakisten). De leiders
van deze communistische beweging deden tijdens revolutie niks.
Na einde revolutie nog veel spanning in DL ivm afloop oorlog, niet opgeheven blokkade vd haven,
voedseltekort. > hongersnood + verbitterde soldaten die niet naar huis konden/wilden. Rondom
Spartakist Karl Liebknecht ontstond groep veteranen die plunderend door Berlijn gingen en wilden
komende verkiezingen verstoren dmv staatsgreep > mensen werden boos en begonnen op alles en
iedereen te schieten. >> Losbarsten 2e revolutie; de Spartacusopstand. Aanleiding was ontslag vd
hoofdcommissaris (radicale socialist) vd politie Berlijn >> Demonstraties en staking waarin men erachter
kwam dat er een politieke leider met inzicht ontbrak > vlam revolutie doofde snel ivm revolutie vs orde. >
regering opent jacht op radicalen en communisten (veel doden). > DL had een soort burgeroorlog
gaande, al leken veel vd moorden op vendetta’s. Twee weken na begin opstand waren er verkiezingen
en de SPD + Centrum + DDP die aandrongen op wapenstilstand wonnen > eerste taak was instellen
(vrouwen)kiesrecht + nieuwe grondwet opstellen. Door chaos in Berlijn werd dit uitgevoerd en
vergaderd in Weimar. Angst voor link bleef er. Extreem-links en extreem-rechts werd in eerste instantie
genegeerd tot t echt niet meer kon tijdens economische problemen in DL. Angst voor Links bleef groter.
De Rijksdagbrand (1933)
NSDAP was grootste partij bij verkiezingen DL juli 1932, andere partijen wilden geen coalitie met hen
vormen en Hitler wilde alleen meewerken als hij rijkskanselier zou worden. De verkiezingsuitslag van
november was slecht voor NSDAP, maar Hitler kreeg uiteindelijk zijn zin in rijkskanselier ivm Republiek
Weimar zag geen andere uitweg > Hitler + 2 andere in nieuw kabinet. Eerste taak; verkiezingen
, uitschrijven. Z’n wens was absolute meerderheid in Rijksdag verwerven, zodat hij andere partijen niet
nodig had voor coalitie. De verkiezingen werden een hevige strijd waarin alles werd ingezet
(propaganda, intimidatie, geweld etc.), maar de vraag was of de Duitse keizer voor/tegen Hitler was.
Toen het duidelijk werd dat er naar tegen werd geneigd, kwam men erachter dat het gebouw vd
Rijksdag in de fik stond. Er werd een verwarde man gevonden met communistische blaadjes + die
avond was er een spoedoverleg. De volgende dag werden er gelijk acties ondernomen om dit soort
reacties uit te voeren. Hitler overhalen rijkspresident Von Hindenburg om aanpassen artikel 48 vd
grondwet. Rijksdagbrand werd afgeschoven op communistisch plot > vooral communisten gearresteerd
+ Nazi’s gebruiken deze dag om de KPD in diskrediet te brengen, wat niet helemaal is gelukt. Hitler
hoopte dat deze gebeurtenissen angst had aangewakkerd voor het communisme (was niet zo). KPD
verloor wel zetel, maar was niet weggevaagd. > Hitler gaat verder om zijn zin te krijgen en noemt KPD
een staatsgevaarlijke en staatsondermijnende politieke groepering. Uiteindelijk bezit NSDAP helft vd
zetels.
Paragraaf 2.3
Ingebruikname concentratiekamp Dachau (1933)
NSDAP bij verkiezingen ± 45% van de Duitsers achter zich. NSDAP invoeren veranderingen politiek
systeem door uitroepen noodtoestand door Rijksdagbrand;
Deelstaatparlementen vervangen door rijkscommissaris
Wie (bij politie) niet sympathiseerde met Hitlers opvattingen werd vervangen door een
lid/aanhanger vd NSDAP. Soms met geweld en soms niet.
- meeste tegenstand uit Beieren > Heinrich Himmler nieuwe hoofd vd politie (10-03-
1933)
Ontstaan concentratiekampen waar tegenstanders werden ondergebracht. Deel werd
gemarteld, deel werd vermoord. Dachau werd eerste concentratiekamp van Beieren (was eerst
munitiefabriek).
Aannemen Machtigingswet (23-03-1933) > Nazi’s niet meer houden aan veel grondwettelijke
bepalingen (kritiek hierop verboden)
Politieke onderdrukking zo systematisch te laten verlopen = ontstaan Geheime Staatspolizei
(Gestapo). Groeide snel uit tot landelijke organisatie
- fanatieke arrestaties en ondervragingen van tegenstanders
- bevoegd om mensen in hechtenis te nemen en hen zonder vorm van proces gevangen
te houden
Speciale rechtbanken opgericht die zich bezighielden met ‘politieke misdaden’.
Neurenberger rassenwetten (1935)
01-04-1933 was al duidelijk dat de milde vorm van discriminatie vervangen werd door vervolgingen door
de staat op Joden > week erop afkondigen wet die alle Joden + tegenstanders uit overheidsdienst
duwde. Daarnaast nog meer wetten waarin Joden niks mochten, o.a. aantal Joodse kinderen op school
werd beperkt. Hiermee proberen (langzaam maar zeker) Duitse bevolking overtuigen dat het beter was
om niet met Joden om te gaan. Hitler ging een stap verder toen echt iedereen dit besefte. 2 wetten
invoeren die burgerrechten joden beperkt;
Rijksburgerschapswet > alleen personen van Duits bloed konden staatsburger zijn + hadden
volledige burgerrechten
Wet op de bescherming van het Duitse bloed en de Duitse eer
Hitler voelde zich hiertoe gedwongen, omdat er binnen de partij een tweespalt dreigde tussen de
radicalen en de gematigden. Gematigden waren bang dat er een te strenge boycot zou komen die
slecht zou zijn voor de Duitse economie > ambtenaren 4 versies maken vd Blutschutzgesetz waar Hitler
1 van zou kiezen > hij koos de mildste. Radicalen niet mee eens, maar besefte dat dit een beeld was
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sheridatenlande. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.
